Naar aanleiding van de gezondheidscrisis van de laatste weken heeft de overheid gevraagd om de sociale activiteiten zoveel mogelijk te beperken en te proberen thuis te blijven. Dit artikel verzamelt enkele middelen om de nieuwe situatie het hoofd te bieden op menselijk en spiritueel niveau.
Gedurende de laatste weken heeft de verspreiding van het COVID-19 of coronavirus veel regio’s in de wereld ertoe gebracht maatregelen te nemen om het aantal besmettingen af te remmen en de gezondheidssystemen niet te overbelasten. De overheid heeft een rampenplan opgesteld dat veel personen ertoe zal verplichten hun uitstappen en relaties behoorlijk te beperken tenminste gedurende de volgende weken.
In een ziekenhuisbed of thuis in quarantaine of geïsoleerd als voorzorgsmaatregel (al dan niet gepaard met werken op afstand of “online” leren, zorg voor de kinderen of kleinkinderen en de economische onzekerheid), bestaat het gevaar te vervallen in pessimisme, angst of activisme op internet op zoek naar het laatste nieuws.
Maar deze tijd van schijnbare inactiviteit is een gelegenheid om de burgerlijke plichten te beleven met verantwoordelijkheid, van de tijd te profiteren om verenigd te blijven met diegenen die het slechter hebben dan wij door ons solidair gebed, ook voor het gezondheidspersoneel en de rest van de personen en instellingen die door hun inspanning en toewijding werken om de situatie te doen keren.
Het Opus Dei wil de mensen helpen om God te ontmoeten te midden van de gewone omstandigheden: het werk, de familie, de vriendschap… De situatie die we nu beleven is juist niet gewoon, maar de heilige Josemaría leert ons in alles de liefhebbende hand van God te zien, die zelfs uit het kwade goede dingen kan halen.
Leer van de geschiedenis
In april 1937 beleefde de heilige Josemaría een gelijkaardige situatie van isolatie, hoewel veel dramatischer. Omwille van de Spaanse burgeroorlog zag hij zich verplicht zich terug te trekken in het consulaat van Honduras in Madrid. In dat huis verbleef hij samen met vier jongeren van het Opus Dei en zijn broer Santiago, gedurende vier lange maanden. Ze deelden daar met een honderdtal mensen een enkele badkamer en enkele luchtmatrassen verspreid over enkele vierkante meters.
Eduardo Alastrué, een van de aanwezigen, beschreef de sfeer: “Sommigen brachten de tijd door in stilte, ontmoedigd piekerend over hun ongeluk; anderen lieten hun bitterheid de vrije loop en commentarieerden de tegenwoordige en voorbije tegenspoed. Anderen kloegen zonder ophouden over de tegenspoed in hun familie, hun verloren carrière of onderneming, of hun onzekere en bedreigde toekomst. Bij deze gevoelens kwam de angst gewekt door het lijden en de vervolging in het verleden, angst die de wereld buiten ons asiel deed bekijken als een onleefbare omgeving. In sommige gevallen was deze angst vermengd met haat tegen de tegenstanders, machteloze haat voor het moment, maar die men op een of andere dag hoopte te kunnen wreken”.
Daarentegen was de sfeer die de heilige Josemaría creëerde zo positief en hoopvol. Om zich goed bezig te houden gedurende de dag stelde hij een uurrooster op waarin er ruimte was voor de omgang met God, de studie, het leren van talen en gezellig samenzijn.
“Mijn leven is nu zo monotoon!” zei hij tot diegenen die hem begeleidden tijdens een meditatie in juli. “Hoe kan ik de gaven van God vrucht doen voortbrengen in deze gedwongen rust? Vergeet niet dat je kan zijn zoals vulkanen bedekt met sneeuw (…). Ja van buiten kan het ijs van de eentonigheid, van de duisternis je bedekken; van buiten zal je er vastgebonden uitzien. Maar vanbinnen zal het vuur niet ophouden te branden, of zal je niet moe worden het gebrek aan uiterlijke actie te compenseren door een innerlijke, heel intense activiteit (…)”.
En in een brief een jaar later aan de leden van het Opus Dei die door de burgeroorlog verspreid waren, suggereerde hij de manier om het te doen: door het innerlijk leven te verzorgen.
In het punt 294 van de Weg haalde hij deze ervaring aan:
De planten die bedekt waren met sneeuw, zag men niet; en de boer van wie het veld was, zei verheugd: ”nu groeien ze vanbinnen”.
Ik dacht aan jou: aan je noodgedwongen nietsdoen…
Zeg eens: groei jij ook vanbinnen?
Bron: https://opusdei.org/nl-be/document/stand-houden-in-quarantaine-een-paar-tips/