Waarom staan we toch zo onverschillig tegenover christenen in verdrukking in het Midden-Oosten? De dood van de katholieke pater Frans van der Lugt markeert voor David Dessin een bredere beweging: het einde van het multireligieuze karakter van het Midden-Oosten. Terwijl ook christenen het moesten ontgelden, keek Europa toe.
Met de dood van pater Frans van der Lugt in Homs komt er langzaamaan een eind aan een lange era van christelijke aanwezigheid in Syrië. Los van het gebrek aan Europese belangstelling voor de strijd in Syrië is er ook nog een andere, diepere en oudere vorm van onverschilligheid aanwezig, waarbij Europa erg selectief lijkt om te gaan met vervolgde minderheden. In het Midden-Oosten zien we al langer hoe de multireligieuze bevolking in een angstaanjagend korte tijdsspanne wordt gezuiverd van vreemde — niet toevallig vaak Europese — elementen, terwijl Europeanen niets doen en de andere kant opkijken.
Waar blijft ons fonds voor het Syrische christendom? Zijn we zo onverschillig geworden? Bevindt Syrië zich te ver van ons bed? De enorme aandacht die bijvoorbeeld de Palestijnen vandaag in Europese media krijgen in hun strijd tegen de staat Israel (een buurland van Syrië), lijkt dat toch tegen te spreken?
Eén toerist in Bethlehem heb ik zich eens horen afvragen waarom een Syriër zich in godsnaam tot het christendom bekeert. Alsof christenen niet al duizenden jaren in Syrië, Egypte en Palestina wonen. Alsof het christendom in het Midden-Oosten niet tot ver in de middeleeuwen lange tijd het zwaartepunt van het christendom was, meer dan Europa. Alsof christenen vandaag niet eens het recht hebben om in die gebieden te wonen, en ze het misschien zelf wel verdiend hebben om vervolgd te worden en uiteindelijk te verdwijnen.
Hume en Diderot
Is dat ver gezocht? Europese verlichtingsdenkers hebben altijd al een discriminerende houding tegenover het christendom gehad. De verlichtingsfilosofen bijvoorbeeld gebruikten de islam als voorbeeld van verdraagzaamheid om de katholieke kerk te bekritiseren. Respectabele filosofen als David Hume en Denis Diderot en historicus Edward Gibbon aarzelden daarbij niet om de geschiedenis te verdraaien en bijvoorbeeld de kruisvaarten af te beelden als eenzijdige daden van imperialistische agressie, of als pure religieuze waanzin veroorzaakt door op macht beluste pausen. Het is een beeld dat tot op vandaag wordt herhaald in onze publieke ruimte en onze cultuur. Dat Europa in de 11de eeuw al bijna vijf eeuwen een defensieve oorlog tegen de islam voerde, willen velen gewoon niet horen.
Verbanningen na Eerste Wereldoorlog
Toch is het zo dat grote christelijke gemeenschappen van de eerste eeuwen tot in de moderniteit overleefden in landen als Egypte, Syrië, Libanon, Irak en Turkije. Tot 1900 maakten christenen 30 procent uit van de bevolking in het Ottomaanse Rijk. De christenen in het Midden-Oosten floreerden onder moeilijke omstandigheden, tot ze werden weggevaagd door een serie van oorlogen en verbanningen volgend op de Eerste Wereldoorlog. De christelijke gemeenschap in Irak telde tot in 1980 nog steeds bijna 5 procent van de bevolking, sinds die tijd is ze gedecimeerd door de gecombineerde effecten van oorlog en vervolging. Het laatste veilige, christelijke bastion in de regio was Syrië, waar christenen voor de oorlog tot 10 procent van de bevolking uitmaakten. Het eeuwenoude multireligieuze karakter dat het Midden-Oosten tot voor de 20ste eeuw had is in de recente geschiedenis verdwenen, terwijl Europa de andere kant op keek.
David Dessin is filosoof en onderzoeker aan de Universiteit van Antwerpen. Deze tekst werd in De Standaard van 10 april 2014 gepubliceerd.