Een boekenshop voor katholieke inspiratie Verzending binnen heel BelgiëPapers over actuele onderwerpen

Tien jaar euthanasie in België

3 juni 2012

 

Op 28 mei 2002 stemde België de depenalisering van de euthanasie, kort na Nederland en enkele jaren vóór Luxemburg. Het Europees Instituut voor Bio-ethiek heeft onlangs een balans gepubliceerd van deze eerste tien jaren euthanasie in België. Wij geven hier een samenvatting ervan.

 

 

De wet van 2002 beoogde een kader en een juridische bescherming te bieden voor de uitoefening van de euthanasie, opgevat als het feit opzettelijk een persoon te doden die daartoe een verzoek doet. De wet heeft ook een “Federale Controle- en Evaluatiecommissie” opgericht om de eerbiediging van de strikte voorwaarden die de wet voorziet, te verzekeren.

 

Tussen september 2002 en december 2009 waren er 3451 aangegeven euthanasiegevallen in België. Het jaarlijks aantal stijgt constant. Maar hoe werd de wet toegepast sedert zij gestemd werd?

 

De controle-opdracht van de federale Commissie is ondoelmatig

Sedert haar eerste verslag bekent de Commissie haar onmacht: terwijl een van de uitgesproken doelwitten van de wet was de euthanasie uit de clandestiniteit te halen, moet de Commissie wel toegeven dat zij niet bij machte is het werkelijk aantal van de uitgevoerde euthanasieën te schatten. Zij is afhankelijk van de goedwil van dokters bij het invullen van de verplichte aangiften van uitgevoerde euthanasie. Nooit heeft deze Commissie een dossier naar het parket gestuurd wegens niet-naleving van de voorwaarden die de wet oplegt voor de uitvoering van de euthanasie. Men moet wel toegeven dat het tegengestelde verbazend zou zijn: gaat een dokter die zich niet heeft gedragen volgens de wettelijke voorwaarden zichzelf beschuldigen bij het invullen van de “verplichte” euthanasie-aangifte?

 

De wet wordt zeer vrij geïnterpreteerd

Volgens de wet moet de aandoening waarvoor euthanasie wordt uitgevoerd ernstig zijn en ongeneeslijk. In de praktijk staat de Commissie achter gevallen van euthanasie die uitgevoerd wordt voor niet-terminale aandoeningen die op zich niet ernstig zijn.

 

De Commissie laat ook na om na te gaan of het lijden van de geëuthanaseerde zieke ondraaglijk was en niet kon gelenigd worden, twee kenmerken die uitdrukkelijk door de wet zijn vereist.

 

Hoewel het in de voorbereidende werken en in de tekst van de wet uitgesloten wordt euthanasie toe te passen voor louter psychisch lijden, laat de Commissie zulks zonder meer toe (gevallen van depressieve of demente zieken of personen die alleen voor het perspectief staan van een toekomstige dramatische evolutie).

 

Tenslotte worden gevallen van medisch bijgestane zelfmoord door de Commissie beschouwd als bijzondere gevallen van euthanasie, hoewel deze mogelijkheid niet door de wet voorzien is.

 

Het afleveren van euthanasie-produkten door de apothekers

De wet bepaalt zeer strikte voorwaarden voor het afleveren van doodverwekkende stoffen die bestemd zijn om euthanasie uit te voeren. Geen enkele controle van deze voorwaarden wordt uitgevoerd.

 

De gevolgen van het ontbreken van controle

De euthanasiehandeling, die ons in 2002 werd voorgesteld als de vrucht van een strikte en gecontroleerde procedure, wordt een steeds meer banale daad. Er is geen enkele reactie tegen de klaarblijkelijke misbruiken en de wet wordt telkens ruimer geïnterpreteerd.

 

Er is geen debat meer over de euthanasie, want het probleem is ingepalmd door de ADMD-leden: met de subsidies van het Waals Gewest werken deze aan vormingsprogramma’s voor de huisartsen, met het doel hun opvatting van het beroep te wijzigen naar een extensieve toepassing van euthanasie; ze zijn ruim vertegenwoordigd in de Federale Controle- en Evaluatiecommissie en komen zowat overal tussen als “deskundigen” van het probleem.

 

Men gaat naar een altijd maar grotere verwarring van de bewoordingen. Zo stelt men thans de euthanasie voor als één der mogelijkheden die in het raam van de zogenaamde “integrale” palliatieve zorgen worden aangeboden, wat volkomen tegenstrijdig is.

 

Een nieuwe praktijk streeft ernaar het euthanasieverzoek te doen samengaan met een door de patiënt in te vullen formulier van orgaandonatie. Loopt men niet het risico zo druk uit te oefenen op de patiënt met het doel hem te doden onder een voorwendsel van altruïsme?

 

Ten slotte roept men altijd meer een zogenaamde “noodtoestand” in, die zou rechtvaardigen iemands leven in te korten die daartoe niet het verzoek kan doen (pasgeborenen, jonge kinderen, bewusteloze volwassenen die voorafgaandelijk geen aangifte hebben gedaan); zo wordt buiten iedere wettelijke bepaling een willekeurige macht toegekend aan het medisch personeel.

 

Besluit

De wet tot depenalisering van euthanasie is een strafrechtelijke tekst. Zoals iedere tekst van dit soort, moet ze strikt worden geïnterpreteerd, om de inhoud ervan niet uit te hollen. De Controlecommissie heeft niet de macht een ruimere uitleg van de wet te geven. Men kan zich zelfs rechtmatig afvragen waartoe een Commissie dient die een controle a posteriori uitvoert.

 

De wetgever zou zijn plaats terug moeten innemen en gehoor geven aan de recente oproep van de parlementaire Vergadering van de Europese Raad ten gunste van het absolute verbod op euthanasie.

 

Men kan de volledige tekst van het Europees Instituut voor Bio-ethiek vinden op het volgend adres, weliswaar in het Frans: http://www.ieb-eib.org/fr/document/euthanasie-10-ans-apres-la-depenalisation-286.html. Hij bevat alle bronnen van de informatie die in deze samenvatting voorkomen.

 

Stefaan Seminckx is priester, doctor in de geneeskunde en in de theologie. Walter Van Goethem heeft deze tekst uit het Frans vertaald.