Een boekenshop voor katholieke inspiratie Verzending binnen heel BelgiëPapers over actuele onderwerpen

Euthanasie en orgaandonatie in België

27 juli 2011

Men beweert dat voor bepaalde patiënten orgaandonatie zin geeft aan hun leven.


 

 

Als je een orgaantransplantatie in België moet ondergaan, is er een kleine kans dat je je leven te danken hebt aan een persoon die stierf door euthanasie.

 

De toestand in België

De complexe opdracht in België — waar in 2002 euthanasie wettelijk werd toegestaan — om de compatibiliteit tussen donors en ontvangers na te gaan, wordt opgenomen door een organisme met de naam Eurotransplant. In 2008 heeft het ethisch comité van dat organisme verklaard dat het afnemen van organen bij euthanasiepatiënten moreel aanvaardbaar was, voor zover men bepaalde gedragsregels respecteert. Deze stelling kreeg in die tijd niet veel aandacht. De criteria werden gepubliceerd in het jaarverslag van Eurotransplant voor het jaar 2008.

 

Ook als het gebruiken van organen die voortkomen van euthanasiepatiënten weinig frequent voorkomt, het bestaat evenwel. Verleden week (het artikel werd op 17 juni 2011 gepubliceerd) heeft het door Dirk Van Raemdonck geleid team van de universitaire ziekenhuizen van Leuven bekend gemaakt dat transplantaties van longen die bij vier euthanasiepatiënten waren afgenomen tussen 2007 en 2009 met succes werden uitgevoerd.

 

Sedert 2009 hebben drie andere personen op wie euthanasie werd toegepast, afstand gedaan van hun organen, maakt dokter Dirk Ysebaert van het universitair ziekenhuis van Antwerpen bekend in een e-mail die hij aan MercatorNetstuurde.

 

In hun wetenschappelijke publicaties drukken de Belgische chirurgen de hoop uit dat euthanasie het aantal beschikbare organen zal verhogen. In een in 2009 verschenen artikel in het tijdschrift Transplantation Proceedings, schreven dokter Ysebaert en zijn team: “Het potentieel in België (en in Nederland) zou belangrijk kunnen zijn. Volgens de Federale Commissie voor evaluatie en controle van de euthanasie in België bedraagt het percentage van patiënten die aan een verzwakkende zenuwziekte lijden en waarvan op hun verzoek tot euthanasie werd ingegaan tussen 5 % en 9,5 % van alle gevallen van euthanasie tussen 2003 en 2005.”

 

In de meest recente mededeling omtrent dit thema, een artikel gepubliceerd in het tijdschrift Applied Cardiopulmonary Pathophysiology, doen dokter Van Raemdonck en zijn collega’s opmerken dat de longen van euthanasiepatiënten een hogere kwaliteit hebben dan deze die worden afgenomen van donors in een toestand van hersendood of na de dood aan een hartkwaal: “In tegenstelling tot deze donors kennen de euthanasiepersonen geen fase van doodstrijd vóór de stilstand van de bloedsomloop, zoals dit het geval is voor de donors die sterven aan hypoxemie of ten gevolge van een cardiologische of hypovolemische schock.”

 

De Belgische geneeskundigen zijn ten andere van mening dat iedereen baat zou hebben bij deze toepassing. In een brief die verzonden werd naar een ander tijdschrift, dit van de European Society for Organ Transplantation, halen verschillende geneesheren het geval aan van een vrouw die leed aan het locked in-syndroom, bij wie euthanasie werd toegepast en die aanvaard had haar organen af te staan. Ze besluiten met optimisme: “Deze mogelijkheid zou het aantal voor overplanting beschikbare organen kunnen verhogen, terwijl ze een zekere bemoediging zou schenken aan de donor en zijn familie, die weten dat de dood van de patiënt allicht hulp kan bieden aan andere personen die wachten op een orgaan.”

 

Het officiële aantal in België uitgevoerde euthanasiëen groeit ieder jaar aan. In 2008, het laatste jaar waarvoor men over officiële gegevens beschikt, bedroeg het aantal 705. In de meeste gevallen echter zijn de organen van de euthanasiepatiënten niet geschikt voor tranplantatie. Inderdaad lijden meer dan 80 % ervan aan kanker. Anderzijds zijn de organen van personen die aan een neuromusculaire aandoening lijden of aan psychologische stoornissen, wel geschikt.

 

Van de vier longtransplantaties die door dokter Van Raemdonck werden uitgevoerd, werden er drie verricht met organen weggenomen bij personen die leden “aan een goedaardig verzwakkende ziekte zoals een neurologische of een spierstoornis”. De vierde donor had geen fysische ziekte, maar een “ondraaglijke mentale stoornis”.

 

De geneesheren die betrokken zijn bij het wegnemen van organen na euthanasie houden eraan te onderstrepen dat zij zowel de Belgische wet op euthanasie als de richtlijnen van Eurotransplant letterlijk volgen. Zij benadrukken in het bijzonder de afwezigheid van een verband tussen het verzoek tot euthanasie en de nood aan organen. Voor hen zijn de verdachtmakingen volgens welke zij patiënten zouden doden om de organen ervan te gebruiken de vrucht van een afschuwelijke verbeelding. “Om de zaken duidelijk te maken over een in de media nooit voldoende aangestipt aspect: die patiënten hebben zelf uitdrukkelijk verzocht hun organen te schenken in de mate van het mogelijke, verhaalt dokter Ysebaert aan Mercatornet. Het verzoek werd nooit gedaan door een derde. Tevens werd de mogelijkheid van de orgaandonatie altijd besproken nà de aanvaarding van het verzoek tot euthanasie.”

 

Hoewel de synergie tussen de wens te sterven van een patiënt en de nood aan een orgaan voor een ander patiënt onrustbarend kan zijn, toch werden deze zaken niet beslist in een duistere hoek van een hospitaalkelder. De betrokken geneesheren hebben heel wat mededelingen in gespecialiseerde tijdschriften gedaan. Zulks heeft niet belet dat dit nieuws geen grote weerklank heeft gevonden buiten België. Een Brits specialist van transplantaties beweerde dat hij er nooit had over horen spreken.

 

Ethische vraagstukken

Het aan het licht brengen van deze praktijken moet thans een groot aantal vraagtekens oproepen.

 

Te beginnen met de vraag naar transparantie. Een document dat gepubliceerd werd op de website van Eurotransplant,“Current ethical considerations in organ transplantation” (Actuele ethische beschouwingen omtrent orgaantransplantatie), raakt het thema van het afnemen van organen na euthanasie niet aan. Moet men daaruit besluiten dat zulks geen probleem stelt op ethisch vlak? Eurotransplant beweert dat de “transparantie” een sleutelwaarde van zijn organisatie is. Welnu, in zijn jaarverslag van 2010 komt het woord “euthanasie” nergens voor.

 

Men weet niet juist hoe dikwijls orgaandonaties van euthanasiepatiënten gedaan werden. In zijn jaarverslag brengtEurotransplant de euthanasie onder in de “andere doodsoorzaken”, zonder het te onderstrepen als een probleem dat een bijzonder openbaar belang heeft. Dokter Michael A. Bos, voorzitter van het ethisch comité van Eurotransplant, maakt in een e-mail aan MercatorNet bekend dat de “verantwoordelijkheid van transparantie berust bij de Belgische transplantatiecentra”, en niet bij Eurotransplant. Maar is de publicatie in universitaire tijdschriften voldoende? Zijn er andere gevallen die niet op schrift zijn gesteld?

 

De Belgische geneesheren zijn niet vermaard voor hun transparantie inzake verslagen van gevallen van euthanasie en men kan dus deze mogelijkheid moeilijk uitsluiten. Volgens een in het British Medical Journal van verleden jaar gepubliceerde studie wordt slechts over de helft van alle Belgische gevallen van euthanasie een verslag opgesteld.

 

De deugdelijkheid van de toestemming na voorlichting is een ander probleem. De Belgische wet bepaalt dat een verzoek tot euthanasie moet behandeld worden door twee medici na raadpleging van een derde geneesheer en dat er een maand moet verlopen tussen het verzoek en de dood. In de vaktaal van de euthanasie moet het verzoek “actueel, vrijwillig, rijp overwogen, herhaald en schriftelijk” zijn.

 

Welnu, de eenvoudige mogelijkheid om door orgaandonatie over het verlies van zijn waardigheid, over de wanhoop of over de afhankelijkheid te stappen, zou de wens tot euthanasie bij bepaalde personen kunnen opdrijven. Zoals de geneesheren het zelf suggereren, zou dat zin geven aan levens die geen “levenskwaliteit” meer hebben. Dit is niet enkel een Belgisch fenomeen. Enige tijd terug dit jaar, schreef een in Oregon ter dood veroordeelde gevangene in de New York Times een opinie-artikel waarin hij zijn wens zijn organen te schenken na zijn executie te kennen gaf: “Door al mijn organen vandaag te schenken, kan ik voldoen aan ongeveer 1 % van de wachtlijst in mijn Staat. Ik ben 37 jaar oud en ben in goede gezondheid. Mijn organen weggooien na mijn executie zou kort en goed een verkwisting zijn.” En hij voegt er aan toe dat de helft van zijn gezellen van de “dodengang” geneigd zouden zijn hetzelfde te doen.

 

Door orgaandonatie voor te stellen als “schenking van leven” zou deze ultieme daad van altruïsme onweerstaanbaar kunnen worden voor bepaalde personen die denken dat hun leven waardeloos is. En, eens dat een persoon zich vrijwilliger heeft gesteld om zijn gezonde organen te schenken, hoe waarschijnlijk is het dan nog een Belgische dokter te vinden die bereid is hem dat af te raden? Dokter Ysebaert en zijn team hebben hun filosofie samengevat in een artikel van het jaar 2009: “Mag men een verzoek tot schenking van zijn organen na euthanasie weigeren als de patiënt ervoor uitdrukkelijk zijn wens uit ?”

 

Verrassend is, niettegenstaande het verhevigen van het debat omtrent de euthanasie en de zelfmoord met bijstand in de Verenigde Staten, in het Verenigd Koninkrijk en in Australië, dat het Belgisch experiment de aandacht niet weerhouden heeft.

 

Dokter Peter Saunders van Care Not Killing, VK-oppositiegroep tegen euthanasie (en medewerker van MercatorNet), was geschokt toen hij het nieuws vernam. Zijn blog werd aangehaald door de Londense krant The Telegraph“Ik was verbijsterd door de onverschilligheid waarmee dit probleem behandeld werd, alsof patiënten doden om daarna hun organen weg te nemen het meest natuurlijke in de wereld was… De prozaïsche wijze waarop het proces van de wegneming in het artikel beschreven wordt, geeft ijzige rillingen en toont de noodzakelijke graad van samenwerking aan tussen het euthanasieteam en de chirurgen van de transplantatie — breng ze in de operatiezaal hiernaast, dood ze en voer ze naar hier om hun organen af te nemen. Dat alles op dezelfde dag, in dat moedige nieuw België.”

 

Eurotransplant heeft de Chinese praktijk van het beroep op organen van geëxecuteerde gevangenen veroordeeld: “De commerciële exploitatie van weggenomen organen bij geëxecuteerde gevangenen wordt beschouwd als een schending van de mensenrechten en als een onaanvaardbare handelwijze… Iedere daad die het risico loopt diskrediet te werpen op de transplantatie-activiteiten is te betreuren.”

 

Werpt dan het gebruiken van organen die zijn weggenomen bij een persoon die aan een geestesziekte lijdt en die denkt dat zijn leven niet meer de moeite loont geleefd te worden geen diskrediet op de transplantatie-activiteiten? Verwijt de pot niet de ketel dat hij zwart is?

 

Michael Cook is de hoofdredacteur van MercatorNet. Dit artikel werd gepubliceerd op deze website onder de titel “Belgische chirurgen bezien gunstig orgaandonatie die voortkomt van euthanasiepatiënten”. Bron: http://www.mercatornet.com/articles/view/belgian_surgeons_welcome_euthanasia_organs/. Het werd vertaald in het Nederlands door Walter Van Goethem.