Velen stellen zich vragen omtrent de islam. “De islam en het Westen” is de titel van een boek van Samir Khalil Samir, een Egyptisch specialist van het christelijke en mohammedaanse Oosten.
Samir Khalil Samir, is geboren te Caïro in 1938. Hij is kopt en jezuïet. Hij woont in Beiroet waar hij onderwijst aan de Sint-Jozef Universiteit. Hij is tevens professor aan het Pauselijk Instituut voor het Oosten te Rome, na dit te zijn geweest aan de Universiteit van Caïro, aan de Sophia-Universiteit van Tokyo, aan de Georgetown University van Washington, in Groot-Brittannië, in Oostenrijk, te Hong-Kong, in Nederland en in Palestina. Hij is stichter van CEDRAC (Centre de documentation et de recherches arabes chrétiennes), en voorzitter van de International Association for Christian Arabic Studies. Hij is ook de auteur van zowat vijftig werken en van meer dan duizend artikelen over de islam en het christelijke Oosten.
Zijn curriculum vitae maakt hem tot specialist van de kwestie. Zijn geboorteplaats en zijn christelijk geloof maken van hem een bevoorrecht observator en, zoals hij het zelf zegt, als “een soort brug tussen twee oevers”, want “wij zijn anders dan westerlingen omdat wij Arabieren zijn, maar wij verschillen ook van de moslims, omdat wij christenen zijn” (blz. 228).
Zijn boek is de vrucht van lange besprekingen met twee journalisten, Giorgio Paolucci, van l’Avvenire, specialist van de aanwezigheid van de islam in Europa, en Camille Eid, een Libanees journalist die in Italië woont. Het boek bestaat uit 111 vragen en antwoorden en enkele bijlagen die een korte chronologie van de islam weergeven, enkele cijfertabellen over de aanwezigheid van de moslims in Europa en een woordenlijst.
De antwoorden van professor Samir Khalil Samir zijn zowel duidelijk als bezadigd en zeer goed gedocumenteerd. Zij richten zich tot het grote publiek. Soms zijn ze “politiek incorrect”, maar altijd met bewijsgronden voorzien: de auteur gaat geen delicate of moeilijke vragen uit de weg.
De eerste vragen willen ons de persoonlijkheid van Mohammed leren kennen en de geschiedenis van de islam, fundamentele elementen om deze godsdienst, waarin thans een miljard tweehonderd miljoen mensen zich terugvinden, te begrijpen.
Vervolgens wordt een hele reeks problemen benaderd waarmee de islam sedert altijd werd geconfronteerd en die zeer actueel blijven: het probleem van de interpretatie van de Koran, het gezag binnen de moslimgemeenschap, de islamitische opvatting van de rechten van de mens, het probleem van het statuut van de vrouw, het vraagstuk van de godsdienstvrijheid, de betekenis van de jihad of heilige oorlog, de betrekkingen met de moderniteit en met het Westen. Dit boekdeel is bijzonder leerrijk, want het licht ons in omtrent een hele reeks van problemen waaromtrent wij dikwijls slechts een zeer benaderende visie hebben, ja zelfs een naïeve.
Volgens de auteur is het centraal probleem dat de islam stelt dit van de onafscheidelijke band tussen godsdienst, maatschappij en staat. De godsdienst bepaalt de burgerlijke wet en het privé-leven. De niet-moslim moet in een inferioriteitsstatus leven (wordt geduld mits zekere voorwaarden, als hij christen is of jood; is verplicht zich te bekeren wanneer hij niet gelovig is) en de mensenrechten worden afgemeten volgens de maatstaf van de sharia. Zolang dit probleem blijft bestaan zal het gelijktijdig bestaan van het Westen met de islam problematisch blijven.
Tenslotte bespreekt het boek het probleem van de aanwezigheid van de moslims in Europa en hun samenwonen met andere culturen. Als voorbeeld vat ik hier in het kort de visie samen die Samir Khalil Samir ontwikkelt op het zeer actueel vraagstuk van het samenwonen van de culturen. Voor de Egyptische jezuïet zijn er drie modellen van integratie: de assimilatie, de melting pot of de multiculturele maatschappij.
Het eerste model, van toepassing in Frankrijk, heeft grenzen want “het houdt in en vereist een absolute identificatie van de burger met de staat. Dit kan onmogelijk worden gerealiseerd of in de realiteit worden beheerd” (blz. 182).
De melting pot komt overeen met het Amerikaans model, dat zijn verdiensten heeft, maar ook zijn verkeerde kanten, want de goed geïntegreerde minderheden worden progressief meerderheden die een hele reeks verworvenheden van de Amerikaanse maatschappij terug in vraag stellen.
De multiculturele maatschappij vindt geen genade bij onze auteur, want voor hem is ze een utopie die voortkomt uit het cultureel en juridisch relativisme en die de vorming van getto’s begunstigt. Zij benadeelt voornamelijk de christelijke cultuur.
Samir Khalil Samir is voorstander van een model van “verrijkte identiteit”, een cultuur, een geschiedenis, een basis-identiteit, die geschikt is de waardevolle elementen van andere culturen op te nemen. “Daarom zijn de immigrantengolven en de groei van de islamitische gemeenschappen een echte, lastige uitdaging, niet alleen voor de Italiaanse samenleving maar voor heel Europa, dat zich genoodzaakt ziet stil te staan bij de vraag hoe het cultuurhistorisch is opgebouwd en aan welke idealen en waarden het als groep, natie en uniek onderdeel van de mensheid zijn identiteit ontleent” (blz. 186).
Moet men uiteindelijk de islam vrezen? “De redenen om de islam niet te vrezen” is nl. de titel van de Franse versie van dit boek. Bij het omslaan van het laatste blad, kan iedereen zich daarover een idee vormen; in ieder geval is het de moeite waard de realiteit van deze godsdienst beter te leren kennen, ofwel om zekere potentiële gevaren te identificeren en ze beter op te vangen, ofwel om de uit oppervlakkige beoordelingen ontstane vrees te bezweren.
Stefaan Seminckx is priester, doctor in de geneeskunde en in de theologie. Deze tekst werd uit het Frans vertaald door Walter Van Goethem.
Het boek van Pater Samir Khalil Samir is te koop bij didoc shop: hier klikken om het te bestellen.