Met zijn omstreden arrest van vorige week wil het Supreme Court geen politiek bedrijven, schrijft Joris Van Cauter (in De Standaard van 28-6-22). Het Hof wil het abortusdebat net teruggeven aan het volk.
Europa is niet langer het centrum van de wereld en zijn macht is in verval. Toch heeft het nog steeds de neiging om zijn waarden over de wereld uit de dragen. Vroeger gebeurde dat via kolonisatie. Vandaag zijn er hoogdravende verklaringen van Europese regeringsleiders die openlijk de rechtspraak van het hoogste Amerikaanse Gerechtshof in vraag stellen. Plots is het Supreme Court in Europese ogen niet meer dan een verzameling van activistische rechters, een politiek gerechtshof. Daarom ook dat ze ongehinderd kritiek kunnen geven op wat hen eigenlijk niet aanbelangt. De scheiding der machten is geen issue meer wanneer je rechters verwijt aan politiek te doen.
De kritiek dat het Supreme Court politiek is, of dat de rechters politiek benoemd zijn, is bevreemdend. Het Supreme Court is altijd al in zekere zin een politiek gerechtshof geweest. Ook in 1973, toen Roe v. Wade het recht op abortus grondwettelijk verankerde en in 1992, toen Planned Parenthood v. Casey het recht op abortus bevestigde. Dat openlijk politieke karakter is er net de kracht van. Want wetten, ook de grondwet, zijn niet meer dan gestolde moraal. De interpretatie daarvan is nooit waardevrij. De wijze waarop rechters benoemd worden in het Supreme Court is een complexloze manier om daarmee om te gaan. Ook de hoogste Europese rechters zijn politiek benoemd. Dat zijn velen even vergeten.
Gouvernement des juges
Minstens even belangrijk als de vraag wie oordeelt, is de vraag waarover grondwettelijke hoven of mensenrechtenhoven kunnen oordelen. De verhouding tussen politiek en recht was voor een groot stuk de inzet van Dobbs v. Jackson Women’s Health Organization, het zogenoemde antiabortusarrest van eind vorige week. Het Supreme Court oordeelt dat het als hoogste gerecht voorzichtig moet zijn en geen al te ruime invulling mag geven aan de grondwet. Die is (zeker in de VS) moeilijk aan te passen en hoe concreter die wordt ingevuld, hoe meer je ontneemt aan het politieke.
Het idee dat de VS naar de middeleeuwen zijn teruggekatapulteerd, is belachelijk. De uitspraak van het Hof ligt in lijn met hoe Europese, verlichte rechters erover denken
Uitspraken van een grondwettelijk hof doden het maatschappelijke debat over de invulling van bepaalde abstracte grondrechten, zoals het recht op vrijheid, op een privéleven of op leven. Het Supreme Court waakt er met andere woorden over om geen gouvernement des juges te worden. Dat het redactioneel commentaar het gisteren over activistische rechters had (DS 27 juni), is net in tegenspraak met het Amerikaanse arrest. Activistische rechters willen politiek bedrijven en dat is net wat het Supreme Court niet wil doen. De opperrechters willen het abortusdebat ‘teruggeven’ aan het volk. Afhankelijk van hoeveel vertrouwen je hebt in de stem van het volk, kun je die beslissing toejuichen of betreuren. In dat opzicht mag misschien eens worden opgemerkt dat de wet die het Supreme Court heeft goedgekeurd met zijn arrest-Dobbs abortus toelaat tot vijftien weken zwangerschap, dat is drie weken langer dan in België. Een recht hoeft niet grondwettelijk te zijn om een recht te zijn.
Privacy en vrijheid
De gedachte dat de Verenigde Staten naar de donkere middeleeuwen zijn teruggekatapulteerd, is belachelijk. De uitspraak van het Supreme Court ligt volledig in de lijn met hoe onze Europese, verlichte rechters erover denken. De grondrechten die zowel de Europese als de Amerikaanse rechters interpreteren, zijn vergelijkbaar.
In de zaak-Roe v. Wade werd een grondwettelijk recht op abortus afgeleid uit het recht op privacy, zoals gewaarborgd door het eerste, het vierde, het vijfde, het negende en het vijftiende amendement aan de grondwet van de VS. Het Casey-arrest fundeerde het grondwettelijk recht op abortus op het recht op vrijheid voor de Amerikaanse burgers en het feit dat die alleen op een wettelijke manier kan worden beperkt.
Vrijheid (artikel 5 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens) en privacy (artikel 8) zijn ook Europese grondrechten. Nochtans heeft het Europees Hof in verschillende arresten bevestigd dat in die bepalingen geen ‘recht op abortus’ te lezen valt. Het Europees Hof oordeelt dat het recht op privacy en het recht op vrijheid in de balans gelegd moet worden met het recht op leven (artikel 2), ook wanneer het om een ongeboren leven gaat. De lidstaten verschillen van mening over de vraag wanneer dat leven begint en juridische bescherming verdient. Die discussie wil het Europees Mensenrechtenhof niet beslechten. Het oordeelt dat lidstaten vrij moeten zijn om die discussie te voeren. Het Hof in Straatsburg zal de uitkomst van dat debat slechts marginaal toetsen.
Misschien zal het Europees Hof zich activistischer opstellen. In theorie kan die opstelling twee kanten uitgaan: het Hof kan het recht op leven ruimer gaan interpreteren en het ongeboren kind/de foetus ruimer gaan beschermen, of het recht op privacy ruimer interpreteren en zo de mogelijkheden tot abortus verruimen. Ongeacht welke uitkomst we het meest genegen zijn, is de vraag of het wenselijk is dat rechters dat beslissen. Veel Europese regeringsleiders lijken te verlangen dat een rechter op hun stoel komt te zitten. Tot die iets anders zegt dan ze willen. Dan is die rechter activistisch.
Joris Van Cauter is advocaat. Bron: https://www.standaard.be/cnt/dmf20220627_97617125