Zouden Franse katholieken het onderzoek, de studie van de filosofie, van de letteren en van de sociale wetenschappen minachten? Deze hypothese formuleert François Henry, leraar en onderzoeker in sociale wetenschappen en auteur van La startup nation au temps de l’écologie (2021, Ed. du Cerf).
De geschiedenis van de Kerk is niet los te denken van die van haar grote intellectuele figuren. Van de Kerkvaders tot de heilige Johannes Paulus II en Benedictus XVI, via Albertus de Grote, Sint-Thomas van Aquino en nog vele anderen, werd intellectueel werk altijd gemotiveerd om de figuur van Christus beter te leren kennen, de overdracht van het geloof en de ontwikkeling van de Kerk beter te verwezenlijken.
Onder de negen pausen van de 20ste eeuw hebben er zeven een doctoraatsthesis geschreven. Onder de kardinalen van gisteren en van vandaag waren velen doctor en universitair. Na deze vaststelling stelt zich de volgende vraag aan de katholieken van vandaag: waartoe roepen de getuigenissen van het leven van deze grote figuren van de Kerk op? Tot de heiligheid? Jazeker! Tot nederigheid? Ja. Tot het zijn van een creatieve minderheid die zich ten volle engageert in het verkondigen van het Evangelie? Natuurlijk. De roeping van deze grote figuren van de Kerk was onverbrekelijk verbonden met hun intellectueel onderzoek, niet als doel op zich maar als middel, door het geloof en de rede, om een leven te voeren dat zo coherent en zo eenvormig mogelijk zou zijn met Christus in het middelpunt.
Een belangrijke paradox
Er is echter vandaag een belangrijke paradox onder de Franse katholieken. Katholieke leken vinden het zeer goed dat de priesters alvorens gewijd te worden, lange zware studies van filosofie en theologie volgen, terwijl ze tezelfdertijd glimlachen om een jongeman die zich inschrijft voor studies in letteren of filosofie. “Filosofie, dat is goed voor priesters, tijdverlies voor leken”: dat zou de samenvatting kunnen zijn van de verhouding van tal van katholieken tot de studie van letteren en van menswetenschappen, en zelfs van natuurwetenschappen.
Op dat punt doen ze mee met de tijdsgeest. Volgens hen zou men met dit type studies niet inzetbaar zijn. En wat te zeggen als een van die jongeren zich soms wil wagen aan onderzoek in literatuur, sociale wetenschappen of filosofie, zelfs in wiskunde of in natuurkunde! Nochtans is er logica en eenheid. Onderzoeker van God, universitair onderzoeker: er is zoeken naar waarheid, dus convergentie, wederzijdse stimulering, gezonde wedijver.
Investeren
Overigens is dat ook een oproep van het tweede Vaticaans Concilie: “Bovendien moet men alles doen om iedereen het besef bij te brengen van zijn recht en zijn plicht zichzelf cultureel te ontwikkelen en anderen in dit opzicht te helpen.” (Gaudium et spes, nr. 60, 3). Enkele jaren geleden hoorde ik een bisschop zeggen: “Men zou moeten investeren in vijftig jongeren die een profiel van intellectueel hebben. Vijftien van hen zullen doorbreken, de jongsten kunnen opleiden en deelnemen aan het publiek debat over maatschappelijke vraagstukken.” Investeren wordt hier gebruikt in de volle betekenis van het woord.
In zijn bekende encycliek Fides et ratio (“Geloof en rede”) riep Johannes Paulus II op om zich te engageren in universitair werk omdat filosofie een “grote verantwoordelijkheid” heeft die bestaat in “het vormen van de gedachte en de cultuur”. Sommige moeilijkheden kunnen overwonnen worden “door een intelligente filosofische en theologische vorming, die in de Kerk nooit mag ontbreken. (…) Het leek me dringend noodzakelijk door deze encycliek te herinneren aan het groot belang dat de Kerk hecht aan de filosofie”. Hij spreekt zo over “de inspanning van het onderzoek” en over onderzoekers die blijk geven van “moed”. Hun werk is een “opdracht”, een “zware last”, een “plicht”. In deze zin is het werk van onderzoek, onderwijs en overdracht een dienst.
Het fideïsme
Johannes Paulus II begon Fides et ratio met de bekende formule: “Geloof en rede zijn als twee vleugels waarmee de menselijke geest zich verheft om de waarheid te beschouwen”. Welnu, Jean-François Colosimo merkte in Le Figaro op 17 december 2021 op dat “het Frans katholicisme, dat van oudsher intellectueel en sociaal was, een piëtistische wending gekregen heeft met de charismatische beweging die van de andere kant van de Atlantische Oceaan kwam.”
In dit opzicht zijn de huidige Franse katholieken blootgesteld aan meerdere zwakheden. Ten eerste sluiten ze zich in zekere zin aan bij de wereldgeest: zij zoeken naar een onmiddellijke voldoening en doeltreffendheid, verkiezen de evangelisatie op straat (wat uiteraard zeer goed is en te doen) boven de ascese van het denkwerk. Ten tweede is er een reëel risico op fideïsme, vanwege jongeren of van bepaalde nieuwe gemeenschappen. Het fideïsme dat deel uitmaakt van de hedendaagse overdrijving van de subjectiviteit is een soort minachting van de rede die de intelligentie en het begrip van het geloof veronachtzaamt. Ten derde, het risico van tegengetuigenis. Elke christen die zijn leven eenvormig met Christus wil maken, zou ernaar moeten streven een kennis van de catechismus te hebben dat tenminste overeenstemt met zijn niveau van professionele verantwoordelijkheid.
Mensen met diploma’s
De katholieken maken vaak deel uit van de mensen met diploma’s. Een gebrek aan filosofische en theologische vorming doet hen het gevaar lopen mee te werken aan manieren van redeneren, bijvoorbeeld economische, die niet in overeenstemming zijn met het geloof, des te meer onder invloed van de integrale ecologie. Meer in het algemeen betekent het verwaarlozen van de rede het risico lopen van intellectuele luiheid, wat leidt tot het aanhangen van stellingen die wel ver van de werkelijkheid liggen, ook buiten het religieus vlak. Tenslotte is er het gevaar dat deze zwakheden toenemen naarmate het aantal priesters in het Westen afneemt in de loop van de volgende decennia.
Over actuele sociale kwesties heeft de Kerk uiteraard expertise, maar die moet dieper op de zaak ingaan om de huidige wereld beter te begrijpen en te zien hoe haar behoeften te beantwoorden. Zonder onderzoek om door te geven en “het denken voort te brengen”, riskeren de beschouwingen van de katholieken zeer in het rond te draaien en achterop te raken ten opzichte van de evolutie van de samenleving. Het erfgoed van de pausen en van de grote figuren van de Kerk nodigt de katholieken uit om het werk van onderzoek en onderwijs serieus te nemen.
François Henry is leraar-onderzoeker in sociale wetenschappen. Hij publiceerde dit artikel in de krant “La Croix” onder de titel “Les catholiques français préfèrent l’évangelisation de rue à l’ascèse du travail intellectuel”. Bron: https://www.la-croix.com/Debats/catholiques-francais-preferent-levangelisation-rue-lascese-travail-intellectuel-2023-03-02-1201257450. Deze tekst werd uit het Frans vertaald door Jos en Helene Van Dyck.