De voorlopige overeenkomst tussen de Heilige Stoel en de Chinese regering over de benoeming van de bisschoppen, ondertekend te Peking op 22 september 2018, is het eindpunt van een lange en kronkelende dialoog. Maar “het is niet het einde van een verloop”, stipt de woordvoerder van het Vaticaan Greg Burke aan, “het is het begin!” (dp498)
Met deze overeenkomst hoopt de Heilige Stoel een einde te stellen aan de grote onregelmatigheid die de Chinese katholieke gemeenschap sedert meer dan vijftig jaar verscheurt: enerzijds het bestaan van bisschoppen die op het initiatief van het regime zonder toelating van Rome onwettig zijn benoemd, en anderzijds wettige, maar niet door de regering erkende bisschoppen, periodisch min of meer verhinderd hun ambt uit te oefenen, of zelfs gevangen gezet. De verdwijning van deze dubbele hiërarchie zal stilaan toelaten de verdeeldheid te helen tussen de gelovigen die de controle door de partij op de Kerk via de Patriottische Vereniging van Chinese Katholieken (PVCK) hebben aanvaard — of er zich eenvoudigweg bij hebben neergelegd — en zij die geweigerd hebben het op een akkoordje te gooien met het regime en ondergedoken hun geloof beleven.
Voor het ogenblik heeft de ondertekenening van de overeenkomst twee gevolgen meegebracht. Nog dezelfde dag heeft de paus de acht laatste bisschoppen die zonder pauselijk mandaat gewijd waren, in volle eenheid met de Kerk opgenomen: onder dezen een bisschop die verleden jaar gestorven is, en die zoals de anderen de erkenning door de Heilige Stoel had aangevraagd. Tegelijkertijd heeft Franciscus een nieuw bisdom opgericht, iets dat geen van zijn voorgangers na Pius XII in 1946 had kunnen doen. Dit recent geschapen bisdom, dat van Chengde (Hebei, in het Noordoosten van het land), telt ongeveer 25.000 katholieken op een totaal van 3,7 miljoen inwoners, met 12 parochies en 7 priesters.
Ondertekend, maar niet openbaar gemaakt
Maar men weet niet hoe de overeenkomst zelf luidt: zal de regering of de Heilige Stoel een bisschop kiezen uit een lijst van kandidaten die door de andere partij wordt voorgesteld? Zal de paus over een vetorecht beschikken voor personen die de PVCK aanwijst? Of is er nog een andere formule? Een nota van het Vaticaan bepaalt dat de overeenkomst “van kracht en dwingend is”, maar de inhoud ervan wordt niet publiek gemaakt, want die is “van voorlopige aard en ietwat experimenteel”, en blijft vatbaar “voor herziening en verbetering”.
Men mag veronderstellen dat Rome geen bezwaar zou hebben om de tekst van de overeenkomst te publiceren wanneer Peking daar niets zou op tegen hebben. Als zulks wel zo is, kan een uitleg van het Chinese voorbehoud bestaan in het feit dat het Ministerie van Buitenlandse zaken, dat de overeenkomst ondertekende, niet wil dat bekendgemaakt wordt tot wat het zich verplicht, omdat het niet zeker is van de finale steun van de Partij. Volgens een vrij verspreide theorie is er binnen het communistisch stelsel verdeeldheid tussen de “gematigden” die akkoord zijn met een verstandhouding met de Kerk en de “hardliners” die geen akkoord willen.
Een oud probleem
Alleszins is de overeenkomst er na drie lange decennia van onderhandelingspogingen en na vele jaren van besprekingen. Het probleem van de onwettige bisschoppen is begonnen kort na de oprichting van de PVCK in 1957: reeds vanaf het daarop volgend jaar werden er meer dan twintig bisschoppen gewijd zonder toestemming. Anderzijds ging de Heilige Stoel verder bisschoppen te benoemen die clandestien moesten gewijd worden en hun ambt clandestien moesten uitoefenen, en dat dikwijls eindigde met hun vrijheidsberoving. Die moeilijkheden zetten de Heilige Stoel ertoe aan, aan de wettige Chinese bisschoppen het voorrecht toe te staan zo nodig andere bisschoppen te wijden zonder Rome te raadplegen; wat naderhand ertoe bijdroeg de verwarring te verhogen: het werd voor de gelovigen nog moeilijker met zekerheid te weten welke herders in eenheid waren met de paus.
Gebruik makend van een versoepeling van het communisme onder Deng Xiaoping heeft Johannes Paulus II een geduldig proces van toenadering met China aangevat. Maar er was een merkelijke achteruitgang in 2000, met nieuwe onwettige benoemingen en een verontwaardigde reactie van het regime bij de heiligverklaring van 120 Chinese katholieken die stierven in de boxersopstand (1899-1901): volgens de Kerk martelaren, volgens Peking personen terechtgesteld wegens verraad in dienst van buitenlandse machten.
Het daaropvolgend jaar trachtte Johannes-Paulus II de wonden te helen door een betekenisvolle toespraak over Matteo Ricci, waarin hij vergiffenis vroeg voor de fouten begaan in de evangelisatie van China. Hij vermeldde in het bijzonder dat de Kerk in zekere perioden handelde onder de bescherming van Europese machten; wat haar vermengde met de politieke belangen van deze landen, en haar in de ogen van talrijke Chinezen deed schijnen een vreemd agent te zijn.
Vervolgens is de meerderheid van de onwettige bisschoppen begonnen de erkenning door de Heilige Stoel te vragen, hoewel er in 2006 nog wijdingen waren zonder pauselijk mandaat. Benedictus XVI heeft kunnen aankondigen dat na de verzoeken gunstig te hebben onthaald, praktisch alle bisschoppen wettig waren. Paus Ratzinger hief daarbij het privilege om bisschoppen clandestien te wijden op. En hij deed een der belangrijkste stappen van dit proces met zijn Brief aan de Chinese katholieken, waarin hij ze aanmoedigde om over de verdeling te stappen en de noodzaak uitte een rechtvaardig akkoord te zoeken met de burgerlijke overheid.
Na 2007 was er een rustperiode met benoemingen die waren toegestaan en door Peking en door Rome, tot in 2010 en 2011, jaren waarin de regering de schroeven aandraaide, en waar andere onwettige bisschoppen werden gewijd. De Heilige Stoel protesteerde krachtig en het proces van toenadering kende een stilstand. Franciscus slaagde erin de dialoog terug aan te knopen; ze brengt nu haar eerste concrete vrucht.
Het gaat ongetwijfeld slechts om een begin, zoals Burke zegt. Behalve na te gaan of het akkoord werkt, blijven er nog andere problemen te regelen. Eén daarvan is te weten wat men doet met het PVCK, dat geen gezag op de Kerk mag hebben. Men zou ook een Chinese bisschoppenconferentie moeten oprichten, want het door het PVCK opgerichte college van bisschoppen vervult niet de betrokken functies en wordt niet door de Kerk erkend. Men zou moeten komen tot akkoorden omtrent het openen van kerken, het oprichten en het beheer van seminaries, de selectie van kandidaten voor het priesterschap, enz. En men zou de diplomatieke betrekkingen tussen China en de Heilige Stoel terug moeten herstellen.
Zij die zich niet aan het regime hebben onderworpen
In heel het verloop van toenadering is er een delicaat punt: de gevoeligheid van de katholieken die zich niet aan de voorschriften van het regime hebben onderworpen. Het is een punt dat Benedictus XVI in zijn brief van 2007 heeft aangeraakt. Deze gelovigen kunnen in een akkoord met Peking een verachting zien van hun lijden terwijl men dezen beloont die de compromissen met het regime aanvaard hebben. Men denkt vooral aan de wettige bisschoppen die niet door de regering werden toegelaten en aan wie men het offer vraagt een stap opzij te zetten, wat reeds een krachtig protest van kardinaal Zen — die tegen de onderhandelingen was —, uitgelokt heeft. Men mag ook geen ongelijk geven aan hen die laten opmerken dat er in feite geen goed akkoord kan zijn met het Chinees regime, dat de godsdienstvrijheid niet eerbiedigt. Sedert dit jaar heeft het hardere regels ingevoerd, en deze maand nieuwe beperkingen goedgekeurd, concreet op het gebied van het verspreiden van godsdienstige boodschappen via het internet.
Maar die houding biedt geen beter alternatief zolang het Chinese regime niet verandert. Ieder compromis weigeren zou de verdeeldheid in de Kerk verlengen en wellicht nog erger maken: dat zou verplichten te kiezen tussen een “dubbele hiërarchie” en een enkele, samengesteld uit onwettige bisschoppen. Het is waarom men ook kan pleiten dat het verkieslijker is een overeenkomst te hebben die een stap vooruit veronderstelt, liever dan geen akkoord. Wij zullen slechts weten of het juist zo is bij het zien van de vruchten van het proces dat in gang gezet is.
Rafaël Serrano is de directeur van het agentschap Aceprensa. Bron: http://www.aceprensa.com/articles/primer-acuerdo-entre-roma-y-pekin-sobre-el-nombramiento-de-obispos/.Deze tekst werd vertaald uit het Frans door Walter Van Goethem.