Jij en ik, wij moeten in vreugde zaaien.
Indien jij denkt dat de Kerk op dit moment een zo ernstige crisis doormaakt dat ze zich er niet van zal herstellen, spijt het mij ten zeerste te moeten zeggen dat er nog veel ergere geweest zijn. Tijdens het arianisme bijv. waren 80% van de bisschoppen ketters. Indien je ondanks alles denkt dat de hedendaagse situatie te zorgwekkend is, word dan niet bang, dat is normaal. Zo’n grote heiligen als Athanasius of Augustinus zijn gestorven met het zicht op een heel zwarte horizon. Het is vrij klassiek te geloven dat alles helemaal verkeerd gaat.
In ieder geval zou je kunnen denken dat de boot van Petrus — de Kerk ¬ het risico loopt te zinken in de toekomst, zelfs als ze tot nu toe overleefd heeft. Misschien is het daarom dat Jezus Christus besloot ons gerust te stellen en in het Evangelie zei: “Op mijn beurt zeg Ik u: Gij zijt Petrus; en op deze steenrots zal Ik mijn Kerk bouwen en de poorten der hel zullen haar niet overweldigen” (Mt. 16, 18). Deze woorden vormen de beste levensverzekering van de geschiedenis.
Het pausdom en de gezonde leer hebben machtige vijanden overleefd, van de vervolgingen door de Romeinse keizers tot Napoleon zelf. Een beroemde anekdote gaat zo: op een dag zei de Franse keizer tegen kardinaal Consalvi: “Ik ga uw Kerk vernietigen.”
De kardinaal antwoordde: “Neen, je zal dat niet kunnen!”
Toen herhaalde Napoleon woest: “Ik ga je Kerk vernietigen!”.
Men zou het antwoord van de kardinaal in steen kunnen beitelen: “Neen, het zal je niet lukken, want zelfs wij zijn er niet in geslaagd! Als duizenden ontrouwe geestelijken en zondaars er niet in geslaagd zijn haar van binnenuit te vernietigen, hoe denkt u dat dan te kunnen doen van buitenaf?”
Men kan het onzegbare lijden voor de problemen in de Kerk, maar men kan ook zich laten inspireren door wat psychologen en psychiaters zo vaak herhalen: “Er zijn zaken die je niet kan veranderen, maar je kan daarentegen wel in grote mate beslissen hoe ze je treffen”. De menselijke geest kan enigszins zelfvernietigend werken wanneer hij geobsedeerd is door bepaalde kwesties, vooral door diegene die je interesseren. De situatie van de Kerk kan één van die problemen zijn, en daarom denk ik dat het goed is om te bedenken dat Jezus Christus het heil van het menselijk ras reeds heeft volbracht 20 eeuwen geleden.
Het is dus niet noodzakelijk de Kerk te redden, Hij heeft dat reeds gedaan.
Dat betekent dat het spel gewonnen is (ook al moet jij het spelen en je handen uit de mouwen moet steken op deze aarde). Wat daarentegen geen zin heeft, is de vrede te verliezen terwijl je weet dat jij het spel vast en zeker gaat winnen.
Je mag veldslagen verliezen, maar niet de oorlog.
Keer op keer wordt het evangelische tafereel van de storm op het meer van Genezareth herhaald. De angstige leerlingen wekken Jezus Christus, overtuigd dat ze zouden omkomen. Het meest verrassende is het antwoord van Jezus nadat Hij de storm tot bedaren heeft gebracht: “Waarom zijt gij zo bang? Hoe is het mogelijk dat ge nog geen geloof bezit?” (Mc. 4, 40). Wat een antwoord! Ik zou wel graag een foto hebben van de perplexe gezichten van de apostelen. Geen wonder dat ze dit antwoord niet zijn vergeten en in het Evangelie vereeuwigd hebben.
Sommigen denken misschien dat als we ons niet bezorgd maken over de situatie van de Kerk, wij het gevaar lopen af te glijden in passiviteit, zodat zelfs als de Kerk niet bezwijkt, het kwaad dat haar teistert zal toenemen en veel zielen verloren zullen gaan. Natuurlijk gaat het daar niet om. We moeten ons bezighouden —niet ongerust maken — met het oplossen van de problemen van de Kerk, vooral door het gebed en, voor zover mogelijk, met daden.
Ik denk dat de wanhopige toon van veel analyses van de situatie van de Kerk niets bijdraagt en dat hij niet erg christelijk is. De vreugde zou het erfdeel van de gelovigen moeten zijn en toch ontbreekt het ons vaak.
Er zijn veel heel erg positieve zaken in de Kerk: vanaf het sociaal werk dat zij volbrengt tot het groot aantal roepingen in sommige van haar instellingen. Bovendien zijn er nooit zoveel leken geweest, ook goed gevormd, die bidden en vrijwillig de sacramenten ontvangen met zoveel toewijding. En ze doen dat niet in een christelijke culturele context, maar in een ongunstige context.
Als men nu zoekt naar evidente tekenen van een volledig toekomstig herstel van de Kerk, spijt het mij dat ik erop moet wijzen dat die gemakkelijke en triomfalistische stijl niet typerend is voor God, zelfs indien de apostelen zelf te vaak geloofden dat zij de menselijke triomf van Christus zouden zien.
Denk aan de manier waarop de Heilige Geest de post conciliaire crisis heeft beheerd. Als je denkt dat de huidige beperking van de traditionele mis heel onrustwekkend is, verbeeld je dan wat dat moet betekend hebben voor de vrome mensen om van de oude ritus over te gaan naar diegene die we nu vieren. De veranderingen van deze liturgische hervorming moeten voor velen gelijk gestaan hebben met een sprong in een afgrond!
Nochtans heeft de tijd bewezen dat het mogelijk is de mis ten volle te beleven, zelfs in een andere ritus. Ook al zijn talrijke nuances van de viering — wat goed te onthouden is — vervlakt zijn, zijn de christenen doorgegaan met zich te voeden aan de vrucht van de Eucharistie (ik hoop dat je begrijpt wat ik bedoel: ik denk dat de oude ritus fantastisch is en ik wil geen oordeel uitspreken over de maatregelen die dat nu beperken).
Bovendien hebben ongeregelde theologische, morele en pastorale opvattingen, uitvergroot door vele media, terecht een gevoel van defaitisme voortgebracht bij vele gelovigen.
Maar wat heeft de Heilige Geest gedaan om de Kerk vooruit te doen gaan? Hij heeft een zekere Karol Wojtyla, die niemand kende en die in geen enkele pronostiek voorkwam, naar de zetel van Petrus geroepen.
En wat zal God nu doen om de situatie van de Kerk te verbeteren? Ik heb geen idee, maar ik denk dat als ik erachter probeer te komen, de engelen en de heiligen van de hemel zullen lachen.
Gelukkig is het onze rol niet de toekomst te raden. Het komt ons toe, aan jou en aan mij, te zaaien in vreugde, en niet om te onderzoeken welk gedeelte van de oogst het meeste vrucht zal dragen. Immers, als een nederige kleermaker erin slaagde Karol Wojtyla geestelijk te begeleiden om zijn innerlijk leven te doen groeien en hem tenslotte naar het seminarie te brengen, dan kan elke christen de oorzaak zijn waarvan God zich bedient om de Kerk te herstellen.
Het dient tot niets met raadsels te spelen. De wegen van God zijn ondoorgrondelijk. Jezus Christus zei het al tegen Nicodemus die Hem vroeg hoe een man opnieuw kon geboren worden wanneer hij reeds oud was (een vrij logische vraag, overigens): “De wind blaast waarheen hij wil; gij hoort wel zijn gesuis, maar weet niet waar hij vandaan komt en waar hij heen gaat; zo is het met ieder die geboren is uit de Geest.” (Joh. 3,8)
Wel, jij en ik voelen de wind van de positieve zaken in de Kerk, maar wij weten niet exact hoe God de geschiedenis leidt door de menselijke handelingen bij te sturen.
Dus zorg ervoor te bidden en de Kerk te helpen (door te beginnen met je ouders en kennissen, met je parochie) maar sloof je niet uit om sombere evaluaties te maken van de situatie: zij zijn zeker niet zo waar als je denkt en ze dienen niet om wat dan ook op te lossen.
Javier Garcia Herreria was gedurende 18 jaar leraar filosofie in het middelbaar onderwijs en legt zich sinds kort toe op journalistiek. Bron: https://www.exaudi.org/es/por-que-no-deben-preocuparte-las-crisis-de-la-iglesia/. Deze tekst werd uit het Frans vertaald door Jos en Helene Van Dyck.