Een boekenshop voor katholieke inspiratie Verzending binnen heel BelgiëPapers over actuele onderwerpen

“Ik heb alles gewonnen met Christus!”

7 maart 2012

 

Irakese Sjiiet bekeerd tot het christendom, moest Joseph, met de dood bedreigd, zijn land verlaten.

Hij leeft voortaan in Frankrijk met zijn echtgenote en zijn drie kinderen. Het verhaal van zijn belevenis, “Duur betaald” (Lannoo, Tielt 2011), heeft in Frankrijk een groot succes gekend en wordt stilaan vertaald en verspreid in andere Europese landen. Joseph brengt telkens meer conferenties en getuigenissen en wijdt zijn overige tijd aan zijn gezin en aan Paltalk, dat hem toelaat direct op het internet gesprekken te voeren. Hij is zo in blijvend contact met jonge moslims van Arabische landen, die hij uitnodigt de Koran te lezen en te begrijpen. Woorden van een bekeerde.

 

Wat is je reactie geweest op het succes dat je getuigenis in Frankrijk en nu in het buitenland behaald heeft? Hoe uitleggen dat je zoveel harten hebt geraakt?

— Ik dank de Heer daarvoor. Ik wil de hele wereld spreken over mijn ontmoeting met Christus, en de aandacht vestigen op het probleem van de islam. Ik had de gelegenheid mijn getuigenis te brengen in talrijke plaatsen, vele mensen te ontmoeten. Hopelijk hebben de Fransen door mijn belevenis een realiteit van de islam ontdekt, namelijk het lot van de bekeerlingen. Een christen die de Kerk verlaat of zijn geloof niet beleeft, zal nooit verontrust worden. Bij de islam wordt een bekeerde met de dood bedreigd.

 

Wat is thans de realiteit van je dagelijks leven? Word je nog altijd bedreigd?

— Ik heb in Frankrijk doodsbedreigingen gekregen van een imam. Hij heeft me gezegd dat hij iemand zou sturen om me dood te steken, en dat hij bij voorkeur een minderjarige zou nemen, die geen risico op een zware gevangenisstraf zou lopen. Men telefoneerde mij diep in de nacht om mij het geluid van het gebed in de moskee te laten horen. Ik heb moeten verhuizen, afstand nemen van de Arabisch-sprekende middens waarin ik leefde. Het is spijtig, ik hield veel van deze tijd van contact met moslims in Frankrijk. Wij hadden een mooie dialoog ingevoerd. Langs de conferenties kon ik ten andere veel moslims ontmoeten. Eens had iemand 800 km afgelegd om een getuigenis bij te wonen. Op het einde zei deze persoon: “Ik ben bang na te denken en mij te verdiepen in het onderwerp. Als ik tot hetzelfde besluit kom als jij, snijd ik mij van alles af. Het is hartverscheurend”.

 

Leef je in angst ?

— Ik ben niet bang. “Vrees niet hen die het lichaam doden, maar de ziel niet kunnen doden” staat er in het Evangelie (Matt. 10, 28). Men heeft mij van dichtbij beschoten in Jordanië en Christus heeft mij beschermd. Zolang Hij voor mij een plan heeft op deze aarde, zal Hij mij beschermen. Met mijn gezin hebben wij een project. Wij zouden willen dat ons huis een gebedscentrum zou zijn of worden dat voor iedereen openstaat, waar men zou kunnen bidden per leeftijdsgroep en in gezin. Als sommige gezinnen uiteenvallen, dan is het dat Christus er niet centraal staat. We moeten Christus centraal stellen in de gezinnen en in ons leven. Ons huis zal “het huis van Maria” — beit maryam — heten. Wij denken natuurlijk daaraan in afspraak met de lokale Kerk, en ik nodig al wie zulks wenst uit, dit project in hun gebed te betrekken.

 

Waarvan leven jullie? Hebben jullie nog de wens terug te keren naar Irak?

— In Frankrijk leven wij dank zij de openbare steun, ik heb slechts een klein deel bekomen van het auteursrecht. Later zou ik wensen de Irakese kinderen die naar Jordanië gevlucht zijn en die niet naar de school kunnen gaan, te kunnen helpen. Vandaag begrijp ik waarom ik in Frankrijk ben: het is hier dat Christus op mij wachtte om mijn getuigenis te brengen. Ik ben oneindig dankbaar aan Frankrijk voor zijn gastvrijheid. Frankrijk is de oudste dochter van de Kerk. Thans is Frankrijk mijn eigen land. Mijn kinderen groeien er op. Ik voel mij niet in den vreemde, ik wortel mij in. Wat mij zwaar valt, wat ik had willen doen, dat is getuigenis te brengen in mijn land van oorsprong, te beginnen met mijn eigen familie. De Heer heeft er anders over beslist. Ik bid en vraag aan Christus dat hij hun hart raakt en hen ontmoet. Zo, in Hem, zou ik ze kunnen weervinden. Ik betreur niet in het minst al wat ik heb verlaten. Ik heb alles gewonnen met Christus. Al de moeilijkheden die ik tegen kom, dienen om mij dichter bij Christus te brengen. Iedere christen is geroepen zijn kruis op te nemen na Christus, en dat kan gebeuren door eenvoudige dagelijkse dingen, het geduld, de nederigheid. Dat geeft een diepe vrede en een diepe vreugde.

 

Welke zijn voor jou de sleutels van een ware interreligieuze dialoog, waartoe de paus ons uitnodigt?

— Ik ben 100 procent voor de dialoog. Ik stel vast dat er thans weinig echte dialoog is. Er zijn ontmoetingen, uitnodigingen, vriendschappelijk verkeer, maaltijden. Het principe van de dialoog is het verschil van de gedachten en de vraagstelling over precieze punten. Vooruitgaan in de dialoog is niet de problemen verdoezelen om te zeggen wat de andere graag wil horen, uit schrik hem te krenken. Men moet argwaan hebben voor een dialoog waar men niet spreekt over het Evangelie of over de Koran. Men moet een diepzinnig gesprek voeren, nadenken over de tegenstrijdigheden van de Koran, de biografie bestuderen van Mohammed, die een na te volgen model is voor iedere moslim, precieze punten bespreken.

 

Bijvoorbeeld?

— Bijvoorbeeld al de verzen van de Koran onderstrepen die aanzetten tot moord van de ongelovige. Er zijn er meer dan honderd. Hoe moet men die bekijken? Is dat een woord van God? Om goed te kunnen dialogeren moet men het onderwerp goed kennen. Bij voorbeeld het principe van de verzen die opheffen en die opgeheven zijn. Men kan alles vinden in de Koran. Maar de verzen die aanzetten tot verdraagzaamheid en tot de liefde tot de naaste zijn opgeheven door de meer recente die aanzetten tot geweld. Wanneer ik spreek met mijn mohammedaanse vrienden, zeg ik hun deze zin die Massoud (de christen die met hem de kamer deelde, nvdr) mij zegde: “Lees en begrijp de Koran”. Men moet uitnodigen tot nadenken over de Koran, in alle oprechtheid en eerlijkheid. Door het internet is niemand meer verplicht naar de imams te gaan die met dit vers antwoord geven: “O gij die gelooft, stel geen vragen over zaken waarvan de betekenis, als die u zou gegeven worden, u zou kunnen pijn doen. Een volk vóór u had deze zaken gevraagd, maar later werd het daarom ongelovig” (soera 5, verzen 101-102). Ten andere, de voorwaarde voor een ware dialoog ligt ook in het getuigenis van ons eigen leven. Er staat in het Evangelie: “Dat uw licht moge schijnen voor de mensen, opdat zij uw goede werken zouden zien en uw Vader verheerlijken die in de hemel is” (Matt. 5, 16).

 

Je ontmoeting met Christus was bliksemsnel. Was de liefde die je de Kerk toedraagt ook zo plots?

— Vanaf het begin is mijn liefde voor de Kerk zeer fel geweest. Mijn wens mij bij haar aan te sluiten was mateloos, ik zocht van ganser harte en met alle middelen het doopsel te ontvangen, mijn honger naar het levend Brood werd iedere dag groter. Toch was in het begin, in Irak, het contact met de Kerk zeer moeilijk. Ik werd overal geweerd zodra ik mijn naam uitsprak. Ginder daveren de priesters wanneer ze een moslim zien. Men moet zeggen dat zij in de tijd van Saddam dikwijls het slachtoffer werden van valstrikken die zochten hen te beschuldigen van bekeringszucht. Toen eens een bisschop mij vrij gewelddadig had buitengezet, kwam ik in mijn auto en weende. Ik zei aan Jezus dat ik niet meer verder kon, en dat wanneer Hij mij in zijn Kerk wou, het aan Hem was om me te komen halen. Dezelfde avond kreeg ik een telefoontje van een persoon die mij uitnodigde te dineren met een priester. Dezelfde priester gaf mij toestemming naar de Mis te komen in zijn kerk. Voor ons is thans leven in de Kerk: leven en zich voeden met haar sacramenten. Dat is levensnoodzakelijk en essentieel. De Kerk is ons gezin, wij zijn haar kinderen.

 

Het probleem van het doorgeven en van de catechismus ligt je bijzonder aan het hart. Waarom?

— De jonge christenen van vandaag zijn de Kerk van morgen! Als ze niet correct opgeleid zijn, wie zal dan voor de aflossing zorgen? Het is gebeurd dat ik naar de katholieke scholen ging en aan de leerlingen voorstelde recht te staan om te bidden op het einde van de conferentie. Ik werd terechtgewezen door de proviseur die niet wenste dat ik de jongeren voorstelde om te bidden. Wat zal het de katholieke scholen baten niet echt katholiek te zijn? Ik zou de noodklok willen luiden over dit probleem van de catechismus. Het is veel belangrijker dan al het overige. Waarom zou wiskunde verplicht zijn en niet de catechismus? Je zal me zeggen dat iedereen vrij is te geloven. Maar hoe kan een jongere kiezen voor Christus als hij Hem niet kent? Als hij Hem niet heeft ontmoet? Men moet investeren in de catechismus. De catechismus is geen optie in het leven van een christen. Waarom is hij zulks wel in de christelijke scholen? “ at baat het een man de hele wereld te winnen, wanneer hij zijn ziel verliest?” lezen we in de Bijbel (Matt. 16, 26). Ik laat een noodkreet klinken.

 

Bron: http://www.aed-france.org/actualite/joseph-fadelle-jai-tout-gagne-avec-le-christ/. Uitspraken opgenomen door Raphaelle Autric. Deze tekst werd uit het Frans vertaald door Walter Van Goethem.