Een boekenshop voor katholieke inspiratie Verzending binnen heel BelgiëPapers over actuele onderwerpen

Zonder ethiek functioneert de markt niet

27 mei 2010

De redenen voor de huidige wereldwijde crisis, besproken door een Nobelprijswinnaar economie.

 

 


Zoals ik schertsend schreef in één van mijn boeken, draagt de crisis een etiket made in USA . We hebben de filosofie van de deregulering (die de crisis veroorzaakt heeft) geëxporteerd en haar toegestaan zich snel te verspreiden over heel de wereld, maar we hebben ook onze giftige hypothecaire leningen geëxporteerd. Ik bedank de Europeanen nog altijd om onze giftige leningen gekocht te hebben en er zo voor te zorgen dat de Amerikaanse crisis niet nog erger is dan ze al is.

 

De situatie is zeer ernstig. Tegenwoordig vindt één Amerikaan op zes, die een voltijdse job zou willen, er geen. Het officiële werkloosheidscijfer is lichtjes onder de 10%, maar het maskeert het feit dat een groot aantal personen halftijdse jobs heeft aanvaard, bij gebrek aan beter. Velen hebben zich teruggetrokken uit de wedloop en zijn, na gedurende een jaar naar werk gezocht te hebben zonder er te vinden, gestopt met zoeken. In de officiële statistieken worden deze personen niet beschouwd als werklozen, maar als “ontmoedigde werkers”. Voor de eerste keer in Amerika is er een zeer groot aantal van deze werklozen dat sinds zeer lang geen job meer heeft. 40% van hen zijn gedurende meer dan zes maanden werkloos en dat is een belangrijk element want hoe langer men werkloos blijft, hoe meer men tast in zijn spaarcenten en hoe meer de competenties afnemen.

 

Men is het erover eens te denken dat de Verenigde Staten opnieuw een normaal werkloosheidscijfer zullen hebben tegen het midden van de eeuw. Wanneer u hoort zeggen dat we slechts 36.000 jobs verloren hebben het afgelopen jaar, en sléchts 36.000, moet toch in herinnering gebracht worden dat we in een normaal jaar ongeveer 150.000 nieuwe aanwervingen zouden hebben.

 

Wat betreft de eigenaars van huizen, het domein waarin de crisis begonnen is, hebben we bijna niets gedaan. Meer dan één Amerikaan op vier moet een lening terugbetalen die hoger is dan de waarde van zijn woning. Dat betekent dat dat bezit een passief geworden is. Dat zal diepgaande effecten op lange termijn op onze economie hebben. Amerika is één van de meest dynamische arbeidsmarkten geweest. Mensen verhuisden dikwijls om van job te veranderen, maar men kan slechts verhuizen als men zijn huis niet tegen verlies verkoopt. Het is dus ook omwille van deze reden dat de arbeidsmarkt tot stilstand gebracht is.

 

Eén van de zaken die een economist het meest stoort is de verspilling van de middelen, d.w.z. het onevenwicht tussen wat de economie zou kúnnen produceren en wat ze effectief produceert. We moeten ons herinneren dat geen enkele regering ooit zoveel geld verspild heeft als de Amerikaanse financiële privésector gedaan heeft, of laten doen: exact drie miljard dollar. Natuurlijk kan men in een grote economie gemakkelijker geld verspillen, maar wat hier zeer storend is, is dat het tegengesteld is aan hoe de markteconomieën zouden moeten functioneren. En we bevinden ons tegenwoordig in een wereldwijde situatie van economische verslapping, waarin er immense mogelijkheden bestaan en tezelfdertijd onvervulde noden.

 

De theorie van de “onzichtbare hand”

De afgelopen tweehonderd jaar is de belangrijkste idee in de economie waarschijnlijk de theorie geweest van Adam Smith van de “onzichtbare hand”. Indien die waar zou zijn, zou dat prachtig zijn. Het is alsof de zoektocht naar ons eigen belang geleid wordt door een onzichtbare hand, boven de maatschappij. Deze idee is prachtig, want ze beweert dat in een markteconomie, waarin de ondernemers de maximalisatie van de winst nastreven, ieders zoektocht naar zijn eigen belang positieve resultaten voortbrengt. De regering is niet langer nodig. Het belangrijkste aspect van deze theorie is dat er geen ethiek nodig is. Het enige wat niet ethisch is, is niet voldoende egoïstisch te zijn. Al wat men moet doen is begrijpen wat zijn eigen profijt is, het gulzig nastreven en de hele maatschappij vaart er wel bij. Ik moet toegeven dat ik zou wensen dat het waar was, omdat het leven dan heel wat simpeler zou zijn.

 

Eén van de aspecten van het theoretisch onderzoek, dat ertoe geleid heeft dat ik de Nobelprijs gekregen heb, handelt over een geheel van vragen die verband houden met de gebrekkigheden van de informatie, die in de economie zo wijd verbreid zijn en die ik de “informatie-asymetrieën” noem. Wat ik aangetoond heb met mijn collega Bruce Greenwald is dat de reden waarom de onzichtbare hand vaak onzichtbaar geleken heeft, is omdat er helemaal geen onzichtbare hand is. Ze bestaat niet. Anders uitgedrukt, het nastreven van ons profijt leidt niet noodzakelijk naar economische efficiëntie. Buitengewoon is dat er nog aanhangers van Adam Smith bestaan, sommigen geloven er nog in. Zelfs als ondanks alles ik niet denk dat iemand echt kan denken dat het gulzig nastreven van winst door de bankiers leidt tot het welzijn van onze maatschappij. Die mislukking zou ons moeten doen nadenken en aantonen dat de theorie die dominant was gedurende 225 jaar, fout is.

 

De ethische dimensie van de markt

Een andere dimensie die volgens mij niet voldoende aandacht gekregen heeft, is de ethische of morele dimensie.

 

In de loop der jaren is er veel strijd geleverd om te weten wat wettelijk was en wat niet; strijd om zo te zeggen voor een ethisch gedrag, waarin nochtans diegenen die geen ethisch gedrag hadden, de overwinning behaald hebben. Sommige houdingen, te veroordelen vanuit ethisch standpunt, zijn erg complex en moeilijk om uit te leggen, andere kan je onmiddellijk begrijpen. Tussen de meest schandalige voorbeelden is er de predatory lending , de “roofleningen”. In bijna alle godsdiensten wordt woeker veroordeeld, omdat ze een asymmetrie van contractuele macht vertegenwoordigt. 30, 40, of 50% interest vragen wordt als een misbruik beschouwd. Welnu, de rente op kredietkaarten bedraagt 30% per maand. Ik wil maar zeggen dat de jaarlijkse rente overeenkomt met 30% per maand. Het gaat hier om een zeer lucratieve rente, één die niet overeenkomt met een simpele vergoeding van het gelopen risico. Zelfs de wettelijke limieten op woeker worden hier met voeten getreden.

 

Velen zullen weten dat we in de Verenigde Staten hebben wat men noemt “Rent-a-Center”, waar men u zegt “we vragen geen interest, we lenen u meubelen”. In werkelijkheid hebben ze de termen veranderd, maar het is hetzelfde, want het gaat om een lening tegen een interestvoet van 50% of meer. Ik heb het geval bestudeerd van een vrouw die voor 300 dollar meubelen gekocht heeft. In twee of drie jaar heeft ze 3000 dollar betaald en nog is ze geen eigenaar van haar meubelen. Het probleem ligt hem werkelijk in de alom verspreide roofleningen. Er is een grote strijd geleverd om te proberen er een einde aan te stellen, maar de roofdieren hebben gewonnen. De crisis toont aan dat, over een zekere tijd, ze in hun eigen val gelopen zijn. Ze zijn het slachtoffer geworden van hun eigen machinaties, maar ook wij zijn er het slachtoffer van geweest, omdat wij op het einde van de rit voor dat alles betalen.

 

Een ander belangrijk aspect houdt verband met de kredietkaarten, meer bepaald het misbruik dat er van gemaakt wordt. Als je de contracten ervan bestudeert, begrijp je dat het om misbruiken gaat die bedreven worden op de kap van personen die niet begrepen hebben dat door hun kaart te gebruiken, ze uiteindelijk 35 dollar betalen voor een kop koffie. Bovendien is het zo dat het bij de armen is dat dit type van bancaire praktijken de grootste winsten opbrengt. Dat zegt genoeg over de ethiek op dit gebied.

 

Waarheid en vertrouwen

Een ander aspect waarover ik in een vorig werk gesproken heb, handelt over de waarheid. Eén van de belangrijkste redenen voor het in het leven roepen van sommige financiële producten was om te verbergen wat er bezig was te gebeuren. Het meest beroemde recente voorbeeld is dat van Goldman Sachs. Het uitgangspunt was dat het toegelaten is om te trachten te regering te misleiden en geen belastingen te betalen. Toen de banken en de revisorenkantoren het middel om de regering te misleiden ontdekt hadden, hebben ze beslist om het ook te gebruiken om hun eigen investeerders te misleiden. Denken we maar aan Enron. Wat de crisis op grote schaal uitgelokt heeft, is onder andere het verdwijnen van de nettoresultaten uit de balansen. Interessant is dat op het einde van de rit, de banken zelf niet meer wisten wat hun balans was. Ze wisten dat ze haar niet konden kennen, en dus ook dat ze haar niet konden kennen van iemand anders en dat is de reden waarom de kredietmarkten bevroren zijn. Dat heeft enorm bijgedragen tot de ineenstorting van de economie.

 

En, aangezien men zo creatief geweest was in de uitwerking van deze misleidende producten, heeft men geprobeerd ze te verkopen. Goldman Sachs heeft dus aan Griekenland een giftig product verkocht om zeker te zijn dat de Europese Unie echt niets meer zou kunnen snappen van de cijfers van deze balansen. Dat heeft zo goed gewerkt dat we de omvang van de oplichting niet echt kennen. Maar het gevolg is dat wanneer eenmaal het vertrouwen verloren is, men zelfs geen vertrouwen meer kan hebben wanneer men het zou moeten hebben. Wanneer een maatschappij het vertrouwen verliest, heeft dat gevolgen op de manier van werken.

 

Er is een andere algemene kwestie die ik wens aan te kaarten. Een van de redenen waarom de economie zo belangrijk is, is dat ze helpt om de maatschappij, de individu’s, te boetseren. Verscheidene studies hebben aangetoond dat hoe meer de mensen economie studeren, hoe meer ze egoïstisch worden, zoals de economisten hun aanraden om te zijn.

 

Het is geen mooie levensvisie, maar ik denk dat het waar is. Het reële gevolg hiervan vind je terug in de verklaringen die de financiële sector gedaan heeft over de motivatie en op het systeem van de premies. In de privé-sector bijvoorbeeld, zijn er leningen toegekend bij de constructie van woningen, wat ons veel geld gekost heeft en wat diegenen veel geld doen verdienen heeft, die hen toekenden, door middel van premievergoedingen die betaald werden om een werk te doen dat slecht gedaan was. Laat ons even nadenken over het begrip premievergoeding. Wat zou men denken van een dokter die in het midden van een chirurgische ingreep, u de prijs vraagt en u zegt: “Ik begin echt moe te worden. Ik ben bezig uw hart eruit te halen. Als u wil dat ik echt aandachtig ben bij het laatste deel van de operatie, moet u mij een bonus geven, zoniet riskeer ik verstrooid te worden.”? Wij zouden dit totaal onaanvaardbaar vinden. De bankiers zeggen dat als we hun slechts 5 miljoen dollar geven, we dan slechts de helft van hun aandacht verdienen. Als we 70% van hun aandacht willen, moeten we hun 10 miljoen dollar geven. Voor 80% van de aandacht, moet nog meer betaald worden.

 

Dat is slechts een voorbeeld van de manier waarop de economie onze maatschappij boetseert en waarop wij deze gedragingen aanvaarden als waren ze natuurlijk. Ik weet niet of bankiers dom of oneerlijk zijn. Maar er is hier wel iets oneerlijks. Als men de bonussen analyseert, ontdekt men dat het in werkelijkheid aanmoedigingen zijn om zich te engageren in extreem geriskeerde ondernemingen en in kortzichtige gedragingen die erop gericht zijn om de bedrijfsleiders geld te laten verdienen ten nadele van de aandeelhouders, van de houders van obligaties en van om het even wie anders in de maatschappij. Er bestaat geen goed bonussysteem. Weten ze dat wel? Indien ze het niét weten, moeten we hen bekritiseren en ons afvragen waarom ze zo goed zouden moeten betaald worden om zelfs niet eens te weten wat een goed bonussysteem is. Indien ze het wéten, gaat het om oplichting.

 

Dit alles roept heel wat belangrijke vragen op over de organisatie van onze maatschappij en over de rol van de winst. En ik denk dat het enige positieve van deze crisis is dat ze leidt tot een hernieuwd onderzoek van de wijze waarop onze maatschappij en onze economie functioneren.

 

Professor Stiglitz geeft les aan de Columbia University . Dit artikel werd gepubliceerd in de Osservatore Romano in het Frans op 13-4-10, p. 7. Het geeft passages weer van een conferentie die gehouden werd door de Nobelprijswinnaar voor Economie 2001 in het kader van een ontmoeting over de mondialisering in het licht van de encycliek ‘Caritas in veritate’, georganiseerd in New York in de zetel van de Verenigde Naties door de Missie van de permanente waarnemer van de Heilige Stoel bij de VN en door de stichting Path to Peace. De vertaling werd verzorgd door Filip Abts. De tussenkoppen zijn van onze redactie.