Professor Introvigne bespreekt de recente verklaringen van kardinaal Bertone over het verband tussen homoseksualiteit en pedofilie.
Massimo Introvigne is directeur van het Studiecentrum voor de Nieuwe Religies , het CESNUR. Hij beweert dat kardinaal Tarcisio Bertone het slachtoffer is geworden van een desinformatie-operatie betreffende wat hij werkelijk heeft verklaard over het verband tussen seksueel misbruik door leden van de clerus en homoseksualiteit. Wij geven hier een interview weer dat gerealiseerd werd door Jesús Colina voor het agentschap Zenit van Rome.
– In zijn antwoord aan een journalist heeft kardinaal Bertone verwezen naar de studies over gevallen van priesters die seksueel misbruik hebben begaan. Zij tonen aan dat dit misbruik over het algemeen werd gepleegd op jongens die de puberteitsleeftijd voorbij waren. Wat zijn de cijfers?
Ik geloof dat het een plicht is onze solidariteit met kardinaal Bertone uit te drukken. Hij is het slachtoffer van een onwaardige en, eerlijk gezegd, ongemanierde agressie. In het kader van een interview —die geen wetenschappelijke uiteenzetting is—, beperkte de kardinaal zich tot een verwijzing naar een evident gegeven, dat iedereen die met deze zaken belast is, kent. Volgens het rapport uit 2004 van het John Jay College in New York —de meest gezaghebbende studie die over dit onderwerp bestaat— heeft 81 procent van de beschuldigingen van misbruik op minderjarigen door priesters in de Verenigde Staten betrekking op jongens, niet op meisjes. We hebben het over mannen die andere mannen misbruiken. In Ierland, ook, is het aantal gevallen waarin priesters jongens misbruiken, het dubbele van deze waarin ze meisjes misbruiken. Dit zijn cijfers en als zodanig zouden zij niemand moeten beledigen. Men kan de cijfers niet meer —of niet minder— laten zeggen dan wat zij zeggen.
– Maar men mag niet zeggen dat homoseksuelen pedofielen zijn!
Het is duidelijk dat niemand ooit gezegd heeft dat alle priesters met homoseksuele neigingen minderjarigen misbruiken. Dit zou een volstrekt onrechtvaardige beschuldiging zijn. Het is wel een feit dat de meerderheid van de priesters die minderjarigen misbruiken, minderjarigen van hetzelfde geslacht misbruiken.
– Hoe werden de woorden van kardinaal Bertone verdraaid?
Kardinaal Bertone wou zeker niet tussenkomen omtrent de medische kwalificatie van deze gedragingen: efebofilie, homofilie, pedofilie. Maar zij die hem bekritiseren vatten soms een interview op als een medisch traktaat, en ze zouden gewoonweg willen verbieden statistische gegevens aan te halen die zij niet politiek correct vinden. Zulks is een vorm van onaanvaardbare censuur, soms als wetenschap versluierd.
– In zijn herderlijke brief van 19 maart 2010 aan de katholieken van Ierland heeft Benedictus XVI een duidelijk verband gelegd tussen deze gevallen en het verlies van eerbied voor de Kerk en haar onderricht, dat zich binnen de Kerk zelf heeft ontwikkeld na het Tweede Vaticaans Concilie. Ziet u er een rechtstreeks verband in?
Persoonlijk denk ik ook dat een zekere tolerantie voor een homoseksuele subcultuur in de jaren 70 binnen sommige —natuurlijk niet alle— seminaries vrij ruim heeft bijgedragen tot deze morele verwarring en tot het theoretische en praktische protest tegen de kerkelijke moraalleer, dat de paus in zijn brief over Ierland aanklaagt. Deze leerstellige en praktische verwarring heeft de bodem voorbereid waarop soms ook het onkruid is kunnen groeien van een zeker gedogen van misbruiken. Ze is zeker niet de enige oorzaak van de crisis, maar ze maakt deel uit van een meer algemeen probleem. De Kerk heeft dus terecht maatregelen genomen om dit probleem aan te pakken. Het feit dat de Kerk de homoseksuele daden als objectief ongeordend beschouwt —zelf als zij de homoseksuele personen als persoon eerbiedigt— zou voor niemand iets nieuws moeten zijn. En indien zij deze daden als dusdanig in de maatschappij in het algemeen beschouwt, kan de Kerk ze nog veel minder gedogen in de noviciaten en de seminaries.
– Waarom deze zo felle, maar evenzeer onrechtvaardige aanvallen tegen kardinaal Bertone, de paus en de Kerk?
Van nu af aan is voor ieders ogen duidelijk hoe een homoseksuele drukkingsgroep aan het werk is. Hij tracht het probleem van de pedofiele priesters te gebruiken als voorwendsel om de Kerk de mond te snoeren, haar te beletten haar leer over het objectief ongeordend karakter van de homoseksuele daad altijd weer voor te stellen, en vooral om de zeer doeltreffende actie tegen te gaan die de katholieken hebben in gang gezet, bv. in Italië met Family Day , om iedere eventuele openbare erkenning van homoseksuele huwelijken door de staten te blokkeren. De juiste wijze om de tirannie van de drukkingsgroepen te beantwoorden is nooit te wijken. De leer van de Kerk over de homoseksualiteit moet altijd weer worden voorgesteld en rustig uitgelegd in alle omstandigheden, “te pas en te onpas”. Men moet ook de redelijke en niet enkel de geloofsfundering van deze leer aantonen, opdat zij zich door haar redelijke aard ook aan de niet-gelovigen zou opdringen; aan de staten vragen ermee rekening te houden is geen inmenging van de Kerk, maar een dienst aan het algemeen welzijn. En de katholieke leken, vooral zij die zich in de politiek inzetten, moeten zich verzetten tegen iedere schijn van publieke erkenning van de homoseksuele huwelijken… en tegen de provocerende houdingen zoals het huwelijk van twee lesbiennes dat verleden maand werd “gevierd” door de burgemeester van Turijn.
Ter aanvulling van dit interview, hierbij de uitspraak op 14 april ll. van Pater Federico Lombardi S.J., Directeur van de Perszaal van de Heilige Stoel: “de kerkelijke overheden oordelen dat zij niet bevoegd zijn algemene uitspraken te doen in medische en psychologische zaken. Zij verwijzen naar de gespecialiseerde studies en lopende onderzoeken. Wat hun bevoegdheid betreft, de door de Congregatie voor de Geloofsleer behandelde zaken van seksueel misbruik op minderjarigen door de clerus, verschaffen de statistische gegevens die recent door Mgr. Scicluna werden aangehaald: 10% gevallen van eigenlijke pedofilie tegen 90% gevallen die men eerder kan bepalen als efebofilie, want ze betreffen adolescenten (60% mannelijke gevallen en 30% vrouwelijke). In ieder geval ging het duidelijk om misbruik bedreven door priesters en niet om cijfers betreffende de bevolking in het algemeen.”
|
Het interview van Massimo Introvigne werd op 14 april gepubliceerd in http://www.zenit.org/article-24070?l=french. De verklaring van Pater Lombardi werd gepubliceerd door Vatican Information Service ( http://visnews-fr.blogspot.com/2010/04/declaration-du-directeur-de-la-salle-de.html ). Deze tekst, oorspronkelijk in het Frans gepubliceerd, werd vertaald door Walter Van Goethem.