Vrouwen die bereid zijn om hun carrière opzij te zetten om zich voltijds op hun kinderen te focussen bereiden zich best voor op enkele standaardkritieken. Het huismoederschap zou een verspilling van talent zijn, een ontwaarding van diploma’s, een onderdrukking van de vrouw, een obstakel voor haar zelfontplooiing, of nog een bevestiging van patriarchale structuren in de maatschappij.
Deze kritieken zijn verhelderend voor de filosofie van de huidige cultuur. Ze leggen immers bloot hoe de samenleving nadenkt over vrijheid en de belangrijke dingen in het leven: vrijheid is het niet beperkt zijn door enige externe factor, en wat er echt toe doet in het leven is geld verdienen, carrière maken en goederen opstapelen.
Ook hier geeft het christendom een verrassende, frisse kijk op de dingen, door de wereldse logica om te keren. Hier zijn 8 christelijk geïnspireerde redenen om thuis te blijven voor de kinderen.
1. Onze wereld heeft heiligen nodig
Paus Johannes Paulus II stelde: ‘Meer nog dan hervormers, heeft de Kerk een nood aan heiligen.’ Gods droom is dat wij allen heilig zijn (zie als Oud-Testamentische basis onder meer Lev. 11:45), wij moeten alleen zien te ontdekken welk pad Hij in gedachten heeft om ons hart te vergroten.
Men zou het gezin een ‘geprivilegieerde plaats’ kunnen noemen voor deze heiliging, voor het verspreiden van Gods oneindige goedheid en liefde.
Eén van de redenen waarom we zouden willen opteren om buitenshuis te werken is de kwestie van ‘impact’ – een positieve stempel drukken op de wereld. Maar de heilige Josemaría Escrivá wist al dat de positieve invloed van een moeder vaak veel verderstrekkend is (want haar invloed bereikt buiten het eigen gezin ook een grote kring van vrienden, kennissen en andere mensen met wie ze te maken heeft) dan die van een hoogleraar aan de universiteit op het leven van zijn studenten (interview met Pilar Salcedo, 1 februari 1968).
2. Hechting
Je huidige baan blijft hoogstwaarschijnlijk geen onderdeel van je leven tot aan je dood, maar je kinderen wel. Je familie heb je voor altijd. In dit licht is het economisch perfect rationeel om een ‘investering’ in hen te doen, vooral wanneer ze nog jong zijn.
Wanneer je de hele dag door bij je kinderen bent en niet enkel ’s ochtends vroeg en ’s avonds laat, zie je zoveel meer van hen; van hun eigenheden en gedragingen. Zo kan je de persoonlijkheid van je kinderen echt doorgronden en een hechte band met hen vormen, zoals een externe opvoeder dat nooit zal kunnen doen.
3. Onze kinderen zijn onze eerste prioriteit
Gina Loehr, auteur van meerdere boeken over het eigene van de vrouw, vertrouwde me toe: ‘De wereld mag er anders over denken, maar we moeten niet twijfelen dat onze kinderen onze eerste prioriteit zijn.’
Buitenshuis werken kan soms bijna hypocriet aanvoelen. Op kantoor begint men bijna spontaan te verzekeren aan baas en collega’s dat het werk de topprioriteit is, waarvoor men bereid is alles op te offeren. Maar in werkelijkheid lijdt het geen twijfel dat de noden van iemands familie altijd meer prioritair zullen zijn. Een collega kan de verantwoordelijkheid over een dossier overnemen, maar geen enkele andere persoon kan de verantwoordelijkheid over je kinderen volledig overnemen. Het is een aspect van natuurrecht.
De vraag dringt zich op: als mijn kinderen inderdaad het belangrijkste in mijn leven zijn, waarom ben ik dan tien uur per dag weg van huis om andere dingen te doen? De activiteitenlijst omdraaien, van werk-gebaseerd tot gezin-gebaseerd, waarbij andere ambities (die zeker even nobel kunnen zijn) worden nagestreefd indien en wanneer het gezinsleven het toelaat, kan meer natuurlijk en coherent aanvoelen.
Wat de keuze uiteindelijk ook zal zijn, kinderen hebben de liefde en tijd van hun moeder nodig. Dit is niet onderhandelbaar.
4. Geluk ligt in de kwaliteit van onze menselijke relaties
Niet in professionele succesjes, vakanties naar exotische bestemmingen, of hopen vrije tijd. In de reacties van vele goedbedoelende tijdgenoten zit een denkfout. Ze gaan ervan uit dat je niet gelukkig zal zijn als je niet over de middelen beschikt om drie keer per jaar op citytrip te vertrekken, onbeperkt op restaurant te gaan of dure kleren te kopen.
Wat ons uiteindelijk gelukkig zal maken is Liefhebben, en dit is geen naïeve slogan van wereldvreemde idealisten die nog geen inzicht hebben in hoe de wereld werkt. Het is een wet die ingeschreven is in ons hart.
5. De pedagogische waarde
Een argument geïnspireerd door het boek Love and Economics van Dr Jennifer Roback Morse: deze auteur vergelijkt de geïnstitutionaliseerde kindertijd (zonder homeschooling of kinderzorg door de ouders zelf) met een staatgeleide economie, waar verschillen worden uitgevlakt. Ook merkt ze geestig op dat mensen vandaag eerder opteren voor kleine gezinnen, met het argument dat ze meer individuele aandacht wensen te geven aan ieder kind. Maar dan worden diezelfde kinderen de hele dag naar instellingen gestuurd waar er slechts één begeleider is per acht of meer kinderen…
Daarnaast zijn de meeste pedagogen het erover eens dat men moet trachten om een one-size-fits-all aanpak te vermijden in de verhouding onderwijzer-leerling. Kiezen om huismoeder (of huisonderwijzer) te worden is precies dit. In een geïnstitutionaliseerde kindertijd wordt het kind geconfronteerd met een opeenvolging van verschillende opvoeders. Er zijn geen ‘blijvers’: volwassenen die het kind volgen gedurende zijn hele traject tot adolescent. Als een moeder daarentegen ken je je kinderen best en beschik je over de knowhow om werkelijk een gedifferentieerde benadering aan te bieden, aangepast aan ieder uniek kind.
6. Om meer beschikbaar te zijn voor familieleden en vrienden
Mensen die de hele dag thuis zijn kunnen een belangrijke rol vervullen in hun sociale netwerk. In onze wereld van gejaagdheid en rennen van de ene activiteit naar de andere, is beschikbaarheid voor andere mensen een schaars goed geworden. Denk aan een gepensioneerde grootmoeder en grootvader die in de buurt wonen: ze zijn een zegen voor familieleden die nood hebben aan een babbel, hun huis is een plaats van ontmoeting, en ze houden de familie bijeen.
Een bevriende huisarts ging zover om te zeggen dat vrouwen, met hun typische toewijding aan zorgtaken, ervoor zorgen dat de wereld niet ten onder gaat aan oorlog. ‘We hebben een immens belangrijke rol te vervullen in de gemeenschap, als echtgenoten, moeders en ‘sociale netwerksters en zorgsters’… Wij beschermen het gemeen goed, de waardes en instellingen… eigenlijk bewaken wij de wereldvrede!’
7. Wanneer je klaar bent voor een avontuur
Paus Franciscus spoort ons geregeld aan om uit onze comfortzone treden. Als nieuwbakken huismoeder kan ik getuigen: aan grappige, absurde, stresserende situaties (en vaak dit alles tegelijk) zal er geen gebrek zijn!
Dag in dag uit zorgen voor kinderen staat gelijk aan bewust de controle opgeven over onze eigen plannen, aan openstaan voor het avontuur dat onze kinderen ons op dagelijkse basis zullen brengen – en in deze zin, non-stop ‘open staan voor het leven’.
8. De grootheid van de taak
Toen mijn eerste kind nog een boreling was, voelde ik me vaak ‘gediscrimineerd’ door God. Waarom moest ík dit zware werk doen? Waarom mocht mijn echtgenoot ‘s ochtends vrolijk het huis verlaten, mij achterlatend met die ontroostbare baby? Ik vond het oneerlijk dat ik diegene was die gerechtigd was op wat men noemt ‘bevallingsrust’ (een bevriend professor herkwalificeerde dit ooit gevat als ‘bevallingskamp’). De velerlei taken in het huis en voor de baby schenen mij triviaal toe, en bijna onderdrukkend.
Ik geloof dat deze mentaliteit grotendeels schatplichtig was aan de intellectuele nalatenschap van de 20ste eeuwse feministe Simone de Beauvoir, die de vrouw wilde bevrijden van ‘de slavernij van huwelijk en moederschap’.
Thans ben ik dankbaar om een andere denkwijze te hebben kunnen aannemen. Kinderen grootbrengen en zorg dragen voor je geliefden is in feite een taak van immense waarde. Iedere persoon op aarde, ook de bekendste CEO of de meest succesvolle regeringsleider, is ooit een kleine peuter geweest: wat zou er van hen geworden zijn als ze geen liefde hadden ontvangen van hun moeder?
Het is vererend zich gesteund te weten in deze zienswijze door de illustere schrijver G.K. Chesterton, een echte pleitbezorger van het huiselijk leven. Hij vergeleek het werk van moeders met dat van Aristoteles, die eveneens personen onderrichte in de moraal, goede manieren, theologie en hygiëne. Chesterton schreef:
‘Hoe kan het een aanzienlijke carrière zijn om de kinderen van andere mensen te vertellen over de Regel van Drie, en een onaanzienlijke carrière om de eigen kinderen te vertellen over heel het universum? Hoe kan het weids zijn om hetzelfde te betekenen voor iedereen, en beperkend zijn om alles te betekenen voor iemand? Neen; de taak van een vrouw is afmattend, maar omdat hij gigantisch is, niet omdat hij miniem is. Ik heb te doen met mevrouw Jones omdat haar taak reusachtig is; niet omdat hij gering is.’
Het maatschappelijk aanzien van het werk van een huismoeder is niet bepaald groot. Daar moet de samenleving — in haar eigen belang — absoluut verandering in brengen. Het is sprekend voor de Kerk en haar waardering voor vrouwen dat ze dit werk altijd van hoge waarde heeft geacht.
Zal ik het wel aankunnen?
Toen ik midden in het beslissingsproces zat om thuis te blijven voor de kinderen, gebeurde er iets opvallends. Midden in de nacht werden mijn echtgenoot en ik getroffen door een voedselvergiftiging. De ochtend erna voelde geen van ons beiden zich in staat om het bed te verlaten om voor ons eenjarig dochtertje te zorgen. Het was zondagochtend om 7 uur, we belden verschillende van onze vrienden en familieleden op, maar niemand kon ons te hulp komen. Dit wekte een angstige reactie bij me op. Hoe in hemelsnaam zal ik het hoofd bieden aan dit soort situaties wanneer ik huismoeder ben? Wat als ik ziek word: zal het legitiem zijn om te rusten? Wat als ik behoefte heb aan een pauze?
Ik lichtte mijn geestelijk leider in over mijn twijfels. Het antwoord van de priester was bondig maar doorslaggevend. ‘Denk aan wat de Heer zei aan de Heilige Paulus: aan mijn genade heb je genoeg’, verwijzend naar de passage in 2 Kor. 12,9. ‘Aan genade van God zal het je nooit ontbreken. Zoals we zingen in het Te Deum: op U heb ik gehoopt, ik ben nooit bedrogen geweest; in Te Domine speravi, non confundar in aeternum.’
Linde Declercq (1990) is licenciaat in de rechten en huismoeder.