Een nieuwe juridische strijd wordt geleverd in het Europees Parlement.
Op 13 maart laatstleden heeft het European Center for Law and Justice (ECLJ) een brief gestuurd naar de afgevaardigden van het Europees Parlement over de kwestie van het inschrijven van “het recht op abortus in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (EU)”. Hij geeft de argumenten die wettigen zich hiertegen te verzetten.
Juridische argumenten
Het feit dat het Europees Parlement overweegt nogmaals te vragen om een “recht” op abortus in te schrijven in het Handvest van de grondrechten heeft op juridisch vlak geen enkele zin.
Om dit Handvest te wijzigen zou unanimiteit van de EU-lidstaten nodig zijn. Welnu, verschillende staten verzetten zich reeds tegen iedere wijziging. Het oordeel van het Europees Parlement is wat dit betreft zonder invloed.
De geplande wijziging is strijdig met het Handvest zelf. Artikel 51 wijst erop dat het Handvest van toepassing is wanneer de lidstaten het EU-recht aanwenden en het kan niet boven de bevoegdheden van de EU gaan. Welnu abortus valt onder de bevoegdheid van de lidstaten, want de gezondheidspolitiek is geen Europese bevoegdheid. Artikel 168 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie wat betreft de volksgezondheid, voorziet in paragraaf 7: “Het optreden van de Unie eerbiedigt de verantwoordelijkheden van de lidstaten met betrekking tot de bepaling van hun gezondheidsbeleid, alsmede de organisatie en de verstrekking van gezondheidsdiensten en geneeskundige verzorging”.
Bovendien hebben de staten van de EU een protocol over de bezwaren van het Ierse volk ten aanzien van het Verdrag van Lissabon (2012) getekend en geratificeerd, dat er in zijn artikel 1 op wijst dat het Handvest de wetgevingen van de staten die het recht op leven van de kinderen voor hun geboorte beschermen niet mag beïnvloeden.
Tenslotte verheft geen enkel verdrag of systeem voor bescherming van de mensenrechten op Europees of internationaal vlak abortus tot recht. Er bestaat een “recht op leven”, dat beschermd wordt in talrijke verdragen, er bestaat zelfs een internationale bescherming van kinderen voor hun geboorte, in het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind. Het Europees Hof voor de rechten van de mens heeft onderlijnd dat het Verdrag “niet zou kunnen (…) geïnterpreteerd worden alsof ze een recht op abortus zou bekrachtigen”. Op dezelfde wijze heeft het Gerechtshof van de Europese Unie, in het arrest Brüstle/Greenpeace van 2011, herinnerd aan de erkende bescherming van menselijke embryo’s krachtens de eerbied verschuldigd aan de menselijke waardigheid.
Daarentegen hebben de Europese staten zich geëngageerd in het actieprogramma van de Internationale Conferentie over Bevolking en Ontwikkeling (ICPD) die gehouden werd in Caïro in 1994 om “de toevlucht tot abortus te verminderen” en om “gepaste maatregelen te nemen om vrouwen te helpen om abortus te vermijden”. Dit engagement werd sindsdien herhaald, met name in het actieprogramma van de Wereldvrouwenconferentie die gehouden werd in Peking in 1995.
Sociale argumenten
De sociologie van vrouwen die hun toevlucht nemen tot abortus toont het sociaal determinisme van abortus: hoe armer en hoe geïsoleerder een vrouw is, hoe meer ze blootgesteld is aan het risico een abortus te ondergaan. Volgens het DREES hebben alleenstaande vrouwen in Frankrijk bijvoorbeeld 37% meer risico meer dan vrouwen uit een koppel om een abortus te ondergaan. Wat betreft de vrouwen die behoren tot de 10% armsten, hun risico een abortus te ondergaan is 40% hoger in vergelijking met de 10% rijkste vrouwen, in identieke leeftijdsgroepen en echtelijke situaties.
Bovendien veroorzaakt een abortus vaak een psychisch trauma, maar ook fysieke pijn, vooral wanneer hij met medicijnen wordt uitgevoerd. Volgens een peiling van het IFOP uit 2020, verklaart 92% van de Franse vrouwen dat abortus moeilijk te verwerken sporen nalaat, bij de 25-34 jarigen zijn het 96%. Van de vrouwen die abortus pleegden voor ze 25 jaar waren, lijdt 42% aan depressie. Het zelfmoordcijfer is 6,5 maal hoger bij vrouwen die een abortus pleegden in vergelijking met diegenen die bevielen. De helft van de minderjarige vrouwen die een abortus ondergingen lijdt aan zelfmoordgedachten.
Overigens lopen de vrouwen die abortus pleegden drie keer meer risico om fysiek, mentaal of seksueel geweld te ondergaan dan vrouwen die hun zwangerschap tot het einde uitdroegen.
Politieke argumenten
Meerdere resoluties werden door het Europees Parlement reeds gestemd over hetzelfde onderwerp. Tenzij de nieuwe resolutie het invoeren van een politiek van abortus voorkomen aanbeveelt, zou een nieuwe resolutie die de vorige herhaalt een verspilling betekenen van uw tijd en van het geld van de belastingbetaler.
Dit project van een zoveelste resolutie van het Europees Parlement is puur opportunistisch. Het heeft tot doel de campagne van de Renaissance partij (groep RENEW) te voeden voor de Europese verkiezingen. Emmanuel Macron heeft dit debat expliciet opgewekt met dit doel.
Emmanuel Macron weet nochtans dat de toevoeging van abortus in het Handvest geen succes zal hebben, vermits hij die reeds trachtte te verkrijgen tijdens het Franse voorzitterschap van de EU. Macron heeft toen afgezien van dit project, omwille van de ondervonden moeilijkheden.
Alle afgevaardigden die het invoegen van abortus in het Handvest promoten dienen de campagne van RENEW voor de Europese verkiezingen, bijzonder op Frans niveau.
Op Europees vlak heeft dit initiatief als enig effect de verdeeldheid in de schoot van de Unie te vergroten en een soort culturele oorlog gaande te houden tussen landen van de EU.
Het verbetert geenszins de situatie van de vrouwen voor wie het voornaamste probleem niet de toegang tot abortus is, maar abortus zelf, zijn oorzaken en gevolgen.
Abortus in Europa
Emmanuel Macron is slecht geplaatst om de les te spellen in deze materie. Niet alleen is het abortuscijfer in Frankrijk het hoogst in Europa, maar het daalt niet in vergelijking met de andere Europese landen. Frankrijk ging van 202.180 abortussen in 2001 naar 234.300 in 2022, een record. Daarentegen is het aantal abortussen met de helft verminderd in Italië sinds 2000, gaande van 135.133 naar 63.653. Hetzelfde in Duitsland waar men volgens Eurostat van 134.609 daalde tot 94.596.
Deze daling is niet enkel te wijten aan de veroudering van de bevolking, want het abortuscijfer per geboorte is behoorlijk gedaald. Volgen Destatis en Istat is het tussen 2001 en 2021 gedaald van 151 naar 119 abortussen per 1000 geboortes in Duitsland en van 265,9 naar 159 abortussen per 1000 geboortes in Italië. In Frankrijk blijft het rond 300 abortussen voor 1000 geboortes (INED). In Hongarije werd het aantal abortussen gehalveerd tussen 2010 en 2021, gaande van 40.449 naar 21.907 abortussen per jaar, zonder dat de toegangsvoorwaarden voor zwangerschapsonderbreking beperkt werden. Dat is niet te wijten aan de veroudering van de bevolking, maar aan een sociale politiek. Het abortuscijfer per vrouw in vruchtbaarheidsleeftijd is inderdaad met meer dan 42% gedaald in deze periode, gaande van 16,9 naar 9,8 abortussen per 1000 vrouwen.
Deze daling is het bewijs dat een preventiepolitiek toelaat in enkele jaren tijd, het aantal zwangerschapsonderbrekingen te doen dalen zonder zelfs de wettelijke toegangsvoorwaarden te beperken.
We blijven ter beschikking voor bijkomende informatie over de hierboven aangehaalde argumenten.
Nicolas Bauer
Gregor Puppinck (directeur)
Bron: https://eclj.org/abortion/eu/union-europeenne–arguments-contre-lajout-de-lavortement-dans-la-charte?lng=en. Deze tekst werd uit het Frans vertaald door Jos en Helene Van Dyck.