De vroegere directeur van de Persdienst van de Heilige Stoel, die deze functie gedurende meer dan 20 jaar bekleedde, heeft heel wat ervaring in de communicatie van de Kerk. Hierbij enkele uittreksels van de toespraak die hij hield bij de sluiting van het XIIe Congres “Katholieken en Openbaar leven” die plaats vond te Madrid op 19 november 2010.
De huidige toestand brengt ons onvermijdelijk terug naar de oorsprong van het christendom. Na tientallen jaren, eeuwen, waarin de christenen hebben getracht de westerse maatschappij te verdedigen tegen de ontkerstening van de cultuur, mag thans het geloof in een toestand die men neo-heidens zou kunnen noemen, niet op het defensief blijven. Het is niet meer een traditie die moet veilig gesteld worden, maar wel het vooruitzicht op een toekomst die men moet herscheppen, opbouwen… De vraag is niet te weten of het christendom zal kunnen overleven, maar eerder of het geloof opnieuw zal kunnen verspreid worden zoals tweeduizend jaar geleden.
Hoe de christelijke realiteit meedelen aan de actuele wereld?
De eerste christenen konden tamelijk goed communiceren zonder dat zij een licentiaat in de communicatiewetenschappen bezaten. Ze hadden zelfs geen speciaal opgebouwde cultuur, maar toch zijn zij het die de culturele en communicatiestrijd van toen hebben gewonnen. Want wanneer de christen zich als een christen gedraagt, overtuigt hij altijd. Een persoon met overtuiging bezit een oneindig superieure kracht op een andere die enkel belangen heeft. Vanuit dit oogpunt is het christendom vooral een levenswijze; levend en genietend van het leven, geeft het daaromtrent uitleg, beredeneert het, en laat het de hele innerlijke coherentie ervan tot uiting komen …
Men moet naar Jezus van Nazaret gaan. Maar naar Hem is er slechts één weg: het persoonlijk gesprek in de sacramenten en in het gebed. Voor de meesten onder ons is het gebed een verplichting.
Voor Johannes-Paulus II was dit anders. Het was geen verplichting die gebonden was aan bepaalde uren van de dag, maar wel een noodzaak. Dit laat toe de wortel te tonen die de hele zending van de christen voedt: het één zijn met Hem die aan de christen zijn eigen zending geeft. Anders kunnen we niet spreken over de zending van de christen, maar over de zending van Joaquin Navarro of van wie ook. Wanneer de zending mij door iemand gegeven wordt, moet ik met hem solidair blijven.
Wat hebben ze gemeenschappelijk?
Johannes-Paulus II heeft herhaaldelijk gezegd dat de synthese tussen cultuur en geloof niet enkel een vereiste is van de cultuur, maar ook van het geloof. Een geloof dat geen cultuur wordt is een geloof dat niet volledig is opgenomen, niet volledig overwogen, niet trouw beleefd. Hij vatte in deze regels zijn hele menselijke ervaring van gelovige en paus samen, maar ook de ervaring van de intellectueel die hij was. Wanneer bv. Genesis ons spreekt over de schepping van de mens en zijn gelijkenis met God, kan dit gegeven alleen al een hele cultuur doen ontstaan, een hele antropologie die moet worden uitgewerkt, tot rijping gebracht en ontwikkeld op een rationele en wetenschappelijke wijze. Wegens deze gelijkenis zijn wijzelf het gelaat van God in de wereld: deze realiteit aanvaarden, dat is cultuur. Het geloof wordt ook cultuur telkens wanneer wij in het gewone leven de personen uit onze omgeving behandelen op de enige wijze die rechtvaardig is en conform aan onze goddelijke oorsprong.
Ik had het geluk drie heiligen te kennen: de Heilige Josemaría, de dienaar Gods Johannes-Paulus II en de zalige Moeder Teresa. Ik kon niet anders dan me afvragen of deze zo verschillende personen iets gemeenschappelijks hadden. Het besluit waartoe ik kwam is dat zij gemeenschappelijk het goed humeur bezaten. Dit buitengewoon en aanstekelijk goed humeur dat deed lachen, zelfs in omstandigheden waarin men zou denken te moeten wenen. Dit goed humeur was niet het gevolg van een feestpsychologie, maar steunde op iets veel steviger dat het menselijk karakter doordringt en dat de mens tot een zaaier van vreugde maakt.
Wie gelooft dat God de mens heeft geschapen als zijn beeld en gelijkenis heeft nooit reden om zijn goed humeur te verliezen. Dat is de zekerheid die aan een christen die zijn zending in de huidige wereld vervult, niet mag ontbreken: erover zeker zijn en overtuigd dat het einde een “happy end” is.
Bron: www.almudi.org. De originele Spaanse tekst heeft als titel “Si el cristiano se comporta como cristiano, convence”; deze tekst vertaald uit het Frans vertaald door Walter Van Goethem.