Wij publiceren hier de Pastorale brief van de bisschoppen en de diocesane administrators van België, van 19 mei 2010.
Zusters en broeders in Christus,
Wij richten ons tot u na het ‘Ad limina’-bezoek aan Rome, dat om de vijf jaar plaatsvindt. Ons bezoek was een bedevaart naar de graven van de apostelen Petrus en Paulus. Het was ook een bezoek aan de bisschop van Rome, paus Benedictus XVI. Als opvolger van de apostel Petrus is het zijn taak te waken over de eenheid in de Kerk en zijn broeders en zusters te bevestigen in het geloof. Allen hebben we een persoonlijk onderhoud met hem gehad. Een week lang hebben wij gesproken met verschillende verantwoordelijken van de Romeinse Curie. We hebben nagedacht over wat goed gaat in de Kerk in België en over de edelmoedige inzet van zoveel medewerkers. We hadden het ook over onze tekortkomingen en pijnpunten. Vooral de reden van het recente ontslag van de bisschop van Brugge heeft een schokgolf veroorzaakt in de Belgische kerk. Het vertrouwen van de gelovigen in hun herders is ernstig geschonden. Daarom vinden wij het belangrijk deze gezamenlijke boodschap te richten tot de gelovigen van ons land.
Een veilige leefomgeving voor kinderen en hun bescherming gaan boven alles. Daarover kan geen geschipper bestaan. We moeten bekennen dat kerkelijke verantwoordelijken de ernst van het misbruik van kinderen en de omvang van de gevolgen ervan onvoldoende hebben onderkend. Door te zwijgen werd voorrang gegeven aan de goede naam van het kerkelijk instituut of een kerkelijke persoon boven de waardigheid van het kind als slachtoffer. Daders kregen een nieuwe kans, terwijl slachtoffers door het leven gingen met kwetsuren die niet of nauwelijks konden genezen. Aan wie slachtoffer werden van misbruik vragen wij om vergeving, zowel voor het misbruik zelf als voor de onzorgvuldige behandeling ervan. We vragen ook om vergeving aan wie de slachtoffers nabij waren en aan de samenleving voor de menselijke schade die door het seksueel misbruik is aangericht. Met schroom drukken wij de hoop uit dat de weg naar verzoening nog open ligt. We danken de slachtoffers die de moed vinden om de muur van stilzwijgen te doorbreken en hun verhaal kenbaar te maken. We hopen dat hun spreken bijdraagt tot de erkenning en de heling waar zij naar verlangen. Door hun spreken maken zij bovendien een proces van loutering en bekering in de kerk mogelijk. Onze dankbaarheid gaat naar de leden van de commissie voor seksueel misbruik binnen het kader van pastorale relaties; zij dragen bij tot een cultuur waarin waarachtigheid en gerechtigheid de overhand hebben.
Deze crisis dwingt de verantwoordelijken in de kerkgemeenschap problemen klaar onder ogen te zien, ze een naam te geven en ze beter aan te pakken, in samenwerking met competente personen uit diverse vakgebieden. Met de steun van Paus Benedictus XVI zullen wij alvast een aantal maatregelen nemen. Waar nodig zullen we de selectiecriteria voor de toelating tot een wijding of een andere verantwoordelijke taak in de kerk nog ernstiger toepassen. We zullen verder werk maken van een betere supervisie en begeleiding voor wie actief is in de pastoraal. We gaan een deontologische code opstellen voor wie werkt met kinderen, adolescenten of kwetsbare volwassenen. Tegelijk weten we dat de wortels van het misbruik dieper reiken dan de persoonlijke problematiek van individuele personen. Seksueel misbruik in de kerk heeft ondermeer te maken met de manier waarop gezag wordt uitgeoefend. Daarom moet de kerk eerlijk naar zichzelf durven kijken en vormen van gezagsuitoefening willen veranderen die mee aanleiding kunnen geven tot het misbruik van kinderen. Dit zal zowel moed als nederigheid vragen, vooral van de bisschoppen en de andere verantwoordelijken in de kerkgemeenschap.
In onze kerkgemeenschap is er gelukkig ook goed nieuws. Er gebeurt zoveel moois, veelal ongezien. In deze boodschap willen we onze oprechte waardering uitdrukken voor de bezieling waarmee christenen dag aan dag bijdragen tot de opbouw van een meer humane en rechtvaardige samenleving, de verkondiging van het Evangelie en de opbouw van een toekomstgerichte kerkgemeenschap. Wij denken hierbij ondermeer aan de inzet van ouders voor de opvoeding van hun kinderen, aan de inspanning van leerkrachten voor een goede school, aan de ijver van godsdienstleerkrachten voor een degelijk en levensnabij godsdienstonderwijs, aan de uitstraling van onze universiteiten en hogescholen, aan de bewogenheid waarmee velen onder u zich engageren in de politiek, de economie en het sociale leven, aan de toewijding van wie zorg dragen voor zwakke mensen in de medische en paramedische sector, aan de zorg voor mensen aan de rand van onze samenleving. Een bijzonder woord van waardering richten wij tot allen die zich inzetten voor het parochiale leven in al zijn aspecten. De toewijding van priesters, diakens, religieuzen, pastorale werkers en werksters, samen met de inzet van duizenden vrijwilligers, is de rijkdom en de ruggengraat van onze kerkgemeenschap. Voor elke medewerking zeggen wij dank aan God, van wie alle goede gaven komen.
Zusters en broeders, als bisschoppen nodigen wij u uit levende stenen te zijn in de opbouw van de Kerk van Christus en uw plaats als christenen in de samenleving volop in te nemen. Samen blijven we onderweg als het volk van God, door goede en kwade dagen. Laten wij voor elkaar bidden, om samen te zien en te doen wat de Heer Jezus vandaag van ons vraagt. Over enkele dagen vieren wij het feest van Pinksteren. We bidden dat Gods heilige Geest ons de nodige wijsheid en daadkracht geeft om verder te bouwen aan een Kerkgemeenschap die beeld wil zijn van Gods menslievendheid.
De bisschoppen en diocesane administrators van België