Een boekenshop voor katholieke inspiratie Verzending binnen heel BelgiëPapers over actuele onderwerpen

Ervaringen van het huwelijksleven (3/4)

20 februari 2012

 

Wij publiceren hier het derde deel van de bedenkingen die voortkomen uit de praktische ervaring van een gezinsvader. Het gaat over de communicatie binnen het huwelijk.

 

 

 

6. Nota’s over de communicatie binnen het huwelijk

Het “vermoeden van onschuld”

In het algemeen is het belangrijk de tendens aan te kweken om mensen positief te beoordelen. Voor de relaties binnen het echtpaar is het fundamenteel het “vermoeden van onschuld” aan te kweken. Men moet bv. denken: “zelfs al heeft hij/zij gedaan of gezegd wat mij pijn doet, ik weet dat hij/zij mij niet heeft willen kwetsen”, of “het verbaast me niet dat hij/zij heeft vergeten wat ik hem/haar heb gezegd, met de hoop dingen waaraan hij/zij moet denken”; of “het is normaal dat hij/zij te laat is, er is zeker iemand die hem/haar weerhouden heeft”, enz.

 

Als algemene regel moet men denken dat de echtgenoot niet kwetst omdat hij wil kwetsen. Deze open houding laat toe negatieve toestanden op een meer serene en constructieve wijze tegemoet te gaan. De door het gedrag van de andere gekwetste echtgenoot begrijpt dat deze vergissingen begaat eerder door onhandigheid of onwetendheid dan door kwade wil (of soms eenvoudig door zwakheid: in de moraal is het wel bekend dat de meeste zonden niet begaan worden uit kwaadwilligheid, maar uit zwakheid). Hij ziet geen negatieve bedoeling in het handelen van de andere. Zulks draagt er toe bij zonder bitterheid te spreken, de confrontatie te vermijden en talrijke problemen op te lossen.

 

Omgekeerd moet men de negatieve gedachten verdrijven: “hij/zij heeft geen tijd om aan mij te denken”; “mijn zaken interesseren hem/haar niet”“hij/zij zoekt enkel indruk te maken”, enz. Soms kan men veel nadeel doen aan de echtelijke relatie door aan de andere het onbehagen dat men ondervindt toe te schrijven. Men moet ook letten op de verborgen ironie in een schijnbaar goed humeur, want dit leidt er uiteindelijk toe het vertrouwen af te slijten.

 

Opletten voor de “heimelijke verwachtingen”

Deze verwachtingen zijn wat de ene echtgenoot verwacht te bekomen van de andere, soms onnadenkend, onder de invloed van een cultureel model of van de reclame… Het is belangrijk deze verwachtingen te “ontmaskeren”, anders dreigen ze de relatie te verstoren als de andere niet beantwoordt aan wat men van hem verwachtte.

 

Er zijn velen die deze verwachtingen gedurende lange tijd bewaren zonder er eenvoudig met de echtgenoot over te spreken, opdat deze zich zou kunnen inspannen eraan te beantwoorden, als ze redelijk zijn. En als ze niet redelijk zijn, moet men ze laten vallen. Een aantal redenen verklaren dit stilzwijgen: soms denkt men dat het niet nodig is erover te spreken (“hij/zij kent me en weet wat ik van hem/haar verlang en zal wel iets doen om aan mijn verwachting te voldoen”). Soms is het uit vrees voor een andere kijk op de zaken, iets wat voorkomt wanneer men schrik heeft voor de reactie van de andere en zich niet zeker voelt. Nog anders denkt men dat de genegenheid almachtig is en dat die de niet voldane verwachtingen zal goed maken.

 

De verschillen kennen in de communicatie en in de gevoelsreacties

Enkele voorbeelden hiervan:

 

Eerst dit van de vragen. De vrouwen stellen meer frequent vragen dan de mannen, als een manier om de conversatie gaande te houden en hun betrokkenheid in het debat te tonen. De mannen stellen slechts vragen wanneer zij een informatie willen bekomen. Het gebeurt dat de echtgenoot wanhopig tracht het probleem van zijn echtgenote op te lossen, terwijl zij zelfs geen oplossing verwacht, want dikwijls kent ze deze al: ze wenst enkel begrip of een vriendelijke of persoonlijke commentaar.

 

Een ander voorbeeld is de wijze om een gespreksonderwerp te onderhouden. De echtgenoot, eens dat hij gezegd heeft wat hij te zeggen had, heeft zijn doel bereikt en zwijgt over het algemeen. De echtgenote anderzijds, zoekt aanknopingspunten te vinden en het gesprek voort te zetten tot men daar komt waar zij wil komen. En in deze wijze van doen heeft zij dikwijls de nare verrassing dat de echtgenoot niet geluisterd heeft, want het leek hem dat men de vraag al afgehandeld had.

 

Een derde zaak betreft de details van de discussie. De echtgenote houdt ervan haar man de details van haar ideeën en haar gevoelens te laten kennen. Deze is echter meer thuis in thema’s als de politiek, de economie, de sport, enz. Wanneer de man deze geneigdheid van de vrouw niet kent, kan hij zijn geduld verliezen bij het aanhoren van de stortvloed aan details die zij vertelt.

 

Een vierde voorbeeld is dit van het doel van de eigen communicatie. We zeiden het reeds: daar waar de vrouw tot in de details iets wil delen, wil de echtgenoot een oplossing geven. Het misverstand omtrent het doel van de communicatie kan de bezorgdheid, de ontmoediging of de droefheid van de echtgenoot teweegbrengen: het panorama lijkt hem ingewikkeld en moeilijk en de toestand komt hem voor als een mislukking, want hij verkrijgt niet dat zijn vrouw zich met de oplossingen bezighoudt. Het ontgaat hem dat het feit dat de echtgenote hem de details van haar leven wil laten delen, een goed teken is, een teken van vertrouwen: zij verwacht van haar echtgenoot dat hij belangstelling toont, dat hij een echte steun is, dat hij haar sereniteit en bijstand biedt.

 

Wanneer er een gebrek aan begrip is tussen beiden, als men geen oplossing voor deze toestand vindt, heeft het onbegrip de neiging te groeien. De vrouw kan de negatieve aspecten overdrijven, nare commentaren geven (zelfs tegen haar zin, want ze kan niet anders), geneigd zijn alles te vertellen wat zij op het hart heeft. Tegenover een conflictsituatie zullen integendeel de mannen zwijgen en zich in zichzelf opsluiten, wat niet betekent dat zij niets zullen doen. En soms, wanneer zij besloten hebben wat te doen, laten ze het na er hun vrouw over in te lichten.

 

Zo dreigt men het karakter te radicaliseren en een afstand te scheppen binnen het echtpaar.

 

Het is van belang te begrijpen dat over het algemeen de andere zijn gevoelens niet toont of zich gedraagt om te storen, maar dat omdat hij nooit anders heeft leren handelen.

 

Een ander communicatieprobleem kan ontstaan uit misverstanden over de oprechtheid. Men moet twee verkeerde opvattingen ontmaskeren in verband met de oprechtheid van gehuwden.

De eerste bestaat uit een valse bewering van rechtschapenheid. Tot het uiterste gedreven, kan deze leiden tot de neurotische houding te beweren dat men mij absoluut alles moet vertellen, niet zozeer omdat het mij interesseert het te weten, maar omdat ik de oprechtheid plaats boven de naastenliefde. Men komt ertoe het beginsel van de H. Paulus te vergeten: veritatem facientes in caritate (Ef. 4, 15), d.w.z. dat de waarheid moet gezegd worden, medegedeeld, beleefd in naastenliefde. Het is materieel onmogelijk “alles te vertellen”: men moet een evenwicht vinden en een selectie maken. Er is bovendien een deels niet-mededeelbaar domein dat verwijst naar het innerlijk leven, naar de relatie met God; en dat van de bekoringen of suggesties waaraan wij allen onderworpen worden en waarvan het weinig delicaat en contra-productief zou zijn deze te vertellen buiten onze geestelijke leiding.

 

De tweede verkeerde opvatting omtrent de oprechtheid van gehuwden is de bedrieglijke “emotieve oprechtheid”. Er zijn mensen die ten onrechte denken dat men eerlijker is wanneer men alles zegt dat in ons hoofd omgaat bij een woede-bui of bij verlies van zelfbeheersing. Dit is een vergissing die talloze problemen meebrengt. Dat wat men zegt onder de invloed van een diepe emotie is dikwijls niet wat men denkt (en in die zin is men niet oprecht). In die omstandigheden kan men de andere trachten te kwetsen, eerder dan de waarheid te zeggen. Men moet kunnen wachten, verontschuldiging vragen, de belangrijkheid van de zaak wegnemen.

 

Tenslotte moet men de mythe van de “spontaneïteit” doorbreken. Men denkt dikwijls dat het spontane werkt zonder inspanning, terwijl men in het huwelijk het spontane moeizaam moet vormen: thuis de hoffelijkheid en de fijngevoeligheid — die men dikwijls buitenhuis beleeft — leren beleven, zodanig handelen dat de hoffelijkheid spontaan is in plaats van te denken dat de spontaneïteit thuis bestaat aan zijn grillen en aan de grofheid vrije loop te laten. Er zijn bv. mannen die niet aanvaarden zich te “trainen” om complimenten te maken aan hun vrouw (“dat is niet mijn aard”, “dat komt bij mij niet spontaan op”), en daarentegen geen moeilijkheid ondervinden om golf te leren spelen, hoewel dat moeilijker is ….

 

Anderen zeggen dat het onmogelijk is kleine gewoonten die niet tot de harmonie binnen het paar bijdragen, te veranderen (de krant onmiddellijk beginnen te lezen bij hun thuiskomst, in een bepaalde zetel te gaan zitten, hun vrouw toespreken op een verveelde toon,…). Anderzijds stappen ze licht over van een automatische wagen op een model met conventionele schakeling, of van de rem rechts op de fiets op een rem links op een scooter… Het is niet zo moeilijk routine-gewoonten te veranderen: vroeger opstaan, de echtgenoot die thuiskomt tegemoet gaan, het beste deel aan de andere aanbieden, opgaan in wat hem/haar aan het hart ligt…. Het is de opvoeding van de liefde die een liefde is van de wil, van een beslissing. Een eenvoudige regel: nagaan of het je niet stoort de krant te lezen terwijl de echtgenote zich bezighoudt met de zaken van het huishouden (dikwijls nadat zij zelf buitenhuis heeft gewerkt); en in hoofde van de echtgenote: ze zou moeten leren van tijd tot tijd bij haar man te gaan zitten, zelfs al zijn er nog zaken op orde te zetten.

 

De roerloosheid in de liefde haalt ons naar beneden, want ze is nooit het product van een persoonlijke beslissing, maar een neiging tot gemakzucht die eigen is aan de menselijke natuur, die niet door de filter van een gewilde liefde is gegaan. Zij is dikwijls onwillekeurig en ontstaat uit een verschijnsel van mimetisme (in het andere geval zou men haar met haar naam moeten noemen: egoïsme). Het eenvoudig feit te weten dat ze er is, maakt reeds een belangrijke stap uit naar haar uitroeiing. Daarna moet men voornemens maken en zich oefenen, d.w.z. liefhebben.

 

Woede-uitvallen leren te beredeneren

De woede kent een verloop, een opgang: eerst voelt men aan dat men op een of andere wijze werd beledigd; dan wordt men woedend en krijgt men er zin in de belediging te wreken; en ten slotte wreekt men zich.

 

Men moet zich ervan overtuigen dat woede-uitvallen in het huwelijk niet goed zijn (iedereen is daarvan niet overtuigd). Wat niet wegneemt dat een woede-uitval aanleiding kan geven tot een groter goed, door de verzoening die erop volgt. Het is waar dat de echtelijke relatie versterkt wordt door de wederzijdse vergeving en lijkt te herrijzen uit haar eigen as… Maar op zich is de woede niet een goede weg om het huwelijk op te bouwen.

 

Om de woede te overwinnen moet men weten hoe ze werkt. De eerste reactie is de belediging of het aanvoelen beledigd te zijn. Dit volledig wegwerken is een hele kunst, maar er een zekere controle op uitoefenen kan iedereen. Voornamelijk als men ervan overtuigd is dat de meeste beledigingen die we aanvoelen niet reëel zijn, maar ingebeeld, als product van onze lichtgeraaktheid. Als men tracht één ervan “per maand” weg te werken…(“vanaf morgen zal ik niet meer verstoord zijn door die houding van mijn man of mijn vrouw…”; “voortaan zal het mij niet meer tegenvallen dat hij/zij zich er geen rekenschap van geeft dat...”), dan zal de gezinsvreugde zeer snel groeien.

 

Het tweede punt is het zich kwaad maken. Als men de eerste etappe heeft verjaagd en geen belediging aanvoelt, doet er zich geen woede voor. En als ze toch opkomt? Een optie is haar vrije loop te laten. Een andere is te trachten de woede te begrijpen: waarom ben ik woedend? Wat is de ware reden van mijn opwinding? Welke omstandigheden brengen mij in die staat? Het is de moeite waard zich dit van tijd tot tijd voor de geest te brengen, want anders legt men het probleem bij de echtgenoot. Wie oprecht is met zichzelf ontdekt bijna altijd dat de echte oorzaak verbonden is met een geheel van interne elementen en dat de oorsprong van de gramschap meer bij hemzelf ligt (persoonlijke tekortkomingen, spanningen op het werk, ontevredenheid over zijn eigen houding,…) dan bij de echtgenoot/echtgenote.

 

Tenslotte komt de derde etappe: de zin om tot de aanval over te gaan. Omtrent dit punt zijn de experten het eens: “tel tot tien”. Herbegin daarna, en dan nog eens, want als je tot de aanval overgaat, ga je de andere kwetsen.

 

Men zou kunnen geneigd zijn te denken dat, door het controleren van zijn woede-uitvallen en zijn “spontane” tendensen, men zijn persoonlijkheid verliest. Maar het is het omgekeerde. Het smeden van het karakter en van de ontwikkeling van zijn persoonlijkheid bestaat voornamelijk uit de zelfbeheersing uit liefde tot God en tot de anderen. Wie zich beheerst, heeft karakter en wie zich laat overheersen door de tendensen van zijn temperament toont zich zwak. Bovendien zijn die tendensen dikwijls wat er het minste menselijk is in ons, in die mate dat zij tot uiting komen buiten het verstand en buiten de wil.

 

Javier Vidal-Quadras Trias de Bes is gehuwd en vader van zeven kinderen. Hij is advocaat en was professor van Recht. Hij geeft cursus van gezinsoriëntering en is secretaris-generaal van de International Federation for Family Development die een raadgevend statuut heeft bij de Verenigde Naties. Deze tekst is een door ZEH Stefaan Seminckx licht aangepaste vertaling, van Algunas experiencias prácticas y consideraciones básicas de un padre de familia sobre la vida conyugal y familiar (Enkele praktische ervaringen en fundamentele beschouwingen van een gezinsvader omtrent het gehuwde en familiale leven), gepubliceerd in www.collationes.org. Walter Van Goethem verzorgde de Nederlandse versie.