Men zegt dat het arrest van het Hooggerechtshof van de Verenigde Staten van 24 juni een stap achteruit betekent. Is het niet eerder een vooruitgang naar meer democratie, vermits het de kwestie — hier van abortus — terug overlaat aan de plaatselijke wetgevende macht?
Op 24 juni deed het Hooggerechtshof van de Verenigde Staten een uitspraak die over de hele wereld druk besproken wordt. In tegenspraak met een rechtspraak die sinds bijna een halve eeuw tot stand is gekomen, besloot het Hof dat het recht op abortus noch in de Grondwet verankerd is, noch door een der 27 amendementen die sinds haar uitvaardiging werden behandeld. Volgens het Hooggerechtshof is het tijd de kwestie van abortus weer over te laten aan de volksvertegenwoordigers, verkozen in elk van de vijftig Staten van de Unie. Het Hof spreekt zich dus niet uit over het bestaan of het niet bestaan van een recht op abortus maar wel over de verplichting om het overal te legaliseren, wat iets anders is. Zij is van mening dat deze verplichting niet bestaat, behalve om de teksten te doen zeggen wat ze niet zeggen, en ze verwijst de delicate kwestie van de arbitrage tussen de tegenstrijdige rechten en waarden door naar de soevereiniteit van de lidstaten.
Voorgesteld als het resultaat van een letterlijke lezing
Gekwalificeerd als extreem conservatief of zelfs als ideologische ommekeer, wordt de beslissing in kwestie voorgesteld als zijnde het resultaat van een letterlijke lezing van de grondteksten, tegenover een manier van interpreteren gericht op de veranderende mentaliteiten en de werkelijkheid op het terrein. Door de dingen op deze manier voor te stellen, leidt dit tot het diskwalificeren van het getroffen besluit, wat het resultaat zou zijn van een uitleg die blind was voor de bezorgdheden van onze tijdgenoten.
Federale en gefedereerde competenties
Om het arrest te verstaan, zo niet te rechtvaardigen, moet men zich herinneren dat op het moment dat ze zich onafhankelijk verklaard hebben, de Amerikanen een eerste moeilijkheid moesten oplossen: op welke wijze de soevereiniteit verdelen zodat de verschillende Staten van de Unie zichzelf verder zouden kunnen besturen in alle details van het maatschappelijk leven, terwijl ervoor gezorgd werd dat de Unie een geheel vormde dat in enkele grote algemene noden kon voorzien. De oplossing was het precies definiëren van de bevoegdheden van de federale instanties, en men besloot dat alles wat niet hierin gedefinieerd was, onder de bevoegdheid van de lidstaten zou vallen. Het is mogelijk dat het vonnis van 24 juni voortkwam uit de herinnering aan deze bevoegdheidsverdeling.
Vergelijken we met België en Frankrijk
Indien het wat simplistisch is in dit arrest slechts het product van een letterlijke lezing van de Grondwet te zien, dan is dat ook nog om heel andere redenen. Om zich daar rekenschap van te geven moet men de Amerikaanse rechterlijke beslissing slechts vergelijken met haar Belgisch of Frans equivalent. Onze rechters zijn legalisten: hun beslissingen zijn vaak uitgedrukt in een onweerlegbare stijl, een formulering die de voorrang van de rechtsregel te kennen geeft. Het is de wet, die op bijna mathematische manier, de noodzakelijke en onbetwistbare juridische oplossing genereert. En omdat er slechts één kan zijn, hernemen onze arresten niet wat er in de loop van het beraad gezegd werd door de rechters die met hun advies in de minderheid waren.
Aan de andere kant van de Atlantische oceaan, zijn er oordelen die op een proefschrift lijken. Het is geschreven in de eerste persoon. De rechter van common law schrijft geen syllogistische redeneringen, maar meningen, inbegrepen afwijkende. Hij is geen mathematicus maar eerder een verhaler, een verteller van het recht. Dat oordeel is overigens erg lang. Het arrest waarover wij het hebben omvat 213 bladzijden. Voor een arrest van het Hof van Cassatie van België zijn er geen 10 nodig. De Amerikaanse beslissing preciseert dat ze aangenomen werd met zes stemmen tegen drie, en de minderheid geeft overvloedig uitleg over haar verschil in mening.
Een regering van rechters in het Europees Hof voor de rechten van de mens
Voor de rechter zijn er verschillende manieren om de rechtsregel te interpreteren die hij moet toepassen. Hij kan die begrijpen door een semantische en grammaticale analyse van de tekst, en door na te gaan wat de bedoeling zou kunnen geweest zijn op het moment dat de norm afgekondigd werd. Het is niet ongebruikelijk zich vragen te stellen over deze bedoeling vermits de auteurs niet eender wie zijn: de wet werd gestemd door een vergadering met beslissingsrecht samengesteld uit verkozen vertegenwoordigers. Een andere manier, zogenaamd “sociologisch”, bestaat erin iedere rechtsregel te interpreteren in functie van respectieve sociale belangen die met elkaar in conflict zijn. Deze verschillende methodes kunnen gecombineerd worden.
Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens heeft, op haar beurt, een andere visie op het recht, die als instrumentalistisch kan gekwalificeerd worden. Voor het Hof is het recht geen doel op zich maar een middel met het oog op een doel. En dit doel is de eenmaking van het Europees recht door het verwerpen van iedere bijzondere juridische beschikking. Men kan hier spreken van een “progressieve” lezing van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden: die tekst wordt niet geïnterpreteerd in het licht van wat zijn auteurs gewild hebben, zelfs niet in het licht van dat waartoe de lidstaten van de Europese Raad zich geëngageerd hebben toen ze het verdrag ondertekenden. De betekenis die aan het Verdrag moet geven worden, kan men identificeren met diegene die de rechters er in de loop van de tijd aan geven, in functie van hun eigen gevoeligheid en van denkrichtingen, hoe vluchtig ook, die op een bepaald moment in haar geschiedenis de samenleving beheersen. Dat systeem draagt een naam: het is de regering van rechters.
Het is aan de parlementen om hun verantwoordelijkheid te nemen
Keren we terug naar het arrest van 24 juni. Er wordt gezegd dat het een ongehoorde stap achteruit betekent. Moet men er niet eerder een vooruitgang naar meer democratie in zien? Hier is een rechter die, in plaats van zijn eigen sensibiliteit op de voorgrond te plaatsen, verkiest het weer over te laten aan de lokale wetgevende machten. Hij verzaakt, voor één keer, aan de instrumentalistische bekoring die in de Angelsaksische juridische wereld zo wijdverbreid is. Ja, op een manier is het een achteruitgang vermits de Franse Revolutie wilde dat rechters niets anders dan “de spreekbuis van de wet” zouden zijn. Is het anderzijds niet normaal in een goede democratie dat de parlementen hun verantwoordelijkheid nemen?
Alles welbeschouwd is een onvolmaakte maar voorspelbare regel misschien beter dan een rechtspraak die schatplichtig is aan partijdige meningen van diegenen die haar uitvoeren.
Jean de Codt is magistraat, gewezen Eerste voorzitter van het Hof van Cassatie. Dit opiniestuk werd gepubliceerd in “La libre Belgique” van 14-7-2022. Bron: https://www.lalibre.be/debats/opinions/2022/07/14/et-si-larret-de-la-cour-supreme-des-etats-unis-sur-livg-etait-un-progres-vers-plus-de-democratie-67WYJUQV3BEVNDIJGS3HSNYPDM/ Deze tekst werd uit het Frans vertaald door Jos en Helene Van Dyck.