Een boekenshop voor katholieke inspiratie Verzending binnen heel BelgiëPapers over actuele onderwerpen

Vreselijke rook

22 juli 2012

 

Cannabis wordt ten onrechte beschouwd als een soft drug. In meerdere landen vraagt men om zijn legalisatie en maakt deze legalisatie zelfs deel uit van het politiek programma van bepaalde partijen. Mij lijkt het vooral belangrijk zich te baseren op de huidige kennis van de wetenschap om zich een mening te vormen over dit onderwerp.

 

 

Cannabis, dat lang als een soft drug beschouwd werd, blijkt hoe langer hoe meer een gevaarlijk product te zijn waarvan de rampzalige gevolgen vaak pas met uitstel optreden, wat ertoe bijdraagt dat vele mensen er een “soft” beeld van hebben.

 

“Soft” drugs en “hard” drugs

Vooreerst moet men in verband met de classificatie van drugs weten dat het verschil tussen soft drug en hard drug in hoofdzaak berust op de kracht van de uitwerking van de substantie, op het feit of het een toegelaten of verboden product is en op de fysieke verslaving die het veroorzaakt. Zo begrijpt men moeiteloos dat heroïne tot de categorie van hard drugs behoort. Daarentegen wordt de sigaret beschouwd als een soft drug, want de uitwerking van een sigaret is gematigd, de fysieke verslaving is geringer en het gaat om een toegelaten product. Een ander voorbeeld is cafeïne: cafeïne creëert geen fysieke verslaving, is toegelaten en heeft een gematigde uitwerking. Tenslotte kunnen sommige geneesmiddelen als drug gebruikt worden, maar het feit dat ze enkel op medisch voorschrift verkrijgbaar zijn plaatst hen buiten de categorie van de drugs.

 

Dit onderscheid tussen “soft” en “hard” drugs is verouderd aan het worden. Heel wat artsen wensen immers dat men rekening zou houden, niet alleen met het toegelaten karakter, het risico op fysieke verslaving en de intensiteit van de uitwerking, maar ook met de mogelijke schade voor zowel de psychische als de lichamelijke gezondheid in het algemeen. Vanuit dit standpunt zou cannabis in sommige landen zeker geklasseerd kunnen worden onder de hard drugs. Hetzelfde zou kunnen gelden voor alcohol, hoewel de zeer oude socialisatie van het verbruik hiervan deze drug enigszins apart klasseert.

 

Fysieke verslaving en psychische verslaving

Wat is een fysieke verslaving en wat is een psychische verslaving? Men spreekt van fysieke verslaving wanneer er, als men stopt met het gebruiken van een bepaalde stof, fysieke ontwenningsverschijnselen optreden (beven, epilepsie, misselijkheid, hallucinaties,…). Dat geeft weer dat het organisme gewend geraakt is aan de substantie, wat voor twee problemen zorgt: enerzijds dat als men verder gaat met het gebruiken van deze substantie er een steeds grotere dosis nodig is om hetzelfde effect te bereiken, wat vaak aan de oorsprong ligt van een overdosis; anderzijds is de ontwenning des te moeilijker, want als men ophoudt met gebruiken, moet het organisme zich ontwennen van de aanwezigheid van de substantie en dat vaak ten koste van pijnlijke symptomen (dit is het geval bij heroïne), ja zelfs symptomen die mogelijk tot de dood leiden (dat is het geval bij alcohol). De verleiding om terug te beginnen gebruiken is des te sterker. Men spreekt van psychische verslaving wanneer bij het stoppen met gebruiken er geen fysieke symptomen zijn, maar er wel een zeer grote — ja zelfs onbedwingbare — drang optreedt om opnieuw te gaan gebruiken. Als het gebruiken van het product voor problemen zorgt, zal een psychische verslaving dezelfde uitwerking hebben als een product dat een fysieke verslaving veroorzaakt, want het ontwennen zal even moeilijk zijn en vaak gepaard met hervallen.

 

Cannabis en zijn gevolgen

Buigen wij ons meer bepaald over het geval cannabis. Cannabis is de meest gebruikte verboden drug in veel Europese landen, hoofdzakelijk door de jongeren, hoewel velen doorgaan met gebruiken wanneer ze ouder worden. Voor een groeiend aantal mensen is cannabis niet langer een experiment uit hun jeugd, maar het begin van een nieuwe manier van leven.

 

Buiten zijn euforiserend karakter en afwezigheid van fysieke verslaving, veroorzaakt cannabis ondanks alles een sterke psychische verslaving omdat het een mechanisme van beloning en dus van welbehagen “op bestelling” activeert.

 

Zijn schadelijke gevolgen zijn wel degelijk aanwezig en het is belangrijk er niet alleen de impact op ieder afzonderlijk maar ook op het maatschappelijk niveau van in te schatten:

1) cannabis is 6 tot 7 maal meer kankerverwekkend dan tabak. Hij bevat namelijk meer vrije radicalen, die de kankerverwekkende deeltjes zijn in de rook. Hij wordt ook zonder filter gerookt, wat het aantal vrije radicalen dat de ademhalingswegen bereikt verhoogt. Jongeren houden weinig rekening met een piekende longkanker rond de leeftijd van 60 jaar, zo veraf lijkt deze termijn.

2) cannabis kan een tijdelijke psychotische storing (1-2-3-4-5) veroorzaken bij één roker op 1.000, namelijk een stoornis waar de roker zich buiten de realiteit bevindt (mogelijkheid van hallucinaties, stoornissen in het gedrag, verwardheid, beklemming,…). In zo een toestand is het grootste risico dat van een ongeval voor de roker of voor iemand anders, vermits de roker helemaal niet meer bij verstand is. Bij 1 persoon op 10.000 is deze psychotische storing niet van voorbijgaande aard en zal de gebruiker gedwongen zijn te leven met een van de — zowel voor hem als voor zijn familie — lastigste geestesziekten, en dat voor de rest van zijn leven. Er is een tegenstrijdigheid van de kant van de gezondheidsautoriteiten en de juridische overheid die een substantie die zulke risico’s biedt op de markt toelaat, terwijl, indien een farmaceutische firma een geneesmiddel zou ontwikkelen dat dezelfde risico’s inhield, dit medicament nooit op de markt zou gebracht worden!

3) ik was vaak getroffen bij de vaststelling dat wanhopige ouders me op consultatie in de psychiatrie jonge mensen van 24-25 jaar brengen die nog nergens staan in het leven. Vaak beschrijft men hun levensloop als volgt: “Dokter, ’s nachts rookt hij cannabis en speelt videospelletjes, terwijl hij gedurende de dag slaapt. Hij heeft verschillende studierichtingen geprobeerd, maar hij is nooit geslaagd.” Dat is een typisch uitwerking van regelmatig gebruik van cannabis op de menselijke wilskracht en het studieverloop op school. Cannabis zou kunnen beschouwd worden als een “doder van de wil”. Waarom zou men zich moe maken om door werken en studeren het ene succes na het andere te behalen als men zich kan belonen met een joint? Ziedaar wat cannabis de roker zou kunnen in het oor fluisteren. Een ernstige sociale weerslag is het gevolg, want de jaren tussen 18 en 25 zijn zeer belangrijk voor de opbouw van de persoonlijkheid en voor het realiseren van de studies. Hogere studies vragen namelijk grote inspanningen, inspanningen die vaak teniet gedaan worden door een — zelfs gering — gebruik van cannabis. Ook op familiaal vlak ontstaat een ongezonde afhankelijkheid van de ouders, die steeds moeten opkomen voor een jonge volwassene zonder diploma, die evenwel behoeftes heeft die moeten gefinancierd worden (auto,…), afgezien van de kosten van die verloren studiejaren, betaald door de ouders en door de maatschappij. Een leven zonder diploma starten in een maatschappij met steeds meer concurrentie en met een steeds groter vraag naar competentie betekent een ernstige handicap.

4) een recente studie heeft onderzocht wat er gebeurt met de hersens van een cannabisroker na een lange periode van gebruik. Het blijkt dat na 20 jaar gebruik de hersens zodanig krimpen dat het met het blote oog te zien is. Er is dus een fel versnelde veroudering van de hersens. Stellen wij ons voor dat iemand op 20 jaar begint te roken. Op zijn 40ste zal hij de hersens hebben van iemand die beduidend ouder is (6). Maar op dat moment zullen zijn familie en vooral zijn kinderen altijd iemand nodig hebben in de kracht van zijn leven en niet iemand die abnormaal verouderd is.

 

 

5) cannabis heeft ook op het geheugen een bijzonder schadelijke uitwerking  (7-8-9), wat de moeilijkheden op school kan vergroten of leiden tot veelvuldige, ja zelfs een handicap vormende vergetelheid. Deze werking is onmiddellijk maar kan storingen van de kenvermogens op langere termijn veroorzaken.

6) tenslotte geven onderzoekers aan cannabis de schuld voor het ontstaan van bepaalde kankers, verschillend van diegenen die rokers in het algemeen treffen (longkanker, tongkanker, strottenhoofdkanker,…) en stellen zij overeenkomsten vast met verontreinigende stoffen zoals ftalaten die recent van de markt gehaald zijn. Cannabis roken vermindert de immuunfuncties van het organisme, terwijl het de risico’s op het ontwikkelen van een kanker of andere infecties verhoogt (10). Buiten een toxisch effect op de ademhalingswegen en het zenuwstelsel, zou cannabis het organisme in veel ruimere mate aantasten.

 

Bij het beschouwen van deze schade is het geen wonder dat cannabis als hard drug geklasseerd zou kunnen worden, want het gaat hier wel degelijk om een geniepig, maar verschrikkelijk verwoestend gevaar, dat vandaag op de jeugd afstormt.

 

Verantwoordelijkheid van de cannabisroker tegenover de maatschappij

Dit ware gezicht van cannabis vestigt ook de aandacht op de maatschappelijke verantwoordelijkheid van het gebruik van cannabis, want er zijn rokers die geen psychotische storingen vertonen, die slagen in hun studies en die op volwassen leeftijd stoppen met gebruiken. Laten we ons niet om de tuin leiden: dit zijn uitzonderingen. Geen schadelijke uitwerkingen hebben bij het gebruik van cannabis betekent nog niet dat er op langere termijn minder risico op schade bestaat. In dit verband zou ik speciaal willen ingaan op het gevolg van aanzetten tot het roken van cannabis voor de anderen. Hoevelen gaan cannabis associëren met succes? Want iemand die succes heeft en die rookt gaat onbewust anderen ertoe aanzetten om hetzelfde te doen. Jammer genoeg gaat cannabis zelden samen met succes en velen zullen terechtkomen in een spiraal van mislukkingen. Evenzeer als een arts die rookt aan zijn patiënten het idee geeft dat roken niet zo ernstig is, kan cannabis roken en succes hebben hetzelfde idee teweeg brengen, terwijl in beide gevallen de wetenschap voldoende aangetoond heeft dat dit idee fout is.

 

Cannabis is geen geneesmiddel

Het gebeurt ook dat cannabis bij sommigen angsten sust of anderen toelaat gedurende een moment de moeilijkheden van het leven te vergeten. Het spreekt vanzelf dat in die gevallen het ophouden met cannabis gebruiken zeer moeilijk zal zijn en de verleiding er terug mee te beginnen des te groter. Gelukkig maar bestaan er veel behandelingen zonder gevaar om onderliggende problemen zoals angst, depressie, slapeloosheid,… te behandelen. Ik nodig ieder die zich vragen stelt over deze substantie of die moeite heeft om te stoppen uit om er in vertrouwen met zijn huisarts of met een psychiater over te spreken. Het gaat om een belangrijk deel van zijn geestelijke en lichamelijke gezondheid, nu en in de toekomst.

 

Voor wie graag meer over cannabis wil lezen, beveel ik het boek van professor Constantin aan: Halte au Cannabis,verschenen bij Editions Odile Jacobs.

 

Jean-Benoît Linsmaux is psychiater. Hij is hoofd van het departement psychiatrie in de strafinrichting van Lantin en is adviseur in de gesloten strafinrichting van Andenne. Deze tekst werd uit het Frans vertaald door Jos en Helene Van Dyck.

1. Thomas, H. 1993. Psychiatric symptoms in cannabis usersBr. J. Psychiatry 163: 141-149. Hall, W., and L. Degenhardt. 2000. Cannabis use and psychosis: a review of clinical and epidemiological evidenceAust. NZ J. Psychiatry 34: 26-34. Johns, A. 2001. Psychiatric effects of cannabisBr. J. Psychiatry 178: 116-22.

2. Hollis, C., M.J. Groom, D. Das, T. Calton, A.T. Bates, H.K. Andrews, G.M. Jackson, and P.F. Liddle. 2008. Different psychological effects of cannabis use in adolescents at genetic high risk for schizophrenia and with attention deficit/hyperactivity disorder (ADHD)Schizophr. Res. 105: 216-223.

3. Arendt, M., R. Rosenberg, L. Foldager, G. Perto, and P. Munk-Jorgensen. 2005. Cannabis-induced psychosis and subsequent schizophrenia-spectrum disorders: follow-up study of 535 incident casesBr. J. Psychiatry 187: 510-515.

4. Hides, L., D. I. Lubman, J. Buckby, H. P. Yuen, E. Cosgrave, K. Baker and A. R. Yung. 2009. The association between early cannabis use and psychotic-like experiences in a community adolescent sampleSchizophrenia Research 112: 130-135.

5. McGrath J et al. 2010. Association between cannabis use and psychosis-related outcomes using sibling pair analysis in a cohort of young adults.Arch Gen Psychiatry DOI: 10.1001/archgenpsychiatry.2010.6.

6. Arnone, D., T.R. Barrick, S. Chengappa, C.E. Mackay, C.A. Clark, and M.T. Abou-Saleh. 2008. Corpus callosum damage in heavy marijuana use: preliminary evidence from diffusion tensor tractography and tract-based spatial statisticsNeuroimage 41: 1067-1074.

7. Pope, H.J., and D. Yurgelun-Todd. 1996. The residual cognitive effects of heavy marijuana use in college students. J. Am. Med. Assoc. 275: 521-527.

8. Harrison, G.J., A. Gruber, J. Hudson, M. Huestis, and D. Yurgelun-Todd. 2002. Cognitive measures in long-term cannabis usersJ. Clin. Pharmacol.42: 41S-47S.

9. Solowij, N., R.S. Stephens, R.A. Roffman, T. Babor, R. Kadden, M. Miller, et al. 2002. Cognitive functioning of long-term heavy cannabis users seeking treatmentJ. Am. Med. Assoc. 287: 1123–1131.

10. Hedge, V., et al. (2010) European Journal of Immunology. DOI: 10.1002/eji.201040667; Elkabets. M., et al. (2010) Des scientifiques découvrent que des composés de cannabis stimulent le développement du cancer European Journal of Immunology. DOI: 10.1002/eji.201041037