Enkele beschouwingen aan de vooravond van de vastentijd, geïnspireerd door de huidige omstandigheden.
Wanneer de heilige Paulus zijn brief aan de Filippenzen schrijft, verblijft hij in de gevangenis — in “lockdown” zouden we vandaag zeggen. Hij zegt hun: “en ik bid, dat uw liefde steeds meer moge winnen aan kennis en zedelijk inzicht, om een beter onderscheid te maken van wat belangrijk is” (Fil. 1, 9-10). Ook voor ons kan de lockdown een gelegenheid zijn om te bidden voor een beter onderscheid van wat belangrijk is, want wanneer God het onheil toelaat is dat opdat wij er een veel groter heil uit zouden halen.
In datzelfde eerste hoofdstuk van zijn brief aan de Filippenzen, is het voor de heilige Paulus duidelijk wat belangrijk is: “Want leven is voor mij: ‘Christus’ en sterven dus een gewin” (Fil. 1, 21). Wat betekent dat voor ons, in 2021, gedurende deze pandemie, op de vooravond van de vastentijd?
1. Leef het ware leven
Het “ware leven” (Benedictus XVI) is niet het leven van het lichaam, het fysiologisch leven, beperkt door het dragen van een mondmasker, de sociale distantiëring, het isolement, enz., maar de innerlijke vrijheid eigen aan het goddelijk leven, aan het leven van Christus in ons. De echte schatten vindt men niet buiten. De enige ware schat in ons leven bevindt zich in ons: Christus die leeft in onze ziel in staat van genade. Als wij er ons van bewust zouden zijn wat het leven van genade betekent! “Het kleinste beetje genade is meer waard dan alle rijkdommen van de wereld”, zei de pastoor van Ars.
Dat wil niet zeggen dat we “met het hoofd in de wolken” moeten leven, en niets te maken hebben met de alledaagse dimensies van het bestaan en de pijnlijke gevolgen van de pandemie. Het wil zeggen dat om weerstand te bieden aan de storm buiten, wij ons hart moeten verankeren in het essentiële.
2. Wees niet bang voor de dood
Als het “ware leven” het leven van God in ons is, kunnen we begrijpen dat voor de heilige Paulus “sterven een gewin is” want de dood geeft ons toegang tot de volheid van het leven in God.
Toch voegt de Apostel eraan toe: “maar meer noodzakelijk is het omwille van u, dat ik blijf leven in het vlees” (Fil. 1, 24). Men moet dus niet naar de dood verlangen, of er zich overmoedig aan blootstellen, want “het leven en de lichamelijke gezondheid zijn kostbare goederen die ons door God toevertrouwd zijn. We moeten er op een gepaste wijze voor zorgen, rekening houdend met de noden van de anderen en met het algemeen welzijn.” (Catechismus van de Katholieke Kerk, nr. 2288) Men moet ook niet voortdurend in doodsangst leven, want de dood maakt deel uit van het leven en wij weten dat God — die een liefhebbende Vader is — ons tot zich zal roepen op het beste ogenblik en op de beste manier.
“Op een gepaste manier zorgen” voor onze gezondheid betekent — vandaag en nu — met gezond verstand de hygiënemaatregelen die door de overheid opgelegd worden te respecteren, eens te meer omdat wij allen solidair zijn: wie zichzelf niet beschermt brengt de anderen in gevaar.
3. Breng God dank
De heilige Paulus begint zijn brief aan de Filippenzen met deze woorden: “Ik breng dank aan mijn God — zo dikwijls ik aan u denk” (Fil. 1, 3). En vanuit de gevangenis herinnert hij aan de wonderwerken die de Heer realiseert in de ziel van zijn leerlingen.
Ja zeker, we beleven moeilijke tijden. Maar zoals de Heer voortdurend tot Jeremias zei, in de 6de eeuw voor Christus, geconfronteerd met de ruïne van de tempel van Jeruzalem en de ballingschap in Babylonië, Ik zal met u zijn. Ook vandaag is de Heer voortdurend met ons, in onze ziel, in de Eucharistie, in de andere sacramenten, in zijn Woord, in de intieme dialoog van het gebed, in de mensen rondom ons — in het bijzonder diegenen die lijden —, in de gebeurtenissen in ons leven — die evenveel uitnodigingen zijn van Jezus om dank te zeggen of om ons aan Hem te hechten —, in de schoonheid van de natuur, enz. Jezus toont ons ook heel de volheid van zijn Liefde op het Kruis, die hij met ons wil delen. Laten wij God danken voor zijn tegenwoordigheid onder ons en in ons.
Deze moeilijke tijden maken deel uit van het goddelijk plan, zoals de ondergang van Israël in de tijd van Jeremias, ondergang die een beslissende ommekeer teweegbracht in de geschiedenis van het Volk Gods, een innerlijke zuivering, een diepgaande bekering.
Het dient tot niets ons leven door te brengen in zelfbeklag. Dat is ook een fout perspectief: “We weten ook, dat God alles ten goede leidt voor hen, die Hem liefhebben, die naar zijn voorbeschikking zijn geroepen” (Rom. 8, 28).
4. Houd van de Eucharistie
De Eucharistie is de kern van ons leven, want ze is het verlossend offer van Christus, actueel gemaakt, opnieuw aangeboden, en ze biedt ons het Lichaam, het Bloed, de Ziel en de Godheid van Jezus als voedsel.
Sommigen vrezen dat de beperkingen die opgelegd zijn voor de viering van de Eucharistie op termijn een vervreemding van de gelovigen veroorzaken. Een omgekeerde reactie zou veel logischer zijn: versterkt de afwezigheid van voedsel de honger niet? Doet het ontbreken van een essentiële realiteit in ons leven ons niet de onvervangbare waarde ervan ervaren?
Laten wij, meer dan ooit, naar de mis gaan, ook op weekdagen. En als er geen missen zijn — of niet genoeg door de beperkingen — laten wij dan de priesters aanmoedigen om meer vieringen te organiseren. Daarvoor zijn ze in eerste instantie priester gewijd, om Christus toe te laten zich aan alle zielen te blijven offeren voor het heil van de wereld.
Het is een kwestie van geloof en van liefde. Indien men in iedere mis 1.000 euro kreeg aan het einde van de viering, zouden onze kerken vol zitten. Voor geld zijn we tot alles bereid, maar niet om het Lichaam en Bloed van God die zich voor ons overgeleverd heeft te ontvangen. Op het moment dat de hele planeet een vaccin najaagt dat het virus wegneemt van de wereld — wat begrijpelijk en gerechtvaardigd is — miskent men het Lam Gods dat wegneemt de zonden der wereld, een dodelijk virus voor de ziel.
Maar, zegt men ons, de missen met beperkt publiek zullen ontevredenen veroorzaken. Men kan deze beperking, die willekeurig lijkt in vergelijking met wat in andere context toegelaten is, betreuren. Ongetwijfeld moet men iets doen om deze beperking op te heffen. Maar indien — hier en nu — mijn buurman een plaats heeft in de mis en ik niet, zal ik in plaats van te zeuren, zijn vreugde tot de mijne maken en mijn teleurstelling tot mijn bijdrage aan het verlossend offer van Christus. Wie van de Eucharistie een bron van verdeeldheid meent te maken, heeft de Eucharistie, het sacrament van de eenheid niet begrepen.
5. Bekritiseer niet
Het zou even tegenstrijdig zijn dat de Eucharistie een andere vorm van verdeeldheid zou veroorzaken: kritiek, privé of publiek, in de media en de sociale netwerken, op de priesters of de bisschoppen van wie men de herderlijke keuzes in de context van de pandemie niet waardeert. “Hieraan zullen allen erkennen dat gij mijn leerlingen zijt, wanneer gij elkaar liefhebt” (Joh. 13, 35). Wie kritiek levert in naam van Christus toont zich een erbarmelijke leerling van Christus.
Onze priesters en bisschoppen hebben nood aan ons gebed, onze genegenheid, onze diepe eenheid met hen. Indien we van mening zijn dat we hen een gezichtspunt kunnen aanvoeren, hen nieuwe gegevens kunnen bezorgen, hen hulp bieden, hen raad geven of aanmoedigen, laten wij hen dan aanspreken of schrijven met de grootste eerbied en de grootste naastenliefde. Maar laten wij afzien van kritiek.
6. Breng eerherstel
Indien de pandemie — het Kruis — sommigen van God verwijdert in plaats van dichterbij te brengen, indien Jezus alleen gelaten wordt in de tabernakels, als de eucharistische tafel verlaten is, laat ons dan eerherstel brengen voor ons gebrek aan liefde en dat van alle mensen.
Laten we niet vergeten: de eerste die gekwetst wordt door de onverschilligheid ten opzichte van God, is God zelf. Zijn Hart lijdt, naar de maat van zijn oneindige Liefde.
Eerder dan te staren naar onszelf, jammerend om de achteruitgang van de religieuze praktijk, laten wij trachten een liefdevolle reactie te tonen, door God te aanbidden, door hem te troosten, door hem meer genegenheid en tederheid te tonen, meer fijngevoeligheid in de vroomheid, door tijd door te brengen met hem aan de voet van het Kruis. Laten wij proberen hem alle gebrek aan liefde op aarde te doen vergeten. Laten we hem vaker gezelschap houden in de tabernakels van de kerken.
Laten we ook eerherstel brengen voor de “cultuur van de dood” (heilige Johannes Paulus II), die zich steeds meer uitbreidt, zelfs in deze periode van pandemie. Op het moment dat het coronavirus honderdduizenden over heel de wereld doodt, is het zeer pijnlijk en paradoxaal — in de eerste plaats voor Jezus — te zien hoe sommige landen zich bijzonder toeleggen op het legaliseren van euthanasie en abortus, of de toepassing ervan uit te breiden.
7. Ga te biechten
Men kan gaan biechten tijdens de pandemie. Dat is niet verboden. Men heeft de indruk dat christenen maar weinig biechten. Alsof we Gods vergeving niet nodig hebben.
De beste lockdown is de terugkeer naar het Vaderhuis, vooral ter gelegenheid van de vastentijd: “Ik wil opstaan en naar mijn vader gaan, en hem zeggen Vader, ik heb gezondigd tegen de hemel en tegen U” (Luc. 15, 18).
8. Beleef de gemeenschap van de heiligen
“…altijd, bij al mijn gebeden voor u allen. En ik verricht mijn gebed met blijdschap, omdat gij van de eerste dag tot nu toe uw deel hebt bijgedragen tot de prediking van het evangelie” (Fil. 1, 4-5): nog woorden van Paulus, opgesloten in zijn gevangenis, gelukkig omdat hij intens verbonden is met zijn broers en zussen in het geloof.
De gemeenschap van de heiligen is een machtig tegengif tegen de sociale distantiëring. In het gebed en in de Eucharistie, vinden wij al diegenen terug die, in Christus, één lichaam vormen, zijn mystiek Lichaam, dat de Kerk is. Laten wij speciaal verbonden zijn met diegenen die lijden in de wereld, hetzij door de pandemie hetzij door zoveel andere kwalen die de mensheid treffen.
9. Spreek met God
“Maar als gij bidt, ga dan uw binnenkamer in, sluit de deur, en bid uw Vader in het verborgen; en uw Vader, die in het verborgen ziet, zal het u vergelden” (Mat. 6, 6). Onze gedwongen afzondering schept de ideale voorwaarden voor het gebed. Laten we gebruik maken van de omstandigheden om de waarde van de stilte, van de meditatie, van het openhartig gesprek met God te herontdekken.
10. Doe alles met veel liefde
“Het geheim om reliëf te geven aan de meest eenvoudige dingen, zelfs de meest vernederende, is lief te hebben” (heilige Josemaría). Het geheim om vrij te zijn, is liefhebben. Het geheim om kleur te geven aan de grauwheid, is liefhebben. Het geheim om de sleur van de tijd te overwinnen, is een venster te openen naar de eeuwigheid, door veel liefde te geven aan God en aan de anderen in al wat wij doen, vooral in datgene dat ons moeite kost. Zo (…) kan geen hoogte of diepte, noch enig ander schepsel ons scheiden van Gods liefde in Christus Jezus, onze Heer (Rom. 8, 39).
Stefaan Seminckx is priester, doctor in de geneeskunde en in de theologie. Deze tekst werd uit het Frans vertaald door Jos en Helene Van Dyck.