Een boekenshop voor katholieke inspiratie Verzending binnen heel BelgiëPapers over actuele onderwerpen

Ik heb u nodig!

4 maart 2010

Op zaterdag 27 februari nam Mgr André-Joseph Léonard de aartsbisschoppelijke zetel in bezit tijdens een viering in de Sint-Romboutskathedraal, te Mechelen. Wij publiceren hier de tekst van zijn homilie.

 

 

Mijn hart is vervuld van dankbaarheid op de dag waarop ik bezit neem van de aartsbisschoppelijke zetel van Mechelen-Brussel. Op de eerste plaats gaat mijn dankbaarheid naar de Heer en vervolgens naar paus Benedictus XVI voor het grote vertrouwen dat ze in mij stellen. Ook ben ik mijn voorganger kardinaal Danneels erkentelijk voor de dertig jaren dienst als aartsbisschop in dit bisdom en tevens voor het voorbeeld dat hij me gaf door zijn bescheidenheid en zijn zorg om de vrede te bewaren. Tevens uit ik mijn gevoelens van diepe dankbaarheid voor de talrijke priesters en diakens, voor de godgewijde mannen en vrouwen en voor alle gelovigen die de moeite namen om me welkom te heten. Dank ook aan u allen die vandaag in deze kathedraal aanwezig bent. Ik houd eraan een bijzondere dank te richten tot de vertegenwoordigers van andere christelijke Kerken en van andere godsdiensten en tot de burgerlijke overheden die me de eer bewijzen deel te nemen aan deze viering. Op deze dag houd ik eraan te zeggen dat ik op u allen, mannen en vrouwen, reken, ieder op uw eigen manier, opdat ik me, bewust van mijn persoonlijke begrenzingen, naar best vermogen kan wijden aan de zending die me wordt toevertrouwd ten dienste van dit grote bisdom. Dit geldt bovenal voor diegenen die mijn onmiddellijke medewerkers zullen zijn in de drie vicariaten die deel uitmaken van dit zeer complexe bisdom: het vicariaat Vlaams-Brabant en Mechelen, het vicariaat Brussel hoofdstad en het vicariaat Waals-Brabant.

 

Deze viering wordt gehouden binnen het kader van de liturgie van de tweede zondag van de vasten. Zoals elke zondag van de vasten, herinnert de eerste lezing ons aan een episode van de lange geschiedenis van het verbond van God met zijn geliefde volk: vandaag het verbond met Abraham. De tweede lezing is genomen uit de brief van Paulus aan de Filippenzen als een echo op het evangelie. Zoals elk jaar, is dit op de tweede zondag het evangelie van de Gedaanteverandering van de Heer. Wanneer Lucas ons dit gebeuren verhaalt, heeft Jezus reeds tweemaal zijn nakende passie aangekondigd. Weldra gaat Hij resoluut de lange tocht ondernemen die Hem naar Jeruzalem zal voeren tot aan zijn dood en opstanding. Nog voor Hij in de glorie van de Verrijzenis wordt opgenomen, wordt Hij in aanwezigheid van zijn leerlingen van gedaante veranderd. Met Mozes en Elia, met de Wet en de Profeten van het Oude Verbond, spreekt Hij over zijn nakende uittocht, met andere woorden over de dood waardoor Hij uit deze wereld wordt weggenomen. Maar Hij is reeds bekleed met de heerlijkheid van Pasen en met de glans van zijn stand als Christus en Heer, met de glans van de goddelijkheid die Hem verbindt met de Vader en de Heilige Geest, die ook bij het gebeuren aanwezig zijn.

 

Als een echo, of eerder als een weerspiegeling van de Gedaanteverandering, horen we hoe Paulus ons in herinnering brengt dat, ook al zijn wij burgers van deze aarde, ons vaderland de hemel is vanwaar wij ook onze Redder verwachten, de Heer Jezus Christus. ‘Ja, kom Heer Jezus!’ , Hij die onze armzalige lichamen zal omvormen naar het beeld van zijn verheerlijkte lichaam, met de verrijzeniskracht die het in staat stelt om alles te overwinnen.

 

Onlangs beleefden we in België twee vreselijke rampen: de ontploffing en de instorting van een gebouw in Luik en de verschrikkelijke treinbotsing in Buizingen. Vorige maand nog werden we ook diep geschokt door de verwoestende aardbeving in Haïti die meer dan 200.000 doden achterliet, zonder de talloze gewonden en daklozen te vergeten. Wellicht kwam de vraag ook in u op: ‘Waar was God gedurende die verschrikkelijke gebeurtenissen?’ Hij was daar, juist in het hart van deze ellende. Zoals Blaise Pascal het zei: ‘Jezus is in doodsstrijd tot aan het einde van de wereld’ , tot het einde van deze wereld die niet meer beantwoordt aan Gods scheppingsplan. De Heer is immers overal waar een mens die kreet uitschreeuwt die Hijzelf op het kruis uitriep: ‘Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten?’ . Wij durven geloven dat de Heer weldra onze armzalige lichamen zal omvormen en verheerlijken, ook de verscheurde, verbrande, bedolven of verbrijzelde lichamen van de slachtoffers van deze rampen of de lichamen die verminkt werden door menselijk geweld. Wij hebben goede redenen om dit te geloven, in alle nederigheid maar toch vastberaden. Ondanks alles zijn wij geschapen voor de verheerlijking. Wij werden geschapen om te leven en niet om te sterven. Niet om verminkt te worden maar om van gedaante te veranderen.

 

Het is nu niet het ogenblik om u een pastoraal plan voor ons bisdom voor te stellen. Op de dag van mijn benoeming heb ik tijdens de persconferentie enkele prioriteiten vastgelegd; sommige hiervan gaan ons allen aan. Zij hebben vooral betrekking op de dubbele roeping van onze Kerk; wij moeten tegelijkertijd een biddende en aanbiddende Kerk zijn en tevens een Kerk die sociaal geëngageerd is, in de voetsporen van wat kardinaal Danneels ons voorstelde in zijn afscheidsboodschap.

 

De Heer heeft u nodig opdat de Kerk in ons bisdom dit kan realiseren, wetend dat hiernaast nog vele andere taken wachten. Ook ik heb u nodig! Ik heb eerst en vooral echtparen nodig die de mooie weddenschap durven aangaan om een gezin met drie te stichten: een man, een vrouw en de Heer in hun midden, echtparen die leven geven. Ik zal ook zeer dicht staan bij de paren die een mislukking hebben gekend in hun huwelijk. Maar er is in de Kerk nood aan echtparen en aan gezinnen die met de hulp van de Heer stormen en bekoringen tegen de menselijke liefde doorstaan en die het voorbeeld geven van echtelijke trouw. Ik heb leken nodig, mannen en vrouwen, die op alle niveaus van de Kerk hun verantwoordelijkheid opnemen. De Kerk heeft echter nog meer nood aan leken die de gist van het evangelie verspreiden en die het goede parfum van Christus verspreiden in hun beroepsleven, in het economische leven, in de sociale sector, in de politiek, in het culturele en het wetenschappelijke leven, in de wereld van de arbeid en van de vrije tijd, kortom in alle aspecten van het menselijke leven. Ik zoek ook lekenmedewerksters van het apostolaat: vrouwen die bereid zijn hun hele leven in te zetten om vanuit de roeping vanwege hun bisschop, de liefde van Christus uit te stralen midden in de wereld van vandaag.

 

Ik heb ook nog mensen nodig die zich engageren in een leven aan God gewijd, en dit onder al zijn vormen. Of veeleer, de Kerk van Jezus heeft nood aan vrouwen die hun maagdelijkheid aan de Heer, de Bruidegom van de Kerk, toewijden enkel en alleen om zijn mooie ogen. De Kerk kan niet leven zonder het contemplatieve en het apostolische leven van mannen en vrouwen, zonder seculiere instituten en zonder gemeenschappen van Godgewijd leven. Het gaat dan zowel om sedert lang bestaande gemeenschappen, als om nieuwe gemeenschappen. Geen enkele vorm ervan is overbodig en allen zijn hartelijk welkom!

 

Maar, en dit zullen jullie goed begrijpen, ik heb diakens, priesters en zelfs hulpbisschoppen … broodnodig! Ik steun vooral op diegenen die het reeds zijn, op al mijn confraters bisschoppen, priesters en diakens. Dank u dat u er reeds bent! Maar ik heb ook een nieuwe hulpbisschop nodig, nieuwe diakens en nieuwe priesters. Men vindt wel steeds een bisschop … De pauselijke nuntius en de paus zorgen hiervoor zeer goed! God zij dank bieden er zich kandidaten aan voor het permanente diaconaat en het is redelijk eenvoudig om mannen aan te spreken om diaken te worden. Wanneer het er echter op aankomt om mannen te vinden die bereid zijn om de roeping tot het priesterschap te beantwoorden en om zich tevens vrijwillig te verbinden tot het celibaat, en dit uit liefde voor de Heer en voor zijn volk, zijn we niet alleen schatplichtig aan Gods gave maar ook totaal afhankelijk van het antwoord van het menselijk hart. Niets is mooier, maar er is ook niets veeleisender. Daarom durven de Heer en ik deze oproep te richten tot jongeren en, waarom niet, ook tot minder jongeren, die luisteren: zo je in het diepste van je hart meent dat de Heer je roept tot het priesterschap, verdring deze stem dan niet! Aarzel niet, na het nodige onderscheid, om je aan te bieden. Je zult er geen spijt over hebben. In ruil, beloof ik je de best mogelijke voorwaarden te scheppen om je roeping tot ontplooiing te laten komen. Als de Heer het verlangt, zal je roeping werkelijkheid worden. Daar heb ik het grootste vertrouwen in. Vorige week bezocht ik het Johannes XXIII-seminarie in Leuven en ik werd er diep gesticht. Heer, ik vertrouw U deze vurige wens toe; ik geloof vast dat U dit gebed zult verhoren want U weet dat dit voor ons van levensbelang is en – vergeef me deze durf – dat het ook in uw belang is …

 

Amen! Kom Heer Jezus! Maranatha!

 

Bron: www.kerknet.be .