De auteur bespreekt de inhoud van het boek “The distracted mind” van Adam Gazzaley en Larry D. Rosen, dat de impact van internet en sociale media op de hersenen beschrijft op een wetenschappelijke manier, en advies geeft om een beter gebruik te maken van deze media.
Beeld je in: je herinner je dat je een bericht naar een collega moet sturen om een afspraak te verzetten. Wanneer je Whatsapp opent, zie je dat je verschillende ongelezen berichten hebt, en begin je de eerste te lezen. Daarin zie je een link naar een video die een goede vriend van jou je gestuurd heeft, en open je die op YouTube. Na een paar minuten merk je onderaan een aanbevolen video op die je nog interessanter lijkt, en beslis je uiteraard om die ook te bekijken. Plots herinner je je aan het bericht dat je moest sturen, sluit je YouTube af, en laat je je collega eindelijk weten dat je jullie afspraak wil verzetten. Wat dertig seconden moest duren, heeft uiteindelijk tien minuten in beslag genomen.
Als je gelijkaardige ervaringen gehad hebt, dan kan dit artikel je misschien helpen om beter te begrijpen hoe het komt dat we zo gemakkelijk afgeleid raken, en wat je kan doen om een meer gefocust leven te leiden.
Eekhoorns op zoek naar eten
In het boek The Distracted Mind, proberen Adam Gazzaley en Larry D. Rosen inzicht te geven in de werking van onze hersenen en hoe we omgaan met afleidingen, vanuit een evolutionaire perspectief. Een relevante vaststelling is dat voor de overleving van de mens, informatie even belangrijk is als voedsel. Voor onze verre voorouders was weten waar roofdieren aanwezig waren, hoe je vuur kon maken en hoe je met andere mensen moest interageren, onder andere, van cruciaal belang. We zijn in een zekere zin informatiejagers: we zijn van nature uit nieuwsgierig en houden onze ogen wijd open om informatie over onze omgeving te verzamelen. Een boeiend gesprek of naar een goede film kijken, kan vaak meer voldoening geven dan een lekkere maaltijd.
Om te begrijpen hoe we op zoek gaan naar informatie, stellen de auteurs van het boek daarom voor om te kijken naar hoe andere dieren op zoek gaan naar eten. Ze besteden in het bijzonder veel aandacht aan de zogenaamde Marginal Value Theorem, die het gedrag van dieren beschrijft die voorraden moeten zoeken in gebieden waar voedsel schaars is.
Een voorbeeld dat ze uitbundig bespreken is dat van eekhoorns. Wanneer een eekhoorn een boom beklimt om noten te verzamelen, moet hij in het begin relatief weinig moeite doen om die te vinden. Maar naarmate hij meer en meer noten verzameld heeft, wordt het moeilijker om nog meer eten in dezelfde boom aan te treffen, aangezien er telkens minder overblijft. Op een gegeven moment beslist de eekhoorn daarom om op zoek te gaan naar een andere boom, maar dit is ook niet gemakkelijk, want het kost hem tijd en energie. De Marginal Value Theorem is een model dat gebruikt wordt om de tijd te voorspellen die een eekhoorn in dezelfde boom zal blijven voordat hij op zoek gaat naar een andere boom, en stelt voorop dat zijn gedrag optimaal is: hij zal vertrekken wanneer het meer tijd en moeite zou kosten om verder eten te zoeken in eenzelfde boom dan naar een andere boom te gaan. Er zijn dus voornamelijk twee factoren die de tijd beïnvloeden: hoe meer eten er is per boom, en hoe verder de verschillende bomen zich van elkaar bevinden, hoe langer een eekhoorn bij eenzelfde boom zal blijven.
Mensen op zoek naar informatie
Gazzaley en Rosen beweren dat de Marginal Value Theorem inzicht kan geven in de manier waarop we omgaan met informatie. Als je een nieuwskrant begint te lezen, dan tref je in het begin relatief eenvoudig nieuwe en relevante informatie aan. Naarmate je verder leest, begin je minder en minder geïnteresseerd te zijn in de inhoud van de krant. Als je thuis ook een ongelezen weekblad of een sportkrant hebt, dan zal je na een bepaalde tijd de eerste krant opzij laten om die andere bronnen van informatie te raadplegen. De tijd die je besteedt aan het lezen van een krant zal dan ook van twee factoren afhangen: hoeveel relevante informatie die krant heeft, en hoe gemakkelijk het is om een andere informatiebron in je buurt te vinden.
Het is precies hier waar de nieuwe technologieën een ontzettend belangrijke rol spelen. Velen van ons dragen op zak een smartphone met internetverbinding, die ons onmiddellijk toegang geeft tot (zo goed als) alle informatie van de wereld. We kunnen onze aandacht proberen te richten tot eenzelfde bron van informatie, maar we worden er constant aan herinnerd dat er nog meer interessante informatie beschikbaar is als we maar met onze vinger op een icoon tikken. Het gevolg is dat we het steeds moeilijker hebben om geconcentreerd te blijven: we zijn zoals eekhoorns die telkens nadat ze een boom beklommen hebben, nog drie andere bomen ernaast zien die nog meer geladen zijn dan degene waarop ze zitten. Onze hersenen, stellen de auteurs, waren absoluut niet voorbereid om met zoveel beschikbare informatie om te gaan, en dit vertaalt zich in recente tijden in een indrukwekkende stijging van aandachtstoornissen en concentratieproblemen.
Sociale media
Er is een welbepaalde vorm van informatie die de meeste mensen erg belangrijk vinden (al geven we dit niet altijd toe), en dat is wat de anderen over ons denken. Dat zijn gegevens waaraan we niet zo gemakkelijk kunnen komen, en als de kans zich voordoet, dan doen we er instinctief alles aan om die te grijpen. Tijdens een receptie op je werk of op een feestje met vrienden, is er één woord dat je onmiddellijk zal afleiden van wat je aan het doen bent: je naam. Het is enorm moeilijk om geconcentreerd bij een gesprek te blijven als we beseffen dat andere mensen in de buurt over ons aan het spreken zijn, en we zullen normaal gezien proberen te horen wat ze over ons vertellen.
Hiermee is het misschien gemakkelijker om te begrijpen hoe ontzettend afleidend sociale media zijn. Ze hebben het mogelijk gemaakt om voortdurend, letterlijk 24 uur per dag, sociale feedback te krijgen. We kunnen op elk moment nagaan hoeveel followers we hebben op Instagram, hoeveel mensen onze laatste foto geliket hebben op Facebook, hoeveel reacties er zijn op onze laatste boodschap op Twitter… Als we de hoger beschreven analogie tussen informatie en voedsel doortrekken, dan zouden we sociale media kunnen beschrijven als de junk food voor onze hersenen.
Tips om met de nieuwe technologieën om te gaan
Beter begrijpen hoe de mens omgaat met informatie kan ons helpen om strategieën te ontwikkelen die ons toelaten om de nieuwe technologieën efficiënter te gebruiken en een gezonder en meer gefocust leven te leiden.
Uit het voorgaande volgt een gouden regel: om langer bij een taak geconcentreerd te kunnen blijven, kan je proberen om de afstand tot andere bronnen van informatie te vergroten.
– Iets heel concreets kan zijn om je smartphone ver van jou te houden tijdens bepaalde momenten van de dag: als je aan het eten bent, bij het studeren, tijdens een deel van je werkuren… Alleen al het feit dat het jou meer moeite zou kosten om de smartphone te gaan halen dan als die gewoon in je broekzak zat, zal je al helpen om minder snel afgeleid te raken.
– Een andere manier om de afstand tussen ons en de afleidingen te vergroten als we met de computer moeten werken — wat steeds vaker het geval is — bestaat erin om een internet blocker te gebruiken. Dat zijn programma’s die het onmogelijk maken om bepaalde websites tijdens een aantal uren te raadplegen. Het is soms gemakkelijk om de beslissing “Ik ga het komende uur Facebook niet opendoen” te nemen, maar onze wilskracht en concentratievermogen werken zoals onze spieren: je kan een, twee, drie, … afleidingen afwijzen, maar je raakt steeds meer moe en de kans dat je het opgeeft wordt met de tijd groter. Door zo’n blocker te gebruiken, maak je het zelf gemakkelijker om bij je beslissing te blijven.
– Tegenwoordig gebruiken vele websites en apps een systeem van notificaties om onze aandacht te trekken. Die notificaties uitschakelen is een doeltreffende manier om minder afgeleid te worden tijdens de dag, want zo zullen we die informatiebronnen enkel raadplegen waanneer we er bewust voor gekozen hebben.
Genoeg slapen is ook een goede tip om ons aandachtvermogen te vergroten, precies omwille van wat we hierboven gezegd hebben: onze wilskracht werkt in vele opzichten zoals een spier, en als we niet uitgerust zijn dan wordt het intrinsiek moeilijker om afleidingen te weerstaan en geconcentreerd te blijven. In dezelfde lijn is sporten, of tenminste voldoende fysieke beweging, ook een hulpmiddel dat uit onderzoek het concentratievermogen blijkt te bevorderen, alsook af en toe in de natuur en een rustige omgeving gaan wandelen.
Er zijn nog talrijke manieren om beter gebruik te maken van de nieuwe technologieën, en men hoeft niet alles te doen wat hier voorgesteld wordt. Maar tijd nemen om stil te staan bij ons digitaal gedrag is voor iedereen de moeite waard: je relaties met familie en vrienden, alsook de kwaliteit van je werk, hangen voor een belangrijk deel daarvan af.
Juan Diaz is doctor in de theoretische fysica (KU Leuven) en leerkracht fysica in het Sint-Albertuscollege te Leuven. Referenties: The Distracted Mind: Ancient Brains in a High-Tech World, Adam Gazzaley y Larry D. Rosen, The MIT Press, 2016.