Een gewezen Femen-activiste komt terug op haar vroegere acties tegen de katholieke Kerk en biedt haar verontschuldigingen aan.
Ik was een Femen-activiste van 2012 tot 2015. Gedurende deze jaren heb ik meerdere acties gevoerd tegen de katholieke Kerk, o.a. tijdens een campagne ten gunste van het homohuwelijk. Dat was elf jaar geleden. Vandaag zijn mijn overtuigingen en mijn aanvoelen geëvolueerd. Ik wil jullie uitleggen waarom, en ik wil mij verontschuldigen bij de katholieken.
Het is weldra vijf jaar dat ik mij verzet tegen de transgenderideologie. In het begin voerde ik actie tegen fundamentele zaken, zoals de aanwezigheid van mannen in de vrouwensport. En dan ben ik dieper op het onderwerp ingegaan en begreep ik dat, afgezien van het gevaar voor vrouwen en kinderen, de transgenderideologie een bedreiging vormt voor de beschaving. Het transgenderisme creëert niet, het vernielt. Het hemelt de verwoesting van het lichaam op, het niet eerbiedigen van het levende, de vernietiging van de verschillen tussen mannen en vrouwen, de vernieling van ons aangeboren zijn, en van de cultuur die ons verenigt. Dat behoort bij de doodsdrift en zelfhaat.
Ik vraag mij af of ik, toen ik de katholieke religie aanviel, mij zelf ook niet bevond in een logica van vernieling en zelfhaat. Hoewel ik ongelovig ben, werd ik gedoopt, heb ik mijn eerste communie gedaan en vooral ben ik opgegroeid in een land waarvan de geschiedenis, de architectuur en de zeden gevormd zijn door de Kerk. Dat afwijzen, al schreeuwend de Notre-Dame in Parijs binnengaan, was een manier om een deel van Frankrijk te beschadigen, dat wil zeggen een deel van mijzelf. Toen ik 22 jaar was besefte ik dat niet. Nochtans hield ik van die kathedraal; ik herinner me dat ik de dag na de brand ben gaan huilen ik een kerk. Maar het gebeurt dat men slecht bemint.
Mijn verzet tegen transgenderisme maakte een patriot van mij. Toen zowat mijn hele omgeving mij afwees omwille van mijn standpunten, realiseerde ik me dat mijn land mijn enig diep houvast was, en dat het nu in gevaar is, verwaterd in de mondialisering en misvormd door de massale immigratie. Dat heeft mij conservatief gemaakt. Ik besefte dat het absoluut nodig was te redden wat ons nog overbleef, dat men alles niet permanent kon opnieuw creëren en het verleden verwerpen onder het voorwendsel dat het onvolmaakt was. Frankrijk is een katholiek land. Dat moet het blijven, en daarom moeten we doorgaan zijn rituelen te doen beleven.
Enkele weken geleden nam een vriend mij mee naar de mis voor Philippine [een jonge studente die, laatst in september, vermoord werd teruggevonden]: “Men moet zijn doden plechtig herdenken”. In de schoonheid van de kathedraal, van de gezangen, van de ceremonie, voelde ik dat ik deel uitmaak van een grote beschaving. E.H. Grosjean herhaalde meermaals dat ongelovigen hier perfect op hun plaats waren. Ik dacht bij mezelf dat men zoiets nooit zou horen in een moskee. Natuurlijk zal niets Philippine terugbrengen, en niets zal hersteld worden. Maar dit laatste ritueel rond haar die het rijk van de doden ging vervoegen was zorg dragen voor het rijk van de levenden.
Rituelen brengen ons bijeen, ze brengen rust, soms herstellen en leiden ze onze emoties in goede banen, ze verankeren ons in het heden terwijl ze ons herinneren aan wat ons voorafging. “Samenleven” is een theoretisch begrip, rituelen zijn een toepassing ervan in de realiteit. Veel van onze riten zijn afkomstig van de katholieke Kerk, en zelfs ongelovigen zouden moeten strijden om ze te behouden. En dan is er nog iets anders, iets wat ons overstijgt. De klokkentorens die boven ons uitsteken en die onze landschappen met geluid kleden. De grootheid van de gebouwen. De verwondering bij het betreden van een kerk. De schoonheid. En het geloof van de gelovigen. Ik ben diepbedroefd dat met de voeten getreden te hebben.
Door mij te verdiepen in het onderwerp “trans-”, begreep ik dat transgenderisme een transhumanistisch project was, waarin het menselijk wezen zich gedraagt als zijn eigen schepper. Dat maakt mij bang, want wat doet men met het onbekende, het mysterie, de betovering, met wat ons overstijgt? Dat maakt mij bang want ik geloof dat het menselijk wezen op zijn plaats als schepsel moet blijven en niet als schepper. Zonder in God te geloven, kom ik uiteindelijk op bepaalde punten tot dezelfde conclusies als de katholieken.
Dus ja, in overeenstemming met de wet van 1905, meen ik nog altijd dat de godslastering een recht is dat beschermd moet worden. Als de Staat geen enkele religie erkent, dan moet het mogelijk zijn te kritiseren, zelfs de spot te drijven met een religieuze instelling op dezelfde wijze als met een politieke instelling. Maar indien blasfemie legaal is, is het toch niet altijd moreel.
Het is nu in de mode om katholieken zwart te maken, en hen door te laten gaan voor Oudfranse idioten, onvoldoende bij de tijd om het statuut menselijk wezen te verdienen. Vroeger heb ik van dat klimaat gebruik gemaakt om immoreel te handelen, terwijl ik het hielp versterken. Ik bied mijn oprechte verontschuldiging aan daarvoor.
Bron: https://www.famillechretienne.fr/43698/article/marguerite-stern-ex-femen-pourquoi-je-mexcuse-aupres-des-catholiques. Deze tekst werd uit het Frans vertaald door Jos en Helene Van Dyck.