Een boekenshop voor katholieke inspiratie Verzending binnen heel BelgiëPapers over actuele onderwerpen

Vijfentwintig clichés over abortus

25 juni 2012

 

De recente Marsen voor het Leven, sedert drie jaar georganiseerd te Brussel, hebben het abortusdebat in ons land nieuw leven ingeblazen.

 

Debatten zoals ze in de media en in dagdagelijkse gesprekken gevoerd worden, worden vaak gevoed met clichés, gemeenplaatsen, oppervlakkige argumenten in de vorm van slogans, bondig en schokkend. Deze manier van benaderen van een kwestie heeft vele beperkingen.

 

We kunnen clichés niet genegen zijn, maar ze zijn moeilijk te negeren. Soms is men verplicht om te reageren. Hieronder staan vijfentwintig pro-abortus clichés; er worden vijfentwintig antwoorden voorgesteld, aangepast aan de aard van het cliché.

 

Het is duidelijk dat het debat over een gevoelig onderwerp als abortus niet kan beperkt blijven tot enkele slogans. De ware discussie moet gebaseerd zijn op nauwkeurig wetenschappelijk werk, bezield door een oprechte intellectuele eerlijkheid, en uitmonden in een genuanceerde, serene dialoog met respect voor anderen.

 

1. Een foetus is slechts een hoop cellen

De foetus is geen menselijk wezen, althans niet vóór een aantal weken ontwikkeling. Hij moet dus niet als dusdanig gerespecteerd worden.

 

Antwoord: het menselijk leven wordt niet afgekondigd, het wordt vastgesteld. De wetenschap heeft aangetoond dat vanaf het eerste moment van de bevruchting er een nieuw individueel menselijk wezen is, absoluut origineel, dat zich in een perfecte continuïteit ontwikkelt tot een baby langs de stadia van embryo en foetus. Als de baby een menselijk wezen is bij de geboorte, dan is dat omdat hij het reeds was vanaf het allereerste stadium van zijn ontwikkeling.

 

2. De vrouw is baas over haar lichaam

“Baas in eigen buik!”

 

Antwoord: het is waar dat we bepaalde rechten over ons eigen lichaam hebben, maar hierbij dient opgemerkt dat het embryo of de foetus een ander lichaam is, dat van een menselijk wezen, onderscheiden van de persoon die het draagt. Dit menselijk wezen heeft zijn eigen genetisch materiaal, unieke vingerafdrukken, een hele reeks lichamelijke kenmerken die van hem een origineel wezen maken. Dit is de reden waarom een moeder moet begrijpen dat zij plichten heeft ten aanzien van het kind dat ze in zich draagt. Des te meer omdat het een weerloos kind betreft, vrucht van een vrije daad (behalve in geval van verkrachting: zie nr. 18.). De eerste plicht ten opzichte van dit wezen is het beschermen van zijn leven.

 

3. Het embryo is geen mens zolang er geen elektrische hersenactiviteit is.

Een mens is een wezen begiftigd met verstand, waarvan de werking gepaard gaat met een elektrische hersenactiviteit. Zolang we zulke activiteit niet waarnemen, is er geen menselijke persoon. Evenmin als een lijk geen menselijke persoon is, omdat het een vlak EEG vertoont, dat wil zeggen geen enkele elektrische hersenactiviteit.

 

Antwoord: er moet onderscheid gemaakt worden tussen een brein “dat niet meer werkt” (zoals bij een lijk) en een brein dat “nog niet werkt”, of “waarvan we de activiteit nog niet kunnen meten” (zoals bij een embryo). Het eerste geval is onomkeerbaar, terwijl het tweede een overvloed aan mogelijkheden heeft die zich geleidelijk aan zullen openbaren. Bovendien bereiken de menselijke hersenen hun volle rijpheid pas op de leeftijd van zes jaar, juist daarom de “jaren van verstand” genoemd. Indien men de volheid van verstand als criterium neemt, zou men ieder kind tot de leeftijd van zes jaar kunnen doden.

 

4. De foetus heeft geen ziel

Volgens een klassieke opvatting van de filosofie wordt een menselijk wezen gekenmerkt door een menselijke ziel. In de mate dat we de specifieke activiteiten van de ziel niet kunnen waarnemen, namelijk handelingen van het verstand en van de wil, is er geen ziel en dus ook geen persoon.

 

Antwoord: de persoon die in een onomkeerbare coma verkeert, vertoont geen activiteit van een spirituele aard. Hij geeft geen uiting van enige rationele activiteit, hij neemt geen beslissingen, hij toont geen wilskracht. Kunnen we daaruit afleiden dat dit geen menselijke persoon is? Neen, ze is menselijk, maar is niet in staat om de specifieke activiteit van de mens uit te drukken. Het embryo is tijdelijk in dezelfde situatie.

 

5. Abortus is een vereiste van de vooruitgang

De tegenstanders van abortus verzetten zich tegen de vooruitgang en zijn slachtoffer van een reactionaire en conservatieve lobby.

 

Antwoord: het belangrijkste is niet om vooruitstrevend of behoudsgezind te zijn, maar om vooruit te gaan in de goede richting en de goede dingen te behouden. Een samenleving bevorderen die het doden van een aantal van haar leden toelaat is geen vooruitgang, maar een teken van decadentie. Het leven van een onschuldig menselijk wezen willen behoeden, is een van de meest kostbare dingen willen behouden. Als een maatschappij de doodstraf wil afschaffen, moet zij logisch zijn en ook de doodstraf van haar meest onschuldige leden afschaffen.

 

6. VZO is een medische daad zoals alle andere

Ik denk er niet aan om een abortus uit te voeren; ik onderga een medische ingreep genaamd VZO (vrijwillige zwangerschapsonderbreking).

 

Antwoord: geneeskunde betekent “de kunst van het genezen”; dus kan men een handeling bedoeld om een mens te doden bezwaarlijk een “medische ingreep” noemen. Bovendien kunnen wij de realiteit van de dingen niet veranderen door ze anders te noemen. Zelfs als we een moord “vrijwillige levensonderbreking” noemen, blijft het een moord. Merk ook op dat het woord “onderbreking” een proces veronderstelt dat voor een tijdje ophoudt, om vervolgens weer te hervatten; het is niet van toepassing op abortus, wat een onomkeerbare daad is, waarbij het geëlimineerde leven nooit zal hervatten. Het bijvoeglijk naamwoord “vrijwillig” leidt ook tot verwarring, want de voornaamste partij, het kind, wordt niet geraadpleegd.

 

7. Een kind moet gewenst zijn

Een kind mag slechts geboren worden indien het gewenst is door de ouders. Er moet een “ouderlijk project” zijn. Anders zou het een gevaar kunnen vormen voor “het evenwicht van het koppel”.

 

Antwoord: de uitdrukking “kinderwens” is ambivalent. Zeker moet een kind gewenst zijn als vrucht van een onzelfzuchtige liefde, die niets voor zichzelf eist. Maar een slecht begrepen kinderwens kan ook leiden tot egoïsme, tot willekeur: het kind moet ontstaan als ik dat wil; het moet verdwijnen als het mijn wil dwarsboomt. Dit zou de triomf van het subjectivisme zijn: “gij hebt slechts het recht om te leven in functie van mijn verlangen.”

 

8. Het embryo is menselijk in de mate dat de gemeenschap het accepteert

Wat onze mensheid uitmaakt, is onze sociale aard, onze integratie in de samenleving.

 

Antwoord: de mens is beslist een sociaal wezen, maar het is de mens die de samenleving uitmaakt, niet andersom. Welnu, alles wat nodig en voldoende is om een embryo menselijk te noemen is aanwezig vanaf het eerste moment van de bevruchting. Een aap wordt niet menselijk als de menselijke gemeenschap hem als zodanig erkent. Een aap is en blijft een aap, zelfs als de Verenigde Naties, met eenparigheid van stemmen, hem de status van mens zou verlenen. Omgekeerd waren slaven in het verleden wel mensen, zelfs als er officiële instanties waren die hun dit statuut weigerden.

 

9. Abortus is een eis van democratie en ideologisch pluralisme

In een democratie moet men wetten aanvaarden die door de meerderheid werden gestemd. Niemand kan zijn mening opleggen tegen de meerderheid.

 

Antwoord: de eerste zorg van de democratie is de gelijke waardigheid van alle mensen erkennen en bijgevolg elke burger in staat te stellen om zich uit te drukken en deel te nemen aan het openbare leven. Het is volkomen ondemocratisch om een categorie van burgers in te voeren die niet dezelfde waardigheid hebben als de anderen en die we kunnen doden. Daarentegen getuigt het opkomen voor de stem van de “stemlozen” van de hoogste vorm van democratie.

 

10. We moeten een onderscheid maken tussen menselijke wet en morele wet

Legaliseren (of depenaliseren) is een maatschappelijke werkelijkheid erkennen, er een juridische vorm aan geven en voorkomen dat ze zich voordoet in slechte omstandigheden. Men mag menselijke wet niet verwarren met morele wet.

 

Antwoord: het is zeker dat er een verschil is tussen menselijke wet en morele wet. De eerste is gebaseerd op de tweede. De wetgever is geen fotograaf die foto’s van de samenleving maakt, om ze daarna in het Staatsblad te publiceren. Hij vaardigt een norm uit die de waardigheid en het algemeen welzijn van de samenleving bevordert, soms door haar zwakheden te corrigeren. Het doden van een onschuldig menselijk wezen is volledig in tegenspraak met de waardigheid van de persoon en dient het algemeen belang niet. Een wet die zich distantieert van het meest fundamentele verbod, namelijk het verbod om te doden, geeft aan de hele maatschappij een mogelijk vernietigend signaal.

 

11. Een wet die abortus bestraft is repressief

Waarom de vrouwen die in nood zijn een schuldgevoel geven? Waarom ze bestraffen?

 

Antwoord: het strafrecht is per definitie repressief. Het heeft ook een symbolische of pedagogische rol, door aan te geven wat slecht is, datgene wat het menselijk geweten verwerpt als kwaad. Geconfronteerd met een misdaad is het eerst en vooral het geweten dat een schuldgevoel geeft. Bij abortus is het aan de rechtbank om concrete gevallen te beoordelen en om de verantwoordelijkheid van de verschillende betrokkenen in een specifieke situatie vast te stellen, rekening houdend met bijvoorbeeld de mogelijke druk van de mensen in de omgeving of van het medisch personeel. De strengheid van de rechter ten opzichte van de verschillende actoren zal afhankelijk zijn van hun respectievelijke mate van betrokkenheid.

12. We moeten de duizenden clandestiene abortussen voorkomen

Legalisering van abortus laat toe om deze praktijk uit de illegaliteit te halen en om te vermijden dat vrouwen in slechte omstandigheden een onwettige abortus zouden ondergaan. Veel vrouwen sterven aan de gevolgen van een clandestiene abortus.

 

Antwoord: men mag vermoeden dat de depenalisering of de legalisering van abortus het aantal illegale abortussen niet doet verminderen, omdat elke misdaad schaamte opwekt en dus liefst in het geheim wordt gepleegd. Overigens kan men op basis van studies van de WGO (http://www.who.int/gho/maternal_health/mortality/maternal/en/index.html) en het prestigieuze medische tijdschrift The Lancet (8-5-10, vol. 375, p. 1609-1623) de evolutie vergelijken van de moedersterfte in de landen waar abortus wettelijk is en die waar het onwettelijk is: men stelt vast dat er geen enkele correlatie is tussen het al dan niet wettelijke statuut van abortus en de evolutie van de sterftecurven. De grond van het probleem is niet het geheim, maar het vergrijp: men legaliseert of depenaliseert de praktijk van de besnijdenis (genitale verminking) van jonge meisjes niet onder het voorwendsel dat het gebeurt in onhygiënische omstandigheden. Excisie is een kwaad, zoals abortus. Daarom moeten we dergelijke praktijken bestrijden en preventieve oplossingen bieden (onderwijs, sociale rechtvaardigheid, steun voor moeders in nood, enz.).

 

13. Het is oneerlijk dat alleen de rijken zich een abortus kunnen veroorloven

In landen waar abortus illegaal is, kunnen de rijken zich in het buitenland laten aborteren, terwijl de armen zich dit niet kunnen veroorloven.

 

Antwoord: misdaad is altijd meer betaalbaar voor de rijken. Het is de plicht van de staat om armoede te bestrijden, niet het leven.

 

14. Zonder abortus stevenen we af op overbevolking

De aarde wordt bedreigd door overbevolking. Abortus moet toegelaten worden als een laatste redmiddel wanneer anticonceptie gefaald heeft. Abortus is een van de instrumenten van “reproductieve gezondheid”.

 

Antwoord: anticonceptie is gericht tegen conceptie; abortus is de bewuste en opzettelijke eliminatie van een reeds geconcipiëerd menselijk wezen. Dus kan men abortus niet aanzien als een anticonceptiemiddel, noch zich beroepen op de “reproductieve gezondheid”. Bovendien is dit cliché een beetje achterhaald: landen die vooruitlopen met de legalisering van abortus hebben geen overbevolkingsprobleem, maar kampen juist met een ernstige daling van het geboortecijfer, die het voortbestaan van hun maatschappij bedreigt.

 

15. Abortus is gerechtvaardigd wanneer de geestelijke of lichamelijke gezondheid van de moeder in gevaar komt

Het ongeboren kind kan een bedreiging vormen voor de gezondheid van de moeder. Wij kunnen het dus verwijderen door het principe van wettige zelfverdediging in te roepen.

 

Antwoord: het embryo of de foetus kan op geen enkele wijze beschouwd worden als een agressor. Hij is niet in staat aan te vallen en draagt geen persoonlijke verantwoordelijkheid voor de gevaarlijke situatie die ontstaat. We kunnen dan ook het beginsel van zelfverdediging niet toepassen. Toegegeven, in sommige zeldzame gevallen kan de zwangerschap een ernstig gevaar voor de moeder betekenen. Als het leven van de moeder in gevaar is, is het de taak van de artsen om te proberen zowel moeder als kind te redden. Indien de artsen, ondanks hun inspanningen, slechts één van beiden kunnen redden, zijn ze niet verantwoordelijk voor de dood van de andere, omdat ze die niet veroorzaakt hebben. Bovendien mogen we de ernstige gevolgen van een abortus voor de lichamelijke en psychische gezondheid van de moeder niet onderschatten.

 

16. In gevallen van ernstige misvorming van het kind moet abortus toegelaten worden

We kunnen toch een ernstig gehandicapt kind niet veroordelen tot een ongelukkig en onwaardig leven.

 

Antwoord: nog nooit heeft een vereniging van ouders van gehandicapte kinderen geijverd voor abortus. Deze ouders weten dat de waardigheid van een leven niet wordt gemeten aan het hebben, maar aan het zijn van hun kind. De gehandicapte die arm is in termen van het hebben, weerspiegelt des te meer de immense rijkdom van het zijn, wat tot uiting komt in zijn vermogen om liefde te ontvangen en te schenken. Trouwens, welke instantie is in staat om de criteria te bepalen voor een “gelukkig” of “waardig” leven? Een samenleving die mensen met een handicap doodt is een maatschappij met een handicap: ze wordt alsmaar dover en blinder voor de echte waardigheid van de menselijke persoon.

 

17. Abortus is gerechtvaardigd bij sommige grote milieurampen

Men moet abortus toelaten, zelfs preventief, bij grote milieurampen zoals Seveso, Tsjernobyl, Fukushima, enz. die kunnen leiden tot genetische afwijkingen bij ongeboren kinderen.

 

Antwoord: een ecologische ramp moeten we niet verzwaren met een morele ramp, door het programmeren van de systematische doding van kinderen met genetische afwijkingen, of slechts een risico op misvormingen. Verder kan worden verwezen naar het antwoord op nr. 16.

 

18. Abortus is legitiem in gevallen van verkrachting

Ge kunt geen vrouw de gevolgen laten dragen van een misdaad zo erg als verkrachting.

 

Antwoord: het is zeker dat de seksuele aanranding van een vrouw een van de gruwelijkste misdaden is, die zeer zwaar gestraft moet worden. Men kan dit drama echter niet oplossen door het toevoegen van een ander drama, te weten het wegnemen van een onschuldig menselijk wezen. Overigens moet men weten dat zwangerschappen als gevolg van verkrachting zeer zeldzaam zijn (0,36% van de abortusgevallen in België in 2009) en, zoals eerder gezegd, blijft abortus een verre van onschadelijke ingreep, die vaak leidt tot ernstige gevolgen bij vrouwen. Ten slotte zijn er personen of instellingen die bereid zijn om het kind te adopteren of op te vangen.

 

19. We zijn niet voor abortus, maar “pro choice”

Men moet zijn overtuiging niet opleggen, maar iedereen de kans geven om te kiezen voor of tegen abortus.

 

Antwoord: dit argument berust op een onjuiste opvatting van vrijheid. Vrijheid is niet te verzoenen met het toebrengen van schade aan een andere persoon. In het geval van abortus, is deze schade het ergst van alle: de dood van een onschuldig menselijk wezen.

 

20. Abortus is een kwaad, maar een noodzakelijk kwaad

Ik ben tegen abortus, maar ik erken dat het in bepaalde omstandigheden een noodzakelijk kwaad is.

 

Antwoord: dit argument berust op een verwarring tussen “fysiek” kwaad en “moreel kwaad”. Het eerste dringt zich aan mij op, als een oorzaak van lijden, buiten mijn wil (ziekte, economische tegenslag, natuurramp, enz.). Het tweede komt door mij, als een uiting van mijn wil. Ik moet soms noodzakelijk fysiek lijden ondergaan, of — zoals de klassieke uitdrukking zegt — het minste (fysiek) kwaad kiezen. Maar niemand kan mij dwingen om moreel kwaad te plegen, om bewust en weloverwogen te kiezen voor een handeling die de waardigheid van mijn persoon of van anderen ondermijnt. Hier ligt de kern van de betekenis van gewetensbezwaren.

 

21. Abortus is een verworven recht

We kunnen niet terugkomen op verworven rechten, laat staan als ze het resultaat zijn van een democratische stemming.

 

Antwoord: over democratische stemming: zie nr. 9. Bovendien heeft het Belgisch parlement abortus niet bevestigd als een recht: het heeft een overtreding gedepenaliseerd. Het is moeilijk in te denken hoe een zogenaamd beschaafde samenleving aanspraak zou willen maken op het recht om een aantal van haar leden, te weten de meest onschuldige, te doden. Bovendien bestaat in een gezonde democratie het wetgevende werk regelmatig uit het corrigeren van oude wetten die ongepast, verouderd of gewoon onjuist geacht worden.

 

22. Het progressieve en geëngageerde christendom is pro-abortus

E. H. X en Professor Y, prominente katholieke persoonlijkheden, zijn voorstander van abortus.

 

Antwoord: de leer van de Kerk is onveranderd sedert 2000 jaar en veroordeelt abortus. Iemand die deze leer verwerpt is geen katholiek die voorstander is van abortus, maar een voorstander van abortus… die niet meer erg katholiek is.

 

23. De katholieke Kerk kan haar leer niet aan iedereen opleggen

OK, de katholieke Kerk is tegen abortus. Het is haar recht. Maar zij moet haar overtuiging niet aan iedereen opleggen.

 

Antwoord: het recht op leven is geen “katholiek” recht maar een mensenrecht, erkend door de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (10-12-48), in artikel 3: “Eenieder heeft het recht op leven, vrijheid en onschendbaarheid van zijn persoon”. Het feit dat de katholieke Kerk de mensenrechten verdedigt, betekent niet dat deze rechten exclusief zijn van de Kerk.

 

24. De Kerk bevordert abortus door het afwijzen van anticonceptie

Als de Kerk anticonceptie aanvaardde, zou er geen noodzaak meer zijn voor abortus.

 

Antwoord: de feiten zijn in tegenspraak met die bewering. In werkelijkheid wordt anticonceptie steeds meer en meer verspreid, terwijl het aantal abortussen toch niet vermindert. Bovendien wordt de grens tussen anticonceptie en abortus steeds vager: weinig mensen weten bijvoorbeeld dat veel voorbehoedsmiddelen een abortief effect hebben (sommige hormoonpillen, spiraaltjes), omdat ze de innesteling van de bevruchte eicel in de baarmoederwand verhinderen. In de praktijk blijkt dat voorbehoedsmiddelen vaak leiden tot een anti-leven mentaliteit, die abortus bevordert.

 

25. De Kerk is niet barmhartig

De Kerk moet een voorbeeld geven van liefde en zich aan de kant van de vrouwen in nood scharen. Haar starre houding ergert veel mensen.

 

Laten we het antwoord aan de zalige Johannes-Paulus II: “Ik zou nu een speciale gedachte willen voorhouden aanvrouwen die een abortus hebben ondergaan. De Kerk is zich bewust van de vele factoren die uw beslissing mogelijk hebben beïnvloed, en ze twijfelt er niet aan dat het in veel gevallen een smartelijke, misschien zelfs dramatische beslissing was. De wond in uw hart is waarschijnlijk nog niet geheeld. Zeker was en blijft wat gebeurd is ten diepste verkeerd. Laat u echter niet door moedeloosheid meevoeren en verlies uw hoop niet. Tracht liever te begrijpen wat er gebeurd is en zie het eerlijk onder ogen. Als u dat nog niet gedaan hebt, stel u dan nederig en vertrouwvol open voor berouw. De Vader van barmhartigheid wacht op u, om u in het sacrament van de verzoening zijn vergeving en vrede aan te bieden. U zult merken dat er niets verloren is, en u zult ook uw kind aan dezelfde God en Zijn barmhartigheid hoopvol kunnen toevertrouwen. Met de vriendelijke en deskundige hulp en raad van andere mensen zult u, met uw doorleefde getuigenis, tot de meest welsprekende verdedigers van ieders recht op het leven kunnen horen. Door uw inzet voor het leven, hetzij door het aanvaarden van de geboorte van andere kinderen, hetzij door de opname van en de aandacht voor kinderen die het meest behoefte hebben aan nabijheid, zult u scheppers zijn van een nieuwe kijk op het menselijk leven.” (encycliek Evangelium Vitae, 25-3-95, nr. 99).

 

Stefaan Seminckx is priester, doctor in de geneeskunde en de theologie. Deze tekst werd uit het Frans vertaald door Jos en Helene Van Dyck.