Als abortus een patiëntenrecht zoals alle andere wordt, zullen de gevolgen groot zijn, waarschuwt Fernand Keuleneer. Hij vindt dat de wet niet moet veranderen. Dat schreef hij in een opiniestuk in De Standaard van 7 juni.
Enkele partijen hebben wetsvoorstellen ingediend met het oog op een wijziging van de abortuswetgeving. Zij dringen erop aan om nog voor het zomerreces over een tekst te stemmen, minstens in de commissie-Justitie van de Kamer van Volksvertegenwoordigers. Het is bovendien niet uitgesloten dat de regering tegen dan een eigen ontwerp voorlegt.
Het vertrekpunt voor de hele discussie is een drogreden. Abortus moet zogenaamd ‘gedepenaliseerd’ worden. Alleen is abortus al gedepenaliseerd. Artikel 350 in het strafwetboek stelt uitdrukkelijk: ‘Er is evenwel geen misdrijf wanneer …’ en dan volgen de voorwaarden waaronder de zwangerschapsafbreking geen misdrijf uitmaakt. Méér depenaliseren dan dat kan niet.
Oké, maar abortus moet ‘uit het strafwetboek’, zeggen mensen vervolgens. Is het dan niet merkwaardig dat in het wetsvoorstel van Open VLD toch nog strafsancties zijn opgenomen, als de voorwaarden om abortus uit te voeren niet nageleefd worden? Uit het strafwetboek halen, maar toch strafsancties opnemen, het is een van de ziekten van deze tijd. Strafsancties worden uitgezaaid over alle mogelijke wetten en wetjes, maar in het strafwetboek vind je ze niet terug. Onzindelijke wetgeving is zoiets.
Monopolie van de arts
Of zou het toch de bedoeling zijn om de strafsanctie ook af te schaffen als de wettelijke voorwaarden om een abortus uit te voeren niet nageleefd worden? Welke sanctie blijft er dan over bij schending van de wet? Juist, geen enkele. En daar is het natuurlijk om te doen.
Want in de meeste voorstellen wordt abortus gewoon een ‘patiëntenrecht’, opgenomen in de wet-patiëntenrechten, en bovendien louter een ‘medische handeling’. Dat is een geforceerde voorafname op de nieuwe wet over de uitoefening van de geneeskunde die minister van Volksgezondheid Maggie De Block (Open VLD) voorbereidt, en waarin elke handeling die aan een arts wordt voorbehouden een medische handeling wordt, ook al heeft ze niets te maken met helen, genezen of verzorgen.
Een van de gevolgen daarvan is dat abortus integraal zal behoren tot de uitoefening van de geneeskunde, die het monopolie is van de arts en waarin een derde zich niet mag mengen. Dat impliceert dat een ziekenhuis elke mogelijkheid verliest om abortus binnen zijn muren te verbieden of zelfs nog maar te beperken.
Dat geldt voor abortussen binnen de termijn waarin het een absoluut recht van de vrouw is, ook zonder noodsituatie. (In sommige van de voorstellen is die termijn verlengd tot vijf maanden.) Maar dat geldt ook voor abortussen die tot het einde van de zwangerschap door de wet zijn toegestaan, bijvoorbeeld op foetussen met het syndroom van Down of wanneer de ‘gezondheid’ van de moeder in het gedrang komt. De euthanasiewet indachtig zou het wel heel naïef zijn om ‘psychisch welbehagen’ niet bij ‘gezondheid’ onder te brengen.
Een ziekenhuis zal dus geen bezwaar kunnen maken wanneer een van zijn artsen zich specialiseert in abortussen bij het Downsyndroom of in het kader van psychisch welbehagen, ook al druisen die regelrecht in tegen de levensbeschouwelijke identiteit van een ziekenhuis. Waar blijft de vrijheid van vereniging en de vrijheid van ondernemen?
Glijmiddel voor eugenetici
Alle wetsvoorstellen bevatten wel een bepaling die stelt dat individuele artsen of leden van verplegend of verzorgend personeel zich op hun geweten kunnen beroepen om niet mee te werken aan abortus. Dat is een zoethoudertje, zo al niet een lachertje. Hoe naïef moet je zijn om te geloven dat een verpleger met gewetensproblemen zich in een context van kostenbesparingen en personeelstekort vijfmaal zou kunnen veroorloven om een gewetensprobleem in te roepen? Moet er voor zulke mensen geen safe space gecreëerd worden?
Maar nog meer fundamenteel moeten we ons afvragen waarom een arts, verpleegster of verzorger een gewetensprobleem zou kunnen of mogen inroepen als abortus een gewone medische handeling is. Bij gewone medische handelingen neemt de arts een medische beslissing op basis van medische deskundigheid, zijn geweten komt daar niet aan te pas. Of ziet u al een arts die geen medisch bezwaar heeft tegen de behandeling van een longontsteking, maar toch een gewetensprobleem inroept?
De campagne om de abortuswetgeving te wijzigen, is ideologisch en bedient zich van bedrieglijke argumenten. De klassieke geneeskunde strekt ertoe om te helen, niet om intentioneel tot levensbeëindiging over te gaan of de geboorte van een kind op eenvoudig verzoek te verhinderen. Maar de definitie van geneeskunde moet worden gewijzigd, als glijmiddel voor de eugenetici en voor bricoleurs van het ‘transhumanisme’, waarin geen plaats meer is voor het unieke karakter van de mens en het menselijke leven. Daarmee valt bergen geld te verdienen en daartoe moeten alle hinderpalen worden opgeruimd. Daarover gaat het, en over niets anders.
Fernand Keuleneer is advocaat. Bron: http://www.standaard.be/cnt/dmf20180606_03549082.