Op 10 juni laatstleden heeft paus Franciscus de vertegenwoordigers ontvangen van FAFCE (Fédération des Associations Familiales Catholiques en Europe) ter gelegenheid van de 25ste verjaardag van de stichting.
Wanneer hij zijn ongerustheid in verband met de verspreiding van pornografie uitdrukt, gebruikt de paus heel sterke woorden: hij spreekt van een “permanente aanval op de waardigheid van man en vrouw” en van een “bedreiging voor de volksgezondheid”.
Een duidelijke stellingname die wel erg verschilt van de gangbare opinie: want voor de meesten behoort de kwestie van de pornografie tot de sfeer van de individuele vrijheid, en wordt ze pas een probleem dat behandeld moet worden als er sprake is van een pathologische verslaving. Dan verplaatst de kwestie zich naar het domein van de geestelijke gezondheid, terwijl het een individueel probleem blijft, dat eventueel enkel de persoon zelf en zijn of haar persoonlijke zwakheid betreft.
Maar is dat werkelijk zo? De menselijke seksualiteit is steeds een bron van grote tegenstellingen geweest en het zou ook niet anders kunnen: voor de mens is en zal seks steeds een struikelblok en een bron van schandaal zijn, want seks betekent het cruciaal punt waar natuur en cultuur elkaar ontmoeten.
De hoeksteen van elke cultuur gaat over de manier waarop de mens erin slaagt de centrale kwesties van het bestaan die betrekking hebben op leven en dood, te symboliseren, en seksualiteit bevindt zich juist op het kruispunt van deze kwesties: door de seksuele ontmoeting gebeurt immers het doorgeven van het leven, maar het leven doorgeven duwt ons ook naar de dood om plaats te maken voor de volgende generatie.
De natuurlijke seksuele drift wordt cultuur doorheen de betekenissen die wij eraan weten te geven, door middel van de heel menselijke vaardigheid om de zuiver biologische waarden te overstijgen om ze te verrijken met vragen en antwoorden. Dat is de geschiedenis van onze beschaving: seksualiteit verbinden met het thema van de liefde, van trouw, van de waarde van de ander, heeft het mogelijk gemaakt steeds meer plaats te maken voor respect voor vrouwen en meer waarde toe te kennen aan relaties.
Het gaat niet om een natuurlijke overgang, maar om een cultureel parcours: een parcours waarin de christelijke cultuur zonder twijfel een hoofdrol heeft gespeeld. Welnu, de verspreiding van pornografie wijst op het gevaar van een terugkeer naar de seksualiteit als behoefte, losgekoppeld van de relatie, zonder enige zin of waarde. De alarmkreet van de paus helpt ons om duidelijker het gevaar te zien om af te glijden naar een wereld die het onvermijdelijk en misschien zelfs wenselijk acht om terug te keren naar het scheiden van de seksuele ervaring van de liefde en van de relatie.
De boodschap die wij in ons tijdperk ontvangen, lijkt als volgt: seks is niet meer dan een recreatieve bezigheid voor volwassenen en een instinctieve uitlaat voor de driften waar we recht op hebben. Waarom zouden we het ons dan moeilijk maken door seks en relatie onlosmakelijk met elkaar te verbinden? Maar diep in zijn hart weet de mens wel dat vrijen veel meer is dan wat spelen met seksualiteit: het is een ervaring die iets meer van ons vraagt, om ons oneindig veel meer te geven. Het vraagt van ons te beminnen, om ons het wonder te laten proeven bemind te worden. Herinneren we ons wat Johannes Paulus II gezegd heeft: het tegenovergestelde van liefhebben is niet haten, maar gebruiken. Pornografie is precies dat, een manier de andere te gebruiken voor zijn eigen plezier. Daarom doodt pornografie de liefde.
Mariolina Ceriotti Migliarese is neuropsychiater voor kinderen en psychotherapeute. Bron: https://www.avvenire.it/opinioni/pagine/con-papa-francesco-contro-la-pornografia-che-uccide-la-relazione. Deze tekst werd uit het Frans vertaald door Helene en Jos Van Dyck.